2010–2019
Standvastig en onveranderlijk
Oktober 2010


Standvastig en onveranderlijk

Als we getrouw blijven en tot het einde toe volharden, zullen wij alle zegeningen van onze hemelse Vader ontvangen, namelijk het eeuwige leven en de verhoging.

Ik ben dankbaar dat ik deel uitmaak van deze vergadering van gelovige vrouwen. Ik heb duizenden van u in verschillende landen ontmoet. Uw getrouwheid en inzet hebben mij gesterkt. Uw voorbeeld van goedheid en toewijding aan het evangelie heeft mij geïnspireerd. Uw stille daden van onbaatzuchtige hulp en uw overtuigende woorden van getuigenis hebben mij nederig gestemd.

Ik ga u vanavond dezelfde vragen stellen die ik velen van u in onze gesprekken heb gesteld:

  1. Wat helpt u om standvastig en onveranderlijk te blijven wanneer moeilijkheden uw geloof beproeven?

  2. Waaruit put u kracht in tijden van beproeving en tegenspoed?

  3. Wat helpt u om te volharden en een ware discipel van Christus te worden?

De antwoorden die u mij gaf waren onder meer:

  1. Uw kennis dat uw hemelse Vader van u houdt en voor u zorgt.

  2. Uw hoop dat door Jezus Christus’ zoenoffer alle beloften die aan de getrouwen zijn gedaan in vervulling zullen gaan.

  3. Uw kennis van het verlossingsplan.

Mijn boodschap borduurt voort op deze zekerheden die u mij heeft toevertrouwd.

In Romeinen 8:16 staat: ‘Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.’ De eerste keer dat ik zonder enige twijfel wist dat mijn hemelse Vader mij kende, van mij hield en om mij gaf, was toen ik mij op vijftienjarige leeftijd liet dopen. Daarvoor wist ik dat God bestond en dat Jezus Christus de Heiland van de wereld was. Ik geloofde in Hen en hield van Hen, maar ik had nooit hun liefde en zorg voor mij persoonlijk gevoeld, tot op die vreugdevolle dag dat ik het doopverbond aanging.

Ik realiseerde mij wat een groot wonder het was dat ik door de zendelingen was gevonden en onderwezen, omdat er maar een handvol zendelingen onder twee miljoen mensen werkzaam waren. Ik wist toen dat mijn hemelse Vader mij kende en zoveel van mij hield dat Hij de zendelingen naar mijn huis had geleid.

Ik weet nu dat God een God van liefde is. We zijn immers zijn kinderen en Hij wil dat we allemaal vreugde en eeuwig geluk hebben. Het is zijn werk en heerlijkheid onze onsterfelijkheid en ons eeuwig leven tot stand te brengen.1 Daarom heeft Hij voorzien in een eeuwig plan van geluk voor ons. Ons doel in het leven bestaat erin het eeuwige leven en de verhoging voor onszelf te verwerven, en anderen te helpen hetzelfde te bereiken. Hij heeft voor ons deze aarde geschapen zodat wij een stoffelijk lichaam konden krijgen en ons geloof kon worden beproefd. Hij heeft ons de kostbare gave keuzevrijheid gegeven, waardoor we voor het pad kunnen kiezen dat tot eeuwigdurend geluk voert. Het verlossingsplan van onze hemelse Vader is voor u en voor mij. Het is voor al zijn kinderen.

‘En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.

‘En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde.’2

‘En Hij gaf hun geboden, dat zij de Heer, hun God, moesten aanbidden. (…) En Adam was gehoorzaam aan de geboden des Heren.’3

Adam en Eva kregen kinderen en het plan kon verder worden uitgevoerd.

Ik weet dat ieder van ons een wezenlijke en essentiële rol te vervullen heeft als dochter van God. Hij heeft zijn dochters met goddelijke eigenschappen begiftigd om zijn werk te bevorderen. God heeft vrouwen de heilige taak van het baren en opvoeden van kinderen toevertrouwd. Er is geen belangrijker werk. Het is een heilige roeping. De edelste opdracht die een vrouw kan vervullen is het heilige werk van het grootbrengen van een eeuwig gezin, in het ideale geval samen met haar echtgenoot.

Ik ben mij ervan bewust dat sommige zusters nog niet de zegeningen van een huwelijk of kinderen hebben ontvangen. Ik verzeker u dat u uiteindelijk alle zegeningen zult krijgen die aan de getrouwen zijn beloofd. U moet ‘standvastig in Christus voorwaarts streven, met volmaakt stralende hoop, en (…) tot het eind [volharden om] het eeuwige leven [te] hebben.’4 In eeuwig opzicht zult u slechts korte tijd van die ontbrekende zegeningen verstoken zijn.5

Bovendien hoeft u niet gehuwd te zijn om de geboden te onderhouden en zorgzaam familie, vrienden en buren te bejegenen. Uw gaven, talenten, vaardigheden en geestelijke krachten zijn hard nodig bij de opbouw van het koninkrijk. De Heer vertrouwt erop dat u deze essentiële taken bereidwillig vervult.

De Heer zegt:

‘Toch vergeet Ik u niet.

Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegraveerd; uw muren heb Ik voortdurend voor ogen.’6

De Heer heeft u lief. Hij kent uw verlangens en teleurstellingen. Hij zal u niet vergeten want uw pijnen en uw leed zijn voortdurend voor zijn aangezicht.

De grootste uiting van Gods liefde voor ons was zijn bereidheid om zijn geliefde Zoon, Jezus Christus, te sturen om voor onze zonden te boeten en onze Heiland en Verlosser te zijn.

In Johannes 3:16 lezen we: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.’

‘Gelijk de Vader Mij heeft liefgehad, heb ook Ik u liefgehad.’7

De bereidheid van Jezus Christus om het Offerlam te zijn was een uiting van zijn liefde voor de Vader en van zijn oneindige liefde voor ieder van ons.

Jesaja omschrijft het lijden van de Heiland als volgt:

‘Nochtans, onze ziekten heeft Hij op Zich genomen, en onze smarten gedragen. (…)

‘(…) om onze overtredingen werd Hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; (…) en met zijn striemen worden wij genezen.’8

‘Ik, God, heb deze dingen voor allen geleden, opdat zij niet behoeven te lijden als zij zich bekeren.’9

Hij heeft de banden van de dood gebroken en de opstanding voor alle mensen mogelijk gemaakt. Hij heeft ons de gave van de onsterfelijkheid geschonken.

Jezus Christus heeft onze zonden gedragen, heeft voor ons geleden, en is gestorven om de eisen van de gerechtigheid te bevredigen zodat wij niet hoeven te lijden als we ons bekeren.

We laten zien dat we Jezus Christus als onze Heiland hebben aanvaard als we ons geloof in Hem stellen, ons van onze zonden bekeren, en de heilsverordeningen ontvangen die vereist zijn om in Gods tegenwoordigheid te komen. Die heilsverordeningen zijn symbolen van de verbonden die we sluiten. De verbonden van gehoorzaamheid aan zijn wetten en geboden binden ons aan God en versterken ons geloof. Ons geloof en onze standvastigheid in Christus geven ons de moed en het vertrouwen die we nodig hebben om onze problemen aan te kunnen, die nu eenmaal deel uitmaken van het sterfelijke leven.

Kort nadat mijn echtgenoot was geroepen als president van het zendingsgebied Asunción in Paraguay bezochten wij een gemeenteconferentie in een afgelegen plaatsje in de Paraguayaanse Chaco.10 We reden vier uur over een bestrate weg en daarna nog eens zeven uur over een hobbelige weg. Het gevaar en de ongemakken van de lange reis waren snel vergeten toen we allerhartelijkst werden verwelkomd door de leden van Mistolar.

Julio Yegros was de jonge gemeentepresident, en hij en zijn vrouw, Margarita, waren een van de weinige gezinnen die in de tempel waren verzegeld. Ik vroeg hen wat meer te vertellen over hun reis naar de tempel.

Toen was de tempel in Buenos Aires in Argentinië nog de dichtstbijzijnde tempel. De reis van Mistolar naar die tempel nam 27 uur in beslag, en ze hadden hun twee kleine kinderen bij zich. Het was tijdens een strenge winter, maar met veel offers wisten zij de tempel te bereiken, waar zij tot een eeuwig gezin werden verzegeld. Op de weg terug werden de baby’s erg ziek en stierven. Ze begroeven hen aan de kant van de weg en kwamen met lege handen thuis. Ze waren verdrietig en eenzaam, maar voelden zich toch ook vertroost en vredig. Zij zeiden over deze ervaring: ‘Onze kinderen zijn aan ons verzegeld in het huis des Heren. We weten dat we ze de hele eeuwigheid bij ons zullen hebben. Deze kennis geeft ons veel vrede en troost. We zullen de verbonden die we in de tempel hebben gesloten goed moeten naleven, dan zullen we met hen worden verenigd.’

Hoe kunnen we, net als deze trouwe leden uit Paraguay, meer geloof en hoop krijgen?

Hoe versterken we ons geloof in de zekerheden die ik zovelen van u keer op keer heb horen verwoorden, dat u in Gods liefde voor u gelooft, dat u erop vertrouwt dat Hij u zal zegenen, en dat u het verlossingsplan in en door de Heiland Jezus Christus begrijpt en welke rol u daarin speelt?

Ik wil vier dingen noemen die mij hebben geholpen: gebed, schriftstudie, gehoorzaamheid en naastenhulp.

Gebed

Bidden is communiceren met onze hemelse Vader. Door te bidden geven wij aan dat we geloof in Hem en zijn zegenrijke macht hebben.

In Alma 37:37 lezen we: ‘Raadpleeg de Heer bij al uw handelingen, en Hij zal u ten goede leiden; ja, wanneer gij u des nachts neerlegt, leg u dan neer in de hoede des Heren, opdat Hij over u zal waken in uw slaap; en wanneer gij des ochtends opstaat, laat uw hart dan vol dankbaarheid zijn jegens God; en indien gij die dingen doet, zult gij ten laatsten dage worden verhoogd.’

Schriftstudie

Kennis en begrip van het plan van onze hemelse Vader geven ons inzicht in wie we zijn en wat we behoren te worden.

De Heer heeft gezegd: ‘Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen.’11

Het is van groot belang dat iedere vrouw de Schrift bestudeert. De waarheden die we uit de Schrift leren, en die we leren toepassen, zullen ons meer macht geven om Gods doeleinden te verwezenlijken. Dagelijks bidden en studeren brengt de invloed en de macht van de Heilige Geest in ons leven.

Gehoorzaamheid

‘Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren.’12 Onze stipte gehoorzaamheid zal ertoe leiden dat we goddelijke eigenschappen ontwikkelen en dat ons hart een verandering ondergaat.

In de Leer en Verbonden krijgen we de raad:

‘Kleef de verbonden aan die gij hebt gesloten. (…)

‘Onderhoud voortdurend mijn geboden, en gij zult een kroon van gerechtigheid ontvangen.’13

Onze toegewijde naleving van het evangelie versterkt ons geloof en onze hoop in Jezus Christus.

Naastenhulp

We hebben volop de gelegenheid om Hem te dienen. Iedere zuster is gevraagd om de armen en behoeftigen onder ons en om ons heen op te zoeken en hen te helpen. ‘Arm en behoeftig’ slaat ook op wie geestelijke en emotionele behoeften hebben. Ook hebben wij de opdracht gekregen om onze doden te redden; dat doen we door aan onze familiegeschiedenis te werken en tempelwerk te doen. Ook is ons geboden het evangelie uit te dragen. Er zijn vele manieren waarop we zendingswerk kunnen doen. Dit zijn allemaal manieren om de Heer te dienen. Onze hemelse Vader verwacht van hen die sterk zijn om de zwakken te sterken. Uw eigen geloof zal worden gesterkt als u uw kinderen sterkt en verzorgt.

Ik weet dat onze hemelse Vader op volmaakte wijze van al zijn kinderen houdt, van ieder persoonlijk en altijd. Ik weet dat wij, vrouwen, een belangrijke rol spelen in het plan van geluk. Hij verwacht van ons niet meer of niet minder dan dat we ons best doen, want ieder van ons is nodig om het koninkrijk op te bouwen. De verzoening is een feit. Jezus Christus is onze Heiland en Verlosser. Ik getuig dat, als we getrouw blijven en tot het einde volharden, wij alle zegeningen van onze hemelse Vader zullen ontvangen, namelijk het eeuwige leven en de verhoging. In de naam van Jezus Christus. Amen.