2010–2019
De wereld op de wederkomst voorbereiden
April 2011


De wereld op de wederkomst voorbereiden

Je zending is een heilige gelegenheid om anderen tot Christus te brengen en bij te dragen aan de voorbereiding op de wederkomst van de Heiland.

Ik spreek vanavond vooral tot de priesterschapsdragers van 12 t/m 24. We denken veel aan jullie en we bidden voor jullie. Ik heb ooit het verhaal verteld van onze kleinzoon van vier die zijn broertje een duw gaf. Nadat ze het huilende kind getroost had, vroeg mijn vrouw, Kathy, zorgzaam aan de vierjarige: ‘Waarom geef je je broertje nou zo’n duw?’ Hij keek zijn grootmoeder aan en antwoordde: ‘Het spijt me, Mimi. Ik ben mijn KGW-ring kwijt, dus kan ik niet de goede weg kiezen.’ We weten dat jullie je best doen om altijd het goede te kiezen. We houden heel veel van jullie.

Hebben jullie je ooit afgevraagd waarom je in deze tijd naar de aarde bent gekomen? Je bent niet in de tijd van Adam en Eva geboren, of in de tijd dat de Farao’s in Egypte heersten, en ook niet tijdens de Mingdynastie. Je bent nu op aarde, zo’n twintig eeuwen na de eerste komst van Christus. Het priesterschap van God is op aarde hersteld en de Heer heeft zijn hand uitgestrekt om de wereld voor te bereiden op zijn glorierijke terugkeer. Dit is een tijd van grote mogelijkheden en belangrijke verantwoordelijkheden. Dit is jullie tijd.

Bij je doop heb je te kennen gegeven dat je in Jezus Christus gelooft. Toen je het priesterschap ontving, zijn je talenten en geestelijke vaardigheden groter geworden. Een van je belangrijke taken is bijdragen aan de voorbereiding van de wereld op de wederkomst van de Heiland.

De Heer heeft een profeet aangewezen, president Thomas S. Monson, om het werk van zijn priesterschap te leiden. President Monson heeft tegen jullie gezegd: ‘De Heer heeft zendelingen nodig.’1 ‘Iedere waardige jongeman die daartoe in staat is, dient zich op een zending voor te bereiden. Een zending is een priesterschapsplicht — een verplichting aan de Heer, die ons zo veel heeft gegeven.’2

Zendingswerk vereist offers. Je moet altijd iets achterlaten als je gehoor geeft aan de oproep van de profeet om op zending te gaan.

Wie de sport rugby volgt, weet dat de All Blacks uit Nieuw-Zeeland, een naam die ze hebben gekregen door de kleur van hun uniform, het bekendste rugbyteam in de wereld is.3 Als je wordt geselecteerd om voor de ‘All Blacks’ in Nieuw-Zeeland te spelen, kun je dat vergelijken met spelen voor een football team dat aan de Super Bowl of een elftal dat aan het wereldkampioenschap voetbal deelneemt.

In 1961 was de Aäronisch-priesterschapsdrager Sidney Going een groot rugbytalent in Nieuw-Zeeland. Door zijn opmerkelijke talent dachten velen dat hij het volgende jaar wel voor het nationale rugbyteam, de ‘All Blacks’, zou spelen.

Toen hij negentien was geworden, op een kritiek moment in zijn rugbycarrière, zei Sid dat hij met rugby zou stoppen om op zending te gaan. Sommige mensen zeiden dat hij gek was. Anderen noemden hem een dwaas.4 Ze zeiden dat hij hoogstwaarschijnlijk nooit meer zo’n kans in rugby zou krijgen.

Voor Sid ging het er niet om wat hij achterliet, maar om de mogelijkheden en de verantwoordelijkheid in de toekomst. Hij had de priesterschapsplicht om twee jaar van zijn leven op te offeren om de Heer Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te verkondigen. Niets — zelfs niet een kans om voor het nationale team te spelen — zou hem van die plicht weerhouden.5

Hij werd door een profeet van God geroepen om in het westen van Canada zijn zending te vervullen. Achtenveertig jaar geleden vertrok de toen negentienjarige ouderling Sidney Going als zendeling van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen uit Nieuw-Zeeland.

Sid heeft me over een ervaring verteld die hij op zijn zending had. Op een avond stonden hij en zijn collega op het punt om naar hun flat terug te gaan. Ze besloten nog één gezin te bezoeken. De vader liet hen binnen. Ouderling Going en zijn collega getuigden van de Heiland. Het gezin accepteerde het Boek van Mormon. De vader las de hele nacht. In anderhalve week las hij het hele Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde. Enkele weken later liet het gezin zich dopen.6

Een zending in plaats van een plek in de ‘All Blacks’, het nationale team van Nieuw-Zeeland? Sid antwoordde: ‘De zegen om [anderen] tot het evangelie te [leiden], is veel belangrijker dan enig offer dat [je] moet brengen.’7

Je vraagt je misschien af wat er na zijn zending met Sid Going is gebeurd. Het belangrijkste: een eeuwig huwelijk met zijn lieve Colleen; vijf prachtige kinderen en kleinkinderen. Hij heeft zijn hele leven op zijn Vader in de hemel vertrouwd, de geboden onderhouden en anderen geholpen.

En rugby? Na zijn zending werd Sid Going een van de beste halfbacks in de geschiedenis van de ‘All Blacks’. Hij heeft elf seizoenen voor ze gespeeld en is vele jaren aanvoerder geweest.8

Hoe goed was Sid Going? Hij was zo goed dat trainings- en wedstrijdschema’s werden aangepast omdat hij niet op zondag wilde spelen.9 Sid was zo goed dat de koningin van Engeland haar erkentelijkheid heeft betuigd voor zijn bijdrage aan de sport rugby.10 Hij was zo goed dat er een boek over hem is geschreven met de titel Super Sid.

En als Sid na zijn zending al die eerbetuigingen niet had ontvangen? Een van de grote wonderen van zendingswerk is dat Sid Going en duizenden net als hij zich niet afvroegen: ‘Wat zal die zending voor mij betekenen? Maar: ‘Wat kan ik voor anderen betekenen?’

Je zending is een heilige gelegenheid om anderen tot Christus te brengen en bij te dragen aan de voorbereiding op de wederkomst van de Heiland.

De Heer heeft al vaak gesproken over de noodzakelijke voorbereidingen op zijn wederkomst. Tegen Henoch zei Hij: ‘Gerechtigheid zal Ik uit de hemel neerzenden; en waarheid zal Ik uit de aarde voortzenden (…) en gerechtigheid en waarheid zal Ik als een watervloed over de aarde doen stromen, om mijn uitverkorenen vanuit de vier hoeken der aarde te vergaderen.’11 De profeet Daniël profeteerde dat het evangelie in de laatste dagen naar de einden der aarde zou voortrollen als een steen die ‘zonder toedoen van mensenhanden (…) van de berg losraakte.’12 Nephi zei dat de kerk in de laatste dagen een klein ledental zou hebben, maar verspreid over de hele aarde.13 En in deze bedeling zei de Heer: ‘Gij zijt geroepen om de vergadering van mijn uitverkorenen tot stand te brengen.’14 Mijn jonge broeders, jullie zending is een grote mogelijkheid en verantwoordelijkheid, belangrijk voor deze beloofde vergadering en gekoppeld aan jullie eeuwige bestemming.

In het begin van de herstelling namen de algemene autoriteiten hun taak om het evangelie te verkondigen uiterst serieus. In 1837, slechts zeven jaar na de organisatie van de kerk, toen er veel armoede en vervolging heerste, werden er zendelingen naar Engeland gestuurd om het evangelie te verkondigen. Binnen enkele jaren waren er zendelingen in Oostenrijk, Frankrijk, Polynesië, India, Barbados, Chili en China.15

De zegen van de Heer rust op zijn werk en de kerk wordt over de hele wereld gevestigd. Deze bijeenkomst wordt in 92 talen vertaald. We zijn dankbaar voor de 52.225 voltijdzendelingen die in meer dan 150 landen werkzaam zijn.16 De zon gaat nooit onder voor rechtschapen zendelingen die van de Heiland getuigen. Denk eens aan de geestelijke kracht van 52 duizend zendelingen, die met de Geest van de Heer krachtig getuigen dat er ‘geen andere naam, noch enige andere weg of middel, zal worden gegeven waardoor redding (…) kan komen, dan alleen in en door de naam van Christus.’17 We spreken onze waardering uit voor de tienduizenden teruggekeerde zendelingen die hun uiterste best hebben gedaan en doen. De wereld wordt voorbereid op de wederkomst van de Heiland, in grote mate door het werk van de Heer dat de zendelingen verrichten.

Zendingswerk is geestelijk werk. Eerzaamheid en voorbereiding zijn essentieel. President Monson heeft gezegd: ‘Jongemannen, ik spoor jullie aan om je op een voltijdzending voor te bereiden. Blijf rein en zuiver en waardig om de Heer te vertegenwoordigen.’18 Vergeet gedurende de jaren voor je zending niet de heilige taak die nog in het verschiet ligt. Wat je vóór je zending doet, heeft veel invloed op de priesterschapskracht die je met je meeneemt in het zendingsveld. Bereid jezelf goed voor.

President Monson zei dat ‘iedere waardige jongeman die daartoe in staat is zich op een zending [dient] voor te bereiden.’19 Af en toe is iemand om gezondheids- of andere redenen niet in staat om te dienen. Praat met je ouders en je bisschop om te bepalen of je in aanmerking komt om op zending te gaan. Als dat niet het geval is, voel je dan niet minder belangrijk wat de edele taak betreft die voor je ligt. De Heer is heel goed voor de mensen die Hem liefhebben, en Hij zal andere deuren voor je openen.

Sommige mensen vragen zich wellicht af of ze te oud zijn om te dienen. Een kennis van mij uit China kwam in Cambodja met de kerk in aanraking toen hij al midden twintig was. Hij vroeg zich af of hij nog op zending kon gaan. Nadat hij in gebed was gegaan en met zijn bisschop had gesproken is hij op zending geroepen en heeft hij een eervolle zending in New York City vervuld. Als je ongerust bent over je leeftijd, ga dan in gebed en praat met je bisschop. Hij zal je leiden.

Vijftig procent van alle zendelingen gaan in hun eigen land op zending. Dat is goed. De Heer heeft beloofd dat ‘eenieder de volheid van het evangelie zal horen in zijn eigen tong, en in zijn eigen taal’.20 Je wordt door profetie geroepen en je zult dienen waar je het hardst nodig bent.

Ik maak altijd graag een praatje met de zendelingen over de hele wereld. Weet je wie ik onlangs in het zendingsgebied Sydney (Australië) tegenkwam? Ouderling Sidney Going — de rugbylegende uit Nieuw-Zeeland. Op 67-jarige leeftijd is hij weer op zending, maar deze keer met een collega van zijn keuze: zuster Colleen Going. Hij vertelde me over een gezin dat ze onderwezen. De ouders waren lid, maar waren al jarenlang minderactief. Ouderling en zuster Going hebben het gezin geholpen om hun geloof aan te wakkeren. Ouderling Going vertelde me over de kracht die hij voelde toen hij bij het doopvont naast de vader van het gezin stond, terwijl de oudste zoon, die nu het priesterschap droeg, zijn jongere broer en zus doopte. Hij sprak over de vreugde die hij voelde toen hij een verenigd gezin zich op het eeuwige leven zag voorbereiden.21

Het Eerste Presidium heeft tegen jullie gezegd:

‘Jullie behoren tot de beste geesten, geboren in een tijd dat de verplichtingen en de mogelijkheden, maar ook de verleidingen, het grootst zijn. (…)

‘Wij bidden voor jullie. (…) Dan zul je het grote werk dat voor je ligt, kunnen doen. (…) Wij bidden dat jullie waardig zullen zijn om de verantwoording op je te nemen van de opbouw van het koninkrijk van God en de voorbereiding van de wereld op de wederkomst van de Heiland.’22

Ik houd van Harry Andersons schilderij van de wederkomst van de Heiland. Ze herinnert me eraan dat Hij in heerlijkheid en macht zal komen. Dan zullen er verbazingwekkende gebeurtenissen op aarde en in de hemel plaatsvinden.23

Wie naar de komst van de Heiland uitkijken, ‘zullen [Hem] zoeken’. En Hij heeft beloofd: ‘Ik zal komen!’ De rechtvaardigen zullen Hem zien ‘in de wolken des hemels [met alle heilige engelen], bekleed met macht en grote heerlijkheid.’24 Een ‘engel [zal] zijn bazuin laten schallen (…) en de heiligen [uit de vier hoeken der aarde]25(…) worden opgenomen om Hem tegemoet te gaan.’26 En zij ‘die hebben geslapen’, de rechtvaardige heiligen die zijn overleden, ‘zullen tevoorschijn komen om [Hem] te ontmoeten.’27

‘De Heer [zal] zijn voet op die berg zetten’28 en ‘[Hij] zal zijn stem verheffen, en alle einden der aarde zullen die horen.’29

Mijn dierbare jonge broeders van de priesterschap, ik getuig van de heerlijkheid, en bovenal, van de zekerheid van die grootse gebeurtenis. De Heiland leeft. Hij zal op aarde terugkeren. Aan deze kant van de sluier of aan de andere kant, jullie en ik zullen ons over zijn komst verheugen, en wij zullen de Heer bedanken omdat Hij ons naar de aarde heeft gestuurd om onze heilige plicht te vervullen en om de wereld op zijn wederkomst voor te bereiden. In de naam van Jezus Christus. Amen.

  1. Thomas S. Monson, ‘De Heer heeft zendelingen nodig’, Liahona, januari 2011, p. 4.

  2. Thomas S. Monson, ‘Nu we elkaar weerzien’, Liahona, november 2010, p. 6.

  3. See stats.allblacks.com.

  4. Zie Bob Howitt, Super Sid: The Story of a Great All Black (1978), p. 27.

  5. Telefoongesprek met president Maxwell Horsford van de ring Kaikohe (Nieuw-Zeeland), maart 2011.

  6. Telefoongesprek met ouderling Sidney Going, maart 2011.

  7. E-mail correspondentie met ouderling Sidney Going, maart 2011.

  8. Zie stats.allblacks.com/asp/profile.asp?ABID=324.

  9. Telefoongesprek met president Maxwell Horsford van de ring Kaikohe (Nieuw-Zeeland), maart 2011.

  10. Sid Going heeft in 1978 een MBE ontvangen (Member of the Order of the British Empire) voor zijn bijdragen aan de sport rugby (zie Howitt, Super Sid, p. 265).

  11. Mozes 7:62.

  12. Daniël 2:45.

  13. Zie 1 Nephi 14:12–14.

  14. Leer en Verbonden 29:7.

  15. Zie Deseret News 2011 Church Almanac (2011), pp. 430, 432, 458, 463, 487, 505.

  16. Per 31 december 2010.

  17. Mosiah 3:17.

  18. Thomas S. Monson, Liahona, november 2011, p. 4.

  19. Thomas S. Monson, Liahona, november 2010, pp. 5–6.

  20. Leer en Verbonden 90:11.

  21. Telefoongesprek met ouderling Sidney Going, maart 2011.

  22. ‘Boodschap van het Eerste Presidium’, Voor de kracht van de jeugd: onze plicht jegens God vervullen, (boekje, 2001), pp. 2–3.

  23. Zie Leer en Verbonden 43:18; 45:40.

  24. Leer en Verbonden 45:44.

  25. Leer en Verbonden 45:45, 46.

  26. Leer en Verbonden 88:96.

  27. Leer en Verbonden 45:45; zie ook Leer en Verbonden 29:13; 88:96–97.

  28. Leer en Verbonden 45:48.

  29. Leer en Verbonden 45:49.