2010–2019
Bijzondere lessen
April 2012


Bijzondere lessen

Het is mijn hoop en gebed dat we nobel onze lasten zullen dragen en de helpende hand toesteken aan hen die lijden en die bemoediging nodig hebben.

De afgelopen twintig maanden hadden we in onze familie het voorrecht om voor een erg bijzondere baby te mogen zorgen.

Onze kleinzoon Paxton is geboren met een zeldzame genetische afwijking. Hij mist een aantal chromosomen, wat letterlijk maar bij één op de paar honderd miljoen mensen voorkomt. Toen Paxton geboren werd, was dat het begin van een onzekere levensfase voor onze dochter en schoonzoon. Door dit mee te maken, leren ze bijzondere lessen over de eeuwigheid.

Ouderling Russell M. Nelson, die zojuist tot ons heeft gesproken, heeft verklaard:

‘Om redenen die voor ons niet duidelijk zijn, worden sommige mensen met een lichamelijke beperking geboren. Bepaalde lichaamsdelen zijn niet in orde. Regulerende organen zijn misschien uit balans. We zijn allemaal onderhevig aan ziekte en dood. Een stoffelijk lichaam is echter een bijzondere gave. (…)

Er is geen volmaakt lichaam nodig om een goddelijke bestemming te bereiken. In feite worden soms de lieflijkste geesten in breekbare omhulsels geboren. (…)

‘Uiteindelijk zullen “de geest en het lichaam (…) opnieuw worden verenigd in hun volmaakte gedaante; zowel ledematen als gewrichten zullen worden hersteld tot hun eigen gestalte” (Alma 11:43). Door de verzoening van Jezus Christus kunnen we in Hem vervolmaakt worden.’1

Tot iedereen die moeilijkheden, zorgen, teleurstellingen of hartzeer om een dierbare heeft, zeg ik: God, onze hemelse Vader, houdt met een oneindige liefde en mededogen van zowel u als uw gekwelde kind!

Sommigen vragen zich bij het aanschouwen van zulk lijden misschien af waarom de almachtige God dat toelaat. En natuurlijk vragen we ons af waarom dit ons overkomt. Waarom zijn er ziekten en gebeurtenissen waardoor dierbare familieleden komen te overlijden of jarenlang met een handicap moeten leven? Waarom is er zoveel ellende?

We vinden alle antwoorden in het plan van onze hemelse Vader. Toen dat plan aan ons werd uitgelegd, juichten we allemaal van vreugde.2 Kort gezegd dient dit leven als voorbereiding op de eeuwige verhoging, wat betekent dat we met obstakels te maken krijgen. Dat is altijd zo geweest en niemand ontkomt daaraan.

Vertrouwen op Gods wil staat centraal in dit leven. Als we het allemaal niet meer weten, stellen we ons geloof in Christus en ontlenen we kracht aan zijn verzoening.

Toen onze Heiland, Jezus Christus, na zijn opstanding het Amerikaanse vasteland bezocht, reikte Hij eenieder de helpende hand, zeggende:

‘Hebt gij ook mensen onder u die ziek zijn? Brengt hen hierheen. Hebt gij ook mensen onder u die lam zijn, of blind of kreupel of verminkt of melaats, of die verschrompeld zijn, of die doof zijn, of die op enigerlei wijze lijdende zijn? Brengt hen hierheen en Ik zal hen genezen, want Ik heb medelijden met u; mijn binnenste is vol barmhartigheid. (…)

‘En het geschiedde, toen Hij aldus had gesproken, dat de gehele menigte als één man toetrad met hun zieken en hun lijdenden en hun lammen, en met hun blinden, en met hun stommen, en met allen die op enigerlei wijze lijdende waren; en Hij genas hen, ja, ieder van hen, zodra zij bij Hem werden gebracht.’3

Deze woorden zijn betekenisvol: ‘De gehele menigte [trad toe]’ — dat was iedereen, broeders en zusters. We hebben allemaal moeilijkheden. Dit is ook mooi: ‘Die op enigerlei wijze lijdende waren.’ We kunnen ons daar allemaal wel in vinden, of niet?

Toen de lieve Paxton geboren werd, wisten we dat onze hemelse Vader ons wilde zegenen en ons een bijzondere les wilde leren. Toen zijn vader en ik onze vingers op zijn hoofdje legden en zijn eerste priesterschapszegen over hem uitspraken, moest ik denken aan het negende hoofdstuk van Johannes: ‘De werken Gods moesten in hem openbaar worden.’4

De werken van God zijn inderdaad openbaar in Paxton.

Door lief mee te helpen, oneindig veel uren van intense emotie, tranen van medelijden en de gebeden en uitingen van liefde voor dierbaren in nood, vooral voor Paxton en zijn ouders, leren we geduld, geloof en dankbaarheid.

President James E. Faust heeft gezegd: ‘Ik heb veel waardering voor liefhebbende ouders die hun verdriet om een kind met een ernstige aangeboren of later ontwikkelde fysieke of mentale kwaal stoïcijns verdragen en overwinnen. Dat verdriet wordt vaak de rest van hun leven dagelijks ervaren, zonder verlichting voor het kind of de ouder. Dikwijls moeten ouders dag en nacht bovenmenselijke krachten aanwenden om voor het kind te zorgen. Het fysieke en psychische leed van moeders die hun bijzondere kind troosten, gaat vaak jarenlang door.’5

We hebben gezien hoe de Heiland reine liefde aan Paxtons familie heeft gegeven. Die liefde staat ieder ter beschikking en wordt beschreven in Mosiah: ‘En nu geschiedde het dat de lasten die Alma en zijn broeders waren opgelegd, licht werden gemaakt; ja, de Heer versterkte hen, zodat zij hun lasten met gemak konden dragen, en zij onderwierpen zich welgemoed en met geduld aan de gehele wil des Heren.’6

Op een avond in Paxtons eerste jaren, waren we op de intensieve zorgafdeling voor pasgeboren baby’s van het Primary Children’s Medical Center in Salt Lake City (Utah, VS). We verbaasden ons over de toegewijde, onverdeelde aandacht van de dokters, verpleegsters en verzorgsters. Ik vroeg mijn dochter of we hier ooit voor zouden kunnen betalen en deed een gok hoeveel het zou kosten. Een dokter die meeluisterde, gaf aan dat de zorg voor onze kleine Paxton aanzienlijk meer zou kosten dan we hadden gedacht. We kwamen er achter dat de meeste onkosten in dat ziekenhuis gedekt werden door de vrijgevige donaties en financiële bijdragen van anderen. Door wat hij zei moest ik denken aan de waarde van deze kleine ziel voor degenen die zo zorgvuldig over hem waakten.

Er kwam een bekende tekst van mijn zending in me op, die een hele nieuwe betekenis voor me kreeg, waarin staat dat ‘de waarde van zielen groot is in de ogen van God.’7

Ik moest huilen toen ik dacht aan de oneindige liefde die onze hemelse Vader en zijn geliefde Zoon, Jezus Christus, voor ieder van ons hebben. Het drong diep tot mij door wat een stoffelijke en geestelijke ziel voor God betekent.

Voor Paxtons familie is het nu duidelijk dat ze door ontelbare hemelse en aardse dienende engelen omgeven worden. Sommige zijn stilletjes komen opdagen en weer verdwenen. Andere hebben eten gebracht, de was gedaan, de andere kinderen opgehaald, een opbeurend praatje aan de telefoon gehouden of speciaal voor Paxton gebeden. Daar kunnen we nog iets van leren: als je iemand ziet verdrinken, vraag je hem dan of hij hulp nodig heeft — of kun je er beter gewoon inspringen en hem uit het diepe water redden? Het helpt vaak niet om welgemeend te zeggen: ‘Laat het me weten als je hulp nodig hebt.’

Het wordt ons steeds duidelijker hoe belangrijk het is om bewust interesse in anderen te tonen, en dat het niet alleen belangrijk is om anderen te helpen, maar dat het ons ook met vreugde vervult.

President Thomas S. Monson is een geweldig voorbeeld in het opbeuren van hen die zich teneergeslagen voelen. Hij heeft gezegd: ‘God zegene eenieder die zijn broeder hoedt, die leed verzacht en uit zijn diepste zelf de wereld een stukje beter maakt. Is het u opgevallen dat zulke mensen meer glimlachen? Zij zijn zelfverzekerd. Ze stralen tevredenheid en voldoening uit, want het is onmogelijk voor iemand om een ander te helpen zonder daarbij zelf rijkelijk gezegend te worden.’8

Onze liefdevolle Heiland laat ons nooit in de steek, ook al maken we beproeving, een handicap, hartzeer, moeilijkheden en allerlei leed mee. Hij heeft beloofd:

‘Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u. (…)

‘Mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd.’9

Wij zijn onze hemelse Vader erg dankbaar voor de lieve Paxton. De werken van de Heer zijn in hem openbaar geworden. Wij leren nog steeds nieuwe dingen die waardevol, heilig en bijzonder zijn.

Ik wil graag afsluiten met de woorden van een mooie lofzang:

Moedig doen wij mee totdat voorbij is de strijd;

‘t Is onze vreugd! ‘t Is onze vreugd!

Zie, hoe schoon en schitt‘rend is de kroon ons bereid;

wij verkrijgen, dragen haar weldra!10

Broeders en zusters, het is mijn hoop en gebed dat we nobel onze lasten zullen dragen en de helpende hand toesteken aan hen die lijden en die bemoediging nodig hebben. Moge eenieder van ons God voor zijn zegeningen bedanken en zich voor zijn Vader inzetten om zijn kinderen in nederigheid te dienen. In de naam van Jezus Christus. Amen.