2010–2019
Een ware discipel worden
Oktober 2012


Een ware discipel worden

Door Gods geboden te gehoorzamen en onze medemensen te dienen, worden we betere discipelen van Jezus Christus.

Zij die zich hebben laten dopen en de gave van de Heilige Geest hebben ontvangen, hebben met een verbond verklaard gewillig te zijn om de naam van Jezus Christus op zich te nemen. Met andere woorden, wij verklaren dat wij discipelen van de Heer zijn. Wij hernieuwen dat verbond elke week door van het avondmaal te nemen. Door onze levenswijze laten we zien dat we discipelen zijn. Kort geleden gebeurde er iets in Mexico waarbij een aantal leden liet zien dat ze echt discipelen waren.

Het was een mooie lente voor de fruittelersgemeenschappen van Noord-Mexico. De fruitbomen bloeiden volop en iedereen verwachtte een overvloedige oogst. Er werden al plannen gemaakt om leningen af te betalen, versleten machines en verouderde boomgaarden te vervangen, en aan persoonlijke verplichtingen te voldoen, zoals schoolgeld voor familieleden. Er waren zelfs al gezinnen die hun vakantie planden. Iedereen was optimistisch. Maar toen woedde er op een maandagavond tegen het einde van maart een winterstorm en begon het te sneeuwen. Het sneeuwde tot ongeveer drie uur ’s morgens. Toen de wolken voorbij dreven, kelderde de temperatuur. De hele nacht en het eerste gedeelte van de ochtend deden ze er alles aan om ook maar iets van de fruitoogst te redden. Maar zonder resultaat. Het was gewoon te koud geworden. De oogst was volledig bevroren. Er zou dit jaar geen fruit geoogst of verkocht worden. Die dinsdag hing er ontmoediging en ellende in de lucht. Alle mooie plannen, verwachtingen en dromen van de dag ervoor waren in duigen gevallen.

Ik kreeg van de vrouw van John Hatch, Sandra Hatch, die toen eerste raadgever in het presidium van de Colonia Juárez Chihuahuatempel was, een e-mail over die vreselijke dinsdagochtend. Ik haal gedeelten uit die e-mail aan: ‘John rende op die vroege ochtend rond half zeven naar de tempel om te zien of we de dienst van die ochtend moesten annuleren. Toen hij terugkwam, zei hij dat de parkeerplaats en de weg toegankelijk waren, dus lieten we hem doorgaan. We dachten dat enkele tempelwerkers die geen boomgaard hadden misschien wel zouden komen. Dan konden we ze tijdens de dienst allemaal inzetten. […] Het was inspirerend om de mannen één voor één binnen te zien komen. Daar waren ze dan. Ze hadden helemaal geen slaap gehad en gingen er vanuit dat hun oogst verloren was gegaan. […] Ik observeerde hen tijdens de voorbespreking. Ze vonden het moeilijk om wakker te blijven. Maar in plaats van het af te laten weten, waren ze toch aanwezig. Er waren 38 mensen in de dienst aanwezig (een volle dienst)! Het was voor ons allemaal een opbouwende ochtend. We bedankten onze hemelse Vader voor goede mensen die hun plicht doen, wat er ook gebeurt. Ik voelde dat er die ochtend een bijzondere sfeer was. Ik weet zeker dat Hij blij was dat we graag naar zijn huis gaan en dat we daar op zo’n vervelende ochtend graag aanwezig waren.’

Het verhaal houdt daar niet op en gaat in feite nog verder.

De meesten van wie de fruitteelt verloren was gegaan, konden dat seizoen op een ander stuk land iets anders verbouwen, zoals chilipepers of bonen. Door die gewassen kwam er tenminste genoeg geld in het laatje om tot de fruitoogst van het daaropvolgende jaar te overleven. Er was echter een goede broeder met een jong gezin die geen andere land had en dat jaar helemaal geen omzet maakte. Anderen in de gemeenschap die zagen dat deze broeder in een netelige situatie verkeerde, regelden op eigen initiatief en op eigen kosten een lapje land, gebruikten hun eigen machines om de grond voor te bewerken en voorzagen hem van de nodige chiliplanten.

Ik ken de mensen waar ik het net over had. Omdat ik hen kende, was ik niet verbaasd dat ze dat deden. Maar degenen die hen niet kennen, zouden waarschijnlijk de volgende twee vragen stellen die met het woord waarom beginnen. Waarom kwamen ze alsnog naar de tempel om hun taken te doen en te dienen na de hele nacht op te zijn geweest, om vervolgens te beseffen dat ze het grootste deel van hun jaarinkomen kwijt waren? Waarom zouden ze een ander in ernstige nood in hun middelen laten delen, die op dat moment zo schaars en waardevol waren, toen hun eigen financiën er zo slecht voor stonden?

Als u begrijpt wat het betekent om een discipel van Jezus Christus te zijn, dan weet u het antwoord op die twee vragen wel.

Wie zich verbindt om een discipel van Christus te zijn, begint aan een levenslang proces. En dat pad is niet altijd makkelijk. Als we ons van onze zonden bekeren, zijn wil nastreven en net als Hij onze medemensen dienen, gaan we onvermijdelijk meer op Hem lijken. Ons hoogste doel is om zoals Hij te worden en één met Hem te worden — dat is wat waar discipelschap in feite inhoudt.

De Heiland vroeg zijn discipelen toen Hij Amerika bezocht: ‘Wat voor mannen behoort gij daarom te zijn?’ Daarna gaf Hij antwoord op zijn eigen vraag: ‘Voorwaar, Ik zeg u, zoals Ik ben’ (3 Nephi 27:27).

Het is niet makkelijk om zoals de Heiland te worden, vooral in de wereld waarin wij leven. We worden praktisch dagelijks met moeilijkheden en tegenspoed geconfronteerd. Daar is een reden voor. Het is een van de voornaamste doeleinden van het sterfelijk leven. In Abraham 3:25 staat: ‘En wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden.’

De aard en intensiteit van die beproevingen en moeilijkheden variëren. Maar niemand gaat door het leven zonder ze mee te maken. Meestal denken we bij beproevingen aan het verlies van een oogst of een baan, het overlijden van een dierbare, ziekte, lichamelijke, mentale of emotionele arbeidsongeschiktheid, armoede of het verlies van een vriendschap. Maar er is een gevaar dat mensen door het bereiken van schijnbaar belangrijke doelen nodeloos hoogmoedig worden, waardoor ze meer naar de eer van de mensen dan naar de goedkeuring van de hemel streven. Die doelen kunnen bijvoorbeeld zijn: wereldse populariteit, publieke erkenning, lichamelijke dapperheid, kunstzinnig of sportief talent, welvaart en rijkdom. Ondanks deze laatste beproevingen, zouden sommigen het met Tevje in Fiddler on the Roof eens zijn. Hij zei: ‘Als rijkdom een vloek is, moge God die dan over mij uitspreken en moge ik er nooit van herstellen!’1

Maar beproeving van die laatstgenoemde soorten is wellicht afschrikwekkender, gevaarlijker en moeilijker om te overwinnen dan de eerste soorten. Wij ontwikkelen en bewijzen ons discipelschap niet als we bepaalde beproevingen krijgen, maar als we ze doorstaan. President Henry B. Eyring heeft gezegd: ‘De grote levenstoets is dus of we te midden van de levensstormen gehoor geven en gehoorzaam zijn aan Gods geboden. Het gaat niet zozeer om het doorstaan van de storm, als wel om het goede kiezen ten tijde van de storm. En het zou heel tragisch zijn als we de toets niet halen, omdat we dan niet in glorie kunnen terugkeren naar ons hemelse thuis.’ (‘Geestelijke voorbereiding: begin meteen en wees consequent’, Liahona, november 2005, p. 38).

Ik ben de trotse grootvader van 23 kleinkinderen. Het verbaast mij nog altijd hoe goed ze eeuwige waarheid snappen, ook al zijn ze nog jong en onervaren. Toen ik deze toespraak voorbereidde, vroeg ik ieder van hen om mij een brief te sturen en in het kort te beschrijven wat het voor hen betekent om een discipel of volgeling van Jezus Christus te zijn. Ik kreeg hele fijne antwoorden van ze terug. Maar dit is in elk geval wat de achtjarige Benjamin antwoordde: ‘Een discipel van Jezus Christus zijn, betekent dat je een voorbeeld bent. Het betekent dat je een zendeling bent en je op zending voorbereidt. Het betekent dat je anderen dient. Het betekent dat je de Schriften leest en je gebeden zegt. Het betekent dat je de sabbat heilig houdt. Het betekent dat je gehoor geeft aan de ingevingen van de Heilige Geest. Het betekent dat je naar de kerk en naar de tempel gaat.’

Ik ben het met Benjamin eens. Discipelschap draait allemaal om wat je doet en wie je wordt. Door Gods geboden te gehoorzamen en onze medemensen te dienen, worden we betere discipelen van Jezus Christus. Als we gehoorzaam zijn en ons aan zijn wil onderwerpen, zal de Heilige Geest bij ons zijn en zullen we de zegeningen van gemoedsrust, vreugde en zekerheid krijgen die dit derde lid van de Godheid ons altijd schenkt. En die kunnen we op geen enkele andere manier krijgen. Uiteindelijk worden we zoals de Heiland door ons volledig aan zijn wil te onderwerpen. Nogmaals, ons hoogste doel is om zoals Hij te worden en één met Hem te worden — dat is wat waar discipelschap werkelijk inhoudt.

In de Colonia Juáreztempel en in nabijgelegen velden heb ik gezien hoe discipelschap in praktijk werd gebracht. De broeders en zusters van de kerk hernieuwden ondanks hartverscheurende tegenslag hun toewijding aan God en aan elkaar.

Ik getuig dat we ware discipelen van Hem worden als we zijn geboden onderhouden, anderen dienen en ons aan zijn wil onderwerpen. Hiervan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noot

  1. Zie Joseph Stein, Jerry Bock, Sheldon Harnick, Fiddler on the Roof (1964), p. 23.