2010–2019
Aäronische priesterschap: sta op en gebruik de macht van God
April 2012


Aäronische priesterschap: sta op en gebruik de macht van God

Het priesterschap moet worden aangewend om het goede tot stand te brengen. Jullie zijn geroepen om ‘op [te staan] en [je] licht [te laten] schijnen’, niet om je licht in het duister te verbergen.

Kort geleden was ik in Zuid-Afrika bij iemand op bezoek met Thabiso, eerste raadgever in het priestersquorum in de wijk Kagiso. Thabiso en zijn bisschop, die de sleutels van het quorum bezit en daarover presideert, had voor minderactieve quorumleden gebeden en naar inspiratie gezocht over wie hij kon bezoeken en hoe hij hen kon helpen. Ze kregen de ingeving om bij Tebello op bezoek te gaan en hadden mij uitgenodigd om mee te gaan.

Nadat we de woeste waakhond passeerden, kwamen we in de huiskamer van Tebello, een rustige jongeman die niet meer naar de kerk ging omdat hij het druk met andere dingen op zondag had gekregen. Hij was wel zenuwachtig maar ook blij dat we kwamen en haalde zelfs de rest van het gezin erbij. De bisschop uitte zijn liefde voor het gezin en gaf aan dat hij hen wilde helpen om in de tempel verzegeld te worden, zodat ze een eeuwig gezin konden worden. Hun hart werd geraakt, en we voelden allemaal sterk de aanwezigheid van de Heilige Geest tijdens elk woord en elke uiting van emotie.

Maar wat Thabiso tijdens het bezoek zei gaf de doorslag. Het leek mij dat deze jonge priester met de taal der engelen sprak — liefdevolle woorden die we allen ten volle begrepen, waardoor vooral zijn vriend geraakt werd. ‘Ik genoot altijd erg van onze gesprekken in de kerk’, zei hij. ‘Je zegt altijd wel iets vriendelijks tegen me. Onze voetbalploeg is trouwens zo goed als uit elkaar gevallen sinds je er niet meer bij bent. Je kunt echt goed voetballen.’

‘Het spijt me’, antwoordde Tebello. ‘Ik kom wel weer.’

‘Dat zou echt tof zijn’, zei Thabiso. ‘En weet je nog hoe we ons op zending voorbereidden? Zullen we daar dan mee verder gaan?’

‘Ja,’ zei Tebello, ‘ik wil er weer bijhoren.’

De grootste vreugde die ik ervaar als raadgever in het algemeen jongemannenpresidium komt doordat ik overal ter wereld Aäronisch-priesterschapsdragers zie die het Aäronisch priesterschap uitoefenen. Maar soms zie ik ook, met verdriet in mijn hart, dat veel jongemannen niet beseffen hoeveel goeds zij kunnen doen met de macht die zij hebben.

Het priesterschap is de macht en het gezag van God zelf, waarmee we zijn kinderen kunnen dienen. O, als elke jongeman, elke Aäronisch-priesterschapsdrager, nu eens ten volle besefte dat zijn priesterschap de sleutels van de bediening van engelen in zich draagt. Als hij nu eens inzag dat hij de heilige plicht heeft om zijn vrienden het pad te wijzen dat naar de Heiland leidt. Als het nu eens tot hem doordrong dat onze hemelse Vader hem de macht zal geven om de waarheden van het herstelde evangelie zo duidelijk en oprecht uiteen te zetten dat anderen de onmiskenbare waarheid achter de woorden van Christus voelen.

Beste jongemannen van de kerk, ik wil jullie graag een vraag stellen waarvan ik hoop dat je die nooit zult vergeten. Is er een grotere macht op aarde dan het priesterschap van God? Welke macht zou er groter kunnen zijn dan de macht om het leven van je medemensen uit naam van je hemelse Vader te veranderen, om hen bij te staan op het pad naar eeuwig geluk, waarvoor zij zich moeten reinigen van zonden en onrecht?

Net als iedere macht dient het priesterschap aangewend te worden om al het goede tot stand te brengen. Jullie zijn geroepen om ‘op [te staan] en [je] licht [te laten] schijnen’ (LV 115:5), niet om je licht in het duister te verbergen. Alleen de moedigen zullen onder de uitverkorenen gerekend worden. Naarmate je de macht van het heilig priesterschap aanwendt, nemen je moed en zelfvertrouwen toe. Jongemannen, jullie weten dat je het beste uit jezelf haalt als je God dient. Jullie weten dat je het gelukkigst bent als je ijverig bezig bent met goede werken. Maak de macht van je priesterschap groot door rein en waardig te leven.

Ik herhaal de oproep die ouderling Holland hier zes maanden geleden deed. ‘Broeders, met dat gegeven’, zei hij, ‘zoek ik vandaag naar mannen, jong en oud, die deze strijd tussen goed en kwaad belangrijk genoeg vinden om mee te doen en hun stem te laten horen. We zijn in oorlog.’ Hij ging verder: ‘[Ik] vraag (…) om een krachtiger en toegewijder stem. Niet alleen een stem tegen het kwaad (…) , maar ook een stem voor het goede, een stem voor het evangelie, een stem voor God’ (‘Moedig doen wij mee’, Liahona, november 2011, pp. 44, 47).

Jazeker, Aäronisch-priesterschapsdragers, we zijn in oorlog. En in deze oorlog verdedigen we ons het best tegen het kwade door actief het goede te bevorderen. Je kunt niet naar schunnig taalgebruik luisteren en net doen of je het niet hoort. Je kunt niet in je eentje of met anderen naar plaatjes kijken waarvan je weet dat ze smerig zijn en net doen of je ze niet ziet. Je kunt het onreine niet aanraken en net doen alsof er niks aan de hand is. Je kunt niet passief toekijken terwijl Satan gezonde en reine zaken probeert te vernietigen. Kom daarentegen dapper op voor hetgeen wat je weet dat waar is! Als je iets hoort of ziet wat tegen de normen van de Heer indruist, denk dan aan wie je bent — een soldaat van het leger van God zelf, bekrachtigd met zijn heilig priesterschap. Er is geen beter wapen tegen de vijand, de vader der leugens, dan de waarheid — de waarheid die uit jullie mond voortgaat wanneer je de macht van het priesterschap aanwendt. Sommige van je leeftijdsgenoten zullen respect hebben voor je moed en integriteit. En sommige niet. Maar dat geeft niet. Je zult het respect en vertrouwen van je hemelse Vader winnen, omdat je zijn macht voor het bereiken van zijn doeleinden hebt gebruikt.

Ik roep ieder quorumpresidium in de Aäronische priesterschap op om opnieuw het vaandel der vrijheid op te richten en je regimenten te organiseren en te leiden. Gebruik je priesterschapsmacht door anderen uit te nodigen tot Christus te komen door middel van bekering en de doop. Jullie hebben de toestemming en macht van je hemelse Vader gekregen om dat te doen.

Twee jaar geleden was ik in Santiago (Chili). Ik was erg onder de indruk van Daniël Olate, een jongeman die vaak met de zendelingen meeging. Ik vroeg of hij mij kon schrijven en hij heeft me onlangs toestemming gegeven om een gedeelte van zijn e-mail voor te lezen: ‘Ik was nog maar net zestien en was zondag tot het ambt van priester geordend. Op diezelfde dag doopte ik een vriendin, die Carolina heette. Ik leerde haar het evangelie. Ze ging regelmatig naar de kerk en ontving zelfs haar medaille van Persoonlijke vooruitgang, maar haar ouders lieten haar niet toe om zich te laten dopen tot ze me kenden en vertrouwden. Ze wilde zich door mij laten dopen, dus moesten we een maand wachten, totdat ik die zondag zestien werd. Ik voel me zo goed dat ik zo’n goed persoon heb geholpen om zich te laten dopen, en ik ben blij dat ik haar mocht dopen.’

Daniël is slechts een van de jongemannen in de wereld die de macht van God die aan hen is toevertrouwd, waar maken. Een ander voorbeeld is Luis Fernando uit Honduras, die door had dat zijn vriend zich op een gevaarlijk pad bevond en zijn getuigenis aan hem gaf, waardoor hij letterlijk zijn leven redde (zie ‘A Change of Heart’, lds.org/youth/video). Weer een ander voorbeeld is Olavo uit Brazilië. Olavo was thuis een vaste dienaar (zie LV 84:111). Hij bracht zijn moeder ertoe om weer helemaal actief in de kerk te worden (zie ‘Reunited by Faith’, lds.org/youth/video). Enkele van die verhalen en veel soortgelijke andere vindt u op de kerkelijke website voor de jeugd, youth.lds.org. De Heer heeft overigens het internet, sociale media en andere technologische hulpmiddelen in jullie handen gegeven om je te helpen je priesterschapstaken uit te voeren en een invloed op anderen te hebben door middel van waarheid en deugd.

Beste jongemannen, als je de macht van het Aäronisch priesterschap aanwendt op de manier die ik zojuist heb beschreven, bereid je je voor op toekomstige taken. Maar jullie doen veel meer dan dat. Net zoals Johannes de Doper, die voorbeeldige priesterschapsdrager, bereiden jullie de komst van de Heer en maken jullie zijn paden recht. Als je, net zoals Johannes, moedig het evangelie van bekering en de doop verkondigt, bereid je de mensen voor op de komst van de Heer (zie Matteüs 3:3; LV 65:1–3; 84:26–28). Er wordt jullie vaak verteld dat je een enorm potentieel hebt. Nu is de tijd om dat in daden om te zetten, om gebruik te maken van de vaardigheden die je van God hebt gekregen om anderen tot zegen te zijn en hen uit de duisternis naar het licht te brengen, en om de weg van de Heer te bereiden.

Van de kerk hebben jullie het boekje Plicht jegens God gekregen om je bij je taken te helpen. Bestudeer het zorgvuldig. Stap even uit de wereld van technologie om te bidden en de Heer om leiding te vragen. Sta daarna op en gebruik de macht van God. Ik beloof jullie dat je antwoorden van je hemelse Vader krijgt over hoe je je eigen leven moet inrichten en anderen bij kunt staan.

Ik citeer president Monson: ‘Onderschat nooit de kracht van de verreikende invloed van je getuigenis. (…) Je kunt de onopgemerkte opmerken. Als jullie ogen hebben om te zien, oren om te horen, en een hart om te voelen, kun je andere leeftijdgenoten de hand reiken en redden.’ (‘Wees een voobeeld’, Liahona, mei 2005, p. 115).

Ik getuig dat de macht van het priesterschap echt bestaat. Ik heb zelf een getuigenis verkregen door het priesterschap aan te wenden. Ik heb telkens weer wonderen verricht zien worden door hen die de macht van het Aäronische priesterschap bezitten. Ik ben getuige geweest van de macht van de bediening van engelen wanneer getrouwe Aäronisch-priesterschapsdragers vervuld van de Geest woorden van hoop spraken en het hart openstelden van iemand die licht en liefde nodig had. In de naam van Jezus Christus, onze Heer, Leidsman en Heiland. Amen.