2010–2019
Verbondsgezinnen
April 2012


Verbondsgezinnen

Er is niets in uw gezin dat belangrijker is of zal zijn dan de zegeningen die voortvloeien uit een verzegeling.

Ik vind het fijn om met u in deze bijeenkomst te zijn, waarvoor alle dragers van het priesterschap Gods op aarde zijn uitgenodigd. Het is een zegen dat we worden gepresideerd door president Thomas S. Monson. Hij is als president van de kerk de enige man op aarde die verantwoordelijk is voor de sleutels waarmee gezinnen worden verzegeld, en voor alle priesterschapsverordeningen die noodzakelijk zijn om het eeuwige leven te beërven, de grootste van alle gaven Gods.

Er luistert vanavond een vader die in de schoot van de kerk is teruggekeerd, omdat hij met heel zijn hart naar de zekerheid van die gave verlangt. Hij en zijn vrouw houden van hun twee kleine kinderen, een jongen en een meisje. Evenals andere ouders voorziet hij hemels geluk wanneer hij deze woorden leest: ‘En dezelfde omgang, die hier onder ons bestaat, zal daar onder ons bestaan, alleen zal deze dan met eeuwige heerlijkheid gepaard gaan, welke heerlijkheid wij nu niet genieten.’1

Deze vader die vanavond naar de uitzending luistert, kent de weg naar die glorierijke bestemming. Die is niet gemakkelijk. Dat weet hij nu. Het vergde geloof in Jezus Christus, oprechte bekering en een verandering van hart, daarbij geholpen door een liefdevolle bisschop die hem liet voelen dat de Heer hem vergiffenis had geschonken.

Er bleven zich schitterende veranderingen voordoen doordat hij voor zijn begiftiging naar de heilige tempel ging. Die begiftiging omschreef de Heer voor hen die Hij in de eerste tempel van deze bedeling macht gaf. Dat was in Kirtland (Ohio, VS). Daar heeft de Heer over gezegd:

‘Welnu, om die reden heb Ik u het gebod gegeven dat gij naar Ohio moet gaan; en daar zal Ik u mijn wet geven; en daar zult u worden begiftigd met macht uit den hoge;

‘en daarvandaan (…) want Ik heb een groot werk in gereedheid liggen, want Israël zal worden behouden, en Ik zal hen leiden waarheen Ik ook wil, en geen enkele macht zal mijn hand weerhouden.’2

Van mijn onlangs teruggekeerde vriend en van de gehele priesterschap wordt verwacht dat zij een groot werk ter hand nemen en de leiding nemen bij het redden van dat deel van Israël waarvoor u verantwoordelijk bent of zult zijn, uw gezin. Mijn vriend en zijn vrouw weten dat hij daarvoor in een heilige tempel Gods door de macht van het Melchizedeks priesterschap verzegeld moet worden.

Hij vroeg of ik de verzegeling wilde verrichten. Hij en zijn vrouw wilden dat die zo snel mogelijk plaatsvond. De drukke tijd rond de algemene conferentie naderde echter, vandaar dat ik het aan het echtpaar en hun bisschop overliet om samen met mijn secretaris een geschikte datum uit te kiezen.

Stelt u zich mijn verbazing en genoegen voor toen deze vader mij in de kerk zei dat de verzegeling voor 3 april staat gepland. Dat was de dag in 1836 dat de profeet Elia in heerlijkheid naar de Kirtlandtempel werd gestuurd om de verzegelbevoegdheid aan Joseph Smith en Oliver Cowdery te verlenen. Die sleutels berusten nu in de kerk en dat zal zo blijven tot het eind der tijden.3

Het is hetzelfde gezag dat de Heer aan Petrus gaf toen Hij aan hem beloofde: ‘Ik zal u de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen.’4

De terugkeer van Elia is ieder die het priesterschap draagt tot zegen. Dat is in een algemene conferentie duidelijk gemaakt door ouderling Harold B. Lee, die president Joseph Fielding Smith citeerde. Luister goed: ‘Ik draag het priesterschap; u broeders draagt het priesterschap; we hebben het Melchizedeks priesterschap ontvangen, dat in het bezit was van Elia en andere profeten, en van Petrus, Jakobus en Johannes. Maar hoewel wij het gezag hebben om te dopen, hoewel we het gezag hebben om de handen op te leggen voor de gave van de Heilige Geest, en om anderen te ordenen en al die zaken te doen, zouden we zonder de verzegelbevoegdheid niets kunnen doen, want niets wat we deden, zou dan geldig zijn.

President Smith vervolgde:

‘De hogere verordeningen, de grotere zegeningen, die van essentieel belang zijn voor de verhoging in het koninkrijk Gods (…) kunnen slechts in bepaalde gebouwen worden verkregen (…). Niemand heeft het recht te officiëren, tenzij hij het gezag om te officiëren ontvangt van de man die de sleutels bezit.

‘(…) Er is geen man op aarde die het recht heeft in de verordeningen van dit evangelie te officiëren, tenzij de president van de kerk, die de sleutels bezit, dat goedkeurt. Hij heeft ons gezag gegeven; hij heeft de verzegelbevoegdheid in ons priesterschap gelegd, omdat hij die sleutels bezit.’5

President Boyd K. Packer heeft met dezelfde zekerheid over de verzegelbevoegdheid geschreven. Ik zowel als het gezin dat ik op 3 april zal verzegelen, put kracht uit de wetenschap dat deze woorden waar zij: ‘Petrus zou de sleutels dragen. Petrus zou de verzegelbevoegdheid bezitten om op aarde te binden of te ontbinden en zo zou het in de hemelen zijn. Die sleutels zijn in het bezit van de president van de kerk — van de profeet, ziener en openbaarder. Die heilige verzegelbevoegdheid berust nu in de kerk. Zij die weten hoe belangrijk die bevoegdheid is, beschouwen haar als uiterst heilig. Niets wordt nauwlettender bewaakt. Er zijn relatief weinig mannen op aarde die op enig moment de verzegelbevoegdheid [dragen] — er zijn in elke tempel broeders die de verzegelbevoegdheid hebben ontvangen. Men kan die macht alleen maar krijgen van de profeet, ziener en openbaarder, en president van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.’6

Bij de komst van Elia kreeg het priesterschap niet alleen bevoegdheid, maar er moesten ook harten worden teruggevoerd: ‘De geest, macht en roeping van Elia zijn dat u de macht hebt om de sleutel tot openbaring, verordeningen, orakels, machten en begiftigingen van de volheid van het Melchizedeks priesterschap en Gods koninkrijk op aarde te dragen; en om alle verordeningen te ontvangen, verkrijgen en verrichten die tot Gods koninkrijk behoren, zelfs het terugvoeren van het hart van de vaderen tot de kinderen en het hart van de kinderen tot de vaderen, zelfs dat van hen die in de hemel zijn.’7

Het gevoel dat zijn hart wordt teruggevoerd is mijn vriend en zijn gezin al ten deel gevallen. Misschien is het u in deze bijeenkomst ook ten deel gevallen. Misschien zag u in uw geestesoog, zoals in mijn geval, het gezicht van uw vader of moeder. Of misschien zag u een zus of een broer. Het kan ook een dochter of een zoon zijn geweest.

Ze kunnen in de geestenwereld zijn of in een ander werelddeel. Maar u voelde u blij worden dat uw band met hen zeker is, omdat u aan hen verbonden bent of kan zijn door priesterschapsverordeningen die God zal honoreren.

Melchizedeks-priesterschapsdragers die vader zijn van een verzegeld gezin is geleerd wat ze moeten doen. Er is niets in uw gezin dat belangrijker is of zal zijn dan de zegeningen die voortvloeien uit een verzegeling. Er is niets belangrijkers dan het eren van de huwelijks- en gezinsverbonden die u hebt gesloten of nog zult sluiten in de tempel van God.

Het is duidelijk hoe u dat moet doen. Als we gehoorzaam zijn en offers brengen, zal de Heilige Geest der belofte onze tempelverbonden bekrachtigen om ze geldig te laten zijn in de volgende wereld. President Harold B. Lee heeft uitgelegd wat het betekent om te zijn verzegeld door de Heilige Geest der belofte. Hij citeerde ouderling Melvin J. Ballard: ‘We kunnen mensen om de tuin leiden, maar niet de Heilige Geest, en onze zegeningen zullen niet eeuwig zijn, tenzij ze zijn verzegeld door de Heilige Geest der belofte. De Heilige Geest kent de gedachten en het hart van de mens, en bekrachtigt de zegeningen die hun zijn beloofd. Dan zijn zij pas bindend, in werking en volledig van kracht.’8

Toen mijn vrouw en ik in de Logantempel (Utah) werden verzegeld, drong het gewicht van die belofte nog niet helemaal tot mij door. Ik probeer nog steeds te bevatten wat zij precies inhoudt, maar mijn vrouw en ik besloten bijna vijftig jaar geleden aan het begin van ons huwelijk om de Heilige Geest zoveel mogelijk in ons leven en in ons gezin uit te nodigen.

Als jonge vader, verzegeld in de tempel en met mijn hart teruggevoerd tot mijn vrouw en kinderen, ontmoette ik president Joseph Fielding Smith voor de eerste keer. In de raadkamer van het Eerste Presidium, waarnaar ik was ontboden, kreeg ik een absoluut zekere bevestiging toen president Harold B. Lee op president Smith wees, die naast hem zat, en vroeg: ‘Geloof je dat die man de profeet van God is?’

President Smith was net de kamer binnengekomen en had nog geen woord gezegd. Ik ben dankbaar dat ik die vraag bevestigend kon beantwoorden, door wat ik in mijn hart voelde komen: ‘Dat weet ik zeker’, en ik wist het zo zeker als ik wist dat de zon scheen, dat hij de verzegelbevoegdheid voor de hele aarde bezat.

Die ervaring zorgde ervoor dat de volgende raad die president Joseph Fielding Smith op 6 april 1972 in een conferentiebijeenkomst gaf bijzondere waarde voor mij en mijn vrouw kreeg: ‘Het is de wil van de Heer dat het gezin wordt versterkt en beschermd. We smeken de vaders om hun rechtmatige plaats als hoofd van het gezin in te nemen. We vragen de moeders om hun echtgenoot te steunen en een licht voor hun kinderen te zijn.’9

Ik wil vier suggesties doen die u als vader met uw priesterschap kunt doen om uw gezin op te bouwen en het naar huis terug te leiden om bij de Vader en de Zoon te wonen.

Ten eerste, krijg en behoud een zeker getuigenis dat de sleutels van het priesterschap in het bezit zijn van de president van de kerk. Bid daar elke dag om. U zult merken dat het antwoord komt in de vorm van een vaster voornemen om uw gezin te leiden, van gevoelens van hoop, en van groter geluk in uw dienstverlening. U zult vrolijker en optimistischer zijn, een grote zegen voor uw vrouw en kinderen.

De tweede plicht is dat u uw vrouw liefhebt. Het zal geloof en ootmoed vergen om haar belangen boven die van u te stellen, terwijl het dagelijks leven het beste van u vergt. U hebt de plicht om samen met haar voor uw gezin te zorgen, terwijl u uw andere taken vervult. Dat kan bij tijd en wijle al uw kracht en energie vergen. Uw vrouw kan door ouderdom of ziekte behoeftig worden. Als u ervoor kiest om zelfs dan haar geluk boven uw geluk te plaatsen, beloof ik u dat uw liefde voor haar zal toenemen.

Ten derde, zorg ervoor dat iedereen in het gezin van elkaar houdt. President Ezra Taft Benson heeft gezegd:

‘In eeuwige zin is het heil een gezinsaangelegenheid. (…)

‘Boven alles moeten de kinderen weten en voelen dat ze geliefd, gewenst en gewaardeerd worden. Dat moet ze geregeld gezegd worden. Dat is uiteraard de rol van de ouders, en de moeder is daar vaak het meest bedreven in.’10

Een andere belangrijke bron van het gevoel erbij te horen is liefde te krijgen van de andere kinderen in het gezin. Liefde en zorg tussen broers en zusters ontstaat alleen als ouders daar aanhoudend aandacht aan besteden. U weet uit eigen ervaring dat dat waar is. En het wordt elke keer weer bevestigd als u in het Boek van Mormon leest over de gezinsconflicten waar de rechtschapen Lehi en Sariah voor kwamen te staan.

Hun successen dienen ons tot leidraad. Zij waren zo gedreven en volhardend in het onderwijzen van het evangelie van Jezus Christus dat het hart van kinderen en zelfs een paar nakomelingen in latere generaties zich opende voor God en voor elkaar. Nephi en anderen bijvoorbeeld, schreven naar en deden een handreiking naar familieleden die hun vijanden waren geweest. De Geest verzachtte het hart van duizenden en verving haat door liefde.

Eén manier om net zoveel succes te hebben als vader Lehi is door hoe u leiding geeft aan gezinsgebeden en gezinstijd, zoals gezinsavond. Bied kinderen de kans om voor elkaar te bidden als anderen in de kring een zegen nodig hebben. Smoor ruzie in de kiem en geef iemand een complimentje in geval van een onzelfzuchtige daad, in het bijzonder voor elkaar. Als ze voor elkaar bidden en elkaar helpen, verzacht dat hun hart en komen ze nader tot elkaar en tot hun ouders.

De vierde kans om uw gezin te leiden op de wijze van de Heer doet zich voor als correctie op zijn plaats is. We kunnen aan onze plicht voldoen om op de wijze van de Heer te corrigeren en onze kinderen tot het eeuwige leven te leiden.

U zult zich de woorden herinneren, maar u zult misschien nog nooit gezien hebben hoe een Melchizedeks-priesterschapsdrager zijn gezin kan voorbereiden op dezelfde omgang die er in het celestiale koninkrijk bestaat: U herinnert zich de woorden. Ze zijn bekend:

‘Geen macht of invloed kan of dient krachtens het priesterschap te worden gehandhaafd dan alleen door overreding, door lankmoedigheid, door mildheid en zachtmoedigheid, en door ongeveinsde liefde;

‘door vriendelijkheid en zuivere kennis, hetgeen de ziel zonder huichelarij en zonder bedrog in grote mate zal verruimen —

‘intijds met strengheid berispend, wanneer daartoe gedreven door de Heilige Geest, en dan daarna een toename van liefde tonend jegens hem die gij hebt berispt, opdat hij u niet als zijn vijand zal beschouwen;

‘opdat hij moge weten, dat uw getrouwheid sterker is dan de banden des doods.’11

En later volgt de belofte die van grote waarde is voor ons als vaders in Zion: ‘De Heilige Geest zal uw constante metgezel zijn en uw scepter een onveranderlijke scepter van gerechtigheid en waarheid; en uw heerschappij zal een eeuwigdurende heerschappij zijn, en zonder dwang zal die u toevloeien, voor eeuwig en altijd.’12

Dat is een hoge norm voor ons, maar als wij met geloof onze boosheid beteugelen en onze hoogmoed bedwingen, verleent de Heilige Geest zijn goedkeuring, met als gevolg dat heilige beloften en verbonden zeker worden.

U zult slagen door uw geloof dat de Heer de sleutels van het priesterschap heeft hersteld, die wij in ons bezit hebben — door een vaste liefdesband met uw vrouw, waardoor u met de hulp van de Heer in liefde het hart van uw kinderen tot hun ouders en elkaar kunt terugvoeren, en u op zo’n manier met liefde kunt corrigeren en aansporen dat de Geest erdoor wordt uitgenodigd.

Ik weet dat Jezus de Christus is en dat Hij onze Heiland is. Ik getuig dat president Thomas S. Monson alle sleutels van het priesterschap op aarde bezit en uitoefent. Ik heb hem lief en steun hem. Ik heb u lief en bid voor u. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Leer en Verbonden 130:2.

  2. Leer en Verbonden 38:32–33.

  3. Zie Joseph Fielding Smith, Sealing Power and Salvation, Brigham Young University Speeches of the Year (12 januari 1972), speeches.byu.edu.

  4. Matteüs 16:19.

  5. Joseph Fielding Smith, geciteerd door Harold B. Lee, Conference Report, oktober 1944, p. 75.

  6. Boyd K. Packer, ‘De heilige tempel’, Liahona, oktober 2010, p. 34.

  7. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), pp. 11.

  8. Melvin J. Ballard, geciteerd door Harold B. Lee, Conference Report, oktober 1970, p. 111.

  9. Joseph Fielding Smith, ‘Counsel to the Saints and to the World’, Ensign, juli 1972, p. 27.

  10. Ezra Taft Benson, ‘Salvation—a Family Affair,’ Emsign, juli 1992, pp. 2, 4.

  11. Leer en Verbonden 121:41–44.

  12. Leer en Verbonden 121:46.