2010–2019
Een stap dichter bij de Heiland
Oktober 2012


Een stap dichter bij de Heiland

Bekering is het doel van al het leren en onderwijzen in het evangelie. Bekering is geen eenmalige gebeurtenis. Het is een levenslang streven om meer op de Heiland te gaan lijken.

Afgelopen zomer verscheen een artikeltje dat ik had geschreven in de Liahona en de Ensign. Mijn zoon stuurde me een e-mail waarin hij schreef: ‘Pa, misschien kun je ons waarschuwen als er een artikel van je wordt gepubliceerd.’ Ik antwoordde: ‘Ik wilde alleen maar zien of je de kerktijdschriften wel las.’ Hij schreef terug dat zijn dochtertje van tien ‘voor de proef was geslaagd. Zij haalde de Ensign uit de brievenbus, ging naar binnen en begon erin te lezen. Toen kwam ze naar onze kamer en liet ons uw artikel zien.’

Mijn kleindochter las de Ensign omdat ze wilde leren. Ze handelde uit zichzelf door haar keuzevrijheid te gebruiken. Het Eerste Presidium heeft onlangs nieuwe leermiddelen voor jongeren goedgekeurd die uitgaan van het natuurlijke verlangen dat jonge mensen hebben om het evangelie te leren, na te leven en anderen erover te vertellen. Deze nieuwe leermiddelen zijn inmiddels online te bekijken. In januari gaan we ze in de lessen gebruiken.

Als de Heiland onderwees, stond de keuzevrijheid van de leerling voorop. Hij liet ons niet alleen zien wat we anderen moeten leren, maar ook hoe we dat moeten doen. Hij concentreerde zich op de behoeften van de leerling. Hij hielp de mensen om zelf de waarheid te ontdekken.1 Hij luisterde altijd naar hun vragen.2

Deze nieuwe leermiddelen zullen ertoe bijdragen dat we allemaal thuis en in de les leren en onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland.3 Doen wij dat, dan geven we gehoor aan zijn uitnodiging ‘Kom hier, volg Mij’4, zoals ouderling Robert D. Hales zojuist zo prachtig heeft gezegd. Bij de ontwikkeling van deze nieuwe leermiddelen zag ik leidinggevenden en leerkrachten in hulporganisatie en seminarie samen overleggen met ouders om in de behoeften van hun leerlingen te kunnen voorzien. Ik heb jongevrouwen in hun lessen en jongemannen in hun Aäronische-priesterschapsquorums en jongeren in hun zondagsschoollessen hun keuzevrijheid zien gebruiken en zelfstandig zien handelen.

Een zondagsschoollerares vroeg zich af hoe ze twee autistische jongemannen kon helpen om hun keuzevrijheid te gebruiken en zelfstandig te handelen. Toen ze de klasleden vroeg om te vertellen wat ze leerden, was ze bezorgd dat deze twee jongemannen dat misschien zouden weigeren. Maar ze weigerden niet. De ene stond op om te vertellen wat hij had geleerd, en toen vroeg hij zijn autistische klasgenoot om hulp. Wanneer de eerste moeilijk uit zijn woorden kwam, fluisterde zijn klasgenoot hem wat in zodat hij het gevoel kon hebben dat hij het er goed van af bracht. Die dag onderwezen ze allebei. Ze onderwezen wat de Heiland onderwees, maar ze onderwezen ook hoe de Heiland onderwees. Als de Heiland onderwees, deed Hij dat uit liefde voor degene die Hij onderwees, net zoals de klasgenoot had gedaan voor zijn vriend.5

Als we zijn woord leren en onderwijzen naar zijn voorbeeld, geven we gehoor aan zijn uitnodiging ‘Kom hier, volg Mij’. We volgen Hem dan één stap tegelijk. Met elke stap komen we dichter tot de Heiland. We veranderen. De Heer wist dat geestelijke groei niet in één keer plaats zou vinden. Die vindt geleidelijk plaats. Telkens als we zijn uitnodiging aannemen en ervoor kiezen om Hem te volgen, maken we vooruitgang op de weg naar een volledige bekering.

Bekering is het doel van al het leren en onderwijzen in het evangelie. Bekering is geen eenmalige gebeurtenis. Het is een levenslang streven om meer op de Heiland te gaan lijken. Ouderling Dallin H. Oaks heeft ons eraan herinnerd dat alleen ‘weten’ niet genoeg is. ‘Om tot “bekering” te komen […], moeten we doen en worden.’6 Dus leren voor onze bekering is een voortdurend proces van weten, doen en worden. En zo zijn er voor onderwijzen tot bekering fundamentele leer, uitnodigingen tot doen en beloften van zegeningen vereist.7 Als we in ware leer onderwijzen, helpen we de leerling met het weten. Nodigen we anderen uit om te handelen, dan helpen we ze om te doen oftewel de leer na te leven. En als de zegeningen komen die de Heer heeft beloofd, veranderen we. Net als Alma worden we dan een nieuw schepsel.8

De nieuwe leermiddelen voor jongeren hebben één voornaam doel: jongeren helpen om zich te bekeren tot het evangelie van Jezus Christus. Onlangs zag ik een jongeman in een zondagsschoolles voor jongeren zelf waarheid ontdekken. Toen ik merkte dat hij moeite had om de verzoening op zijn eigen leven te betrekken, vroeg ik hem of hij ooit vergeving had gevoeld. Hij antwoordde: ‘Ja, zoals die keer dat ik iemands neus brak tijdens een voetbalwedstrijd. Dat vond ik heel naar. Ik vroeg me af wat ik moest doen om me prettiger te voelen. Dus ging ik naar zijn huis en vroeg hem om vergeving. Maar ik wist dat ik nog meer moest doen, dus bad ik, en toen kreeg ik het gevoel dat mijn hemelse Vader me ook vergaf. Dat is wat de verzoening voor mij betekent.’

Toen hij dat vertelde, las hij voor uit Johannes 3:16: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft’, en hij getuigde vervolgens van de kracht van de verzoening. Die leerstelling was toen geen abstract denkbeeld meer voor die jongeman. Het ging iets voor hem betekenen omdat hij zelf een vraag stelde en toen zijn keuzevrijheid gebruikte om te handelen.9

Deze jongeman maakte vooruitgang op de weg tot bekering, en zijn klasgenoten ook. Ze concentreerden zich door Schriftstudie op een fundamentele leerstelling. Ze pasten die gewijde woorden toe op hun eigen leven en getuigden vervolgens van de zegeningen die ze hadden ontvangen door de leer na te leven. Bij ons onderwijs in het evangelie van Jezus Christus concentreren we ons op de woorden van hedendaagse profeten. We steunen op gewijde teksten om ons geloof te vergroten, ons getuigenis op te bouwen en iedereen te helpen om volledig tot bekering te komen. De nieuwe leermiddelen voor jongeren zullen allen die ze gebruiken, helpen om Gods woord te begrijpen en na te leven.

Ik hield eens tijdens een les in Costa Rica een exemplaar van Onderwijzen — geen grotere roeping omhoog en vroeg: ‘Wie heeft dit boek?’ Bijna iedereen stak de hand op. Met een glimlach zei ik: ‘En ik durf te wedden dat u er bijna dagelijks in leest.’ Tot mijn verrassing stak een zuster op de voorste rij haar hand op ten teken dat ze er inderdaad dagelijks in las. Ik vroeg haar om naar het podium te komen en het uit te leggen. Ze zei: ‘Ik lees elke ochtend in het Boek van Mormon. Daarna lees ik in Onderwijzen — geen grotere roeping zodat ik mijn kinderen het beste kan leren wat ik net zelf heb geleerd.’

Ze wilde zijn woord leren en onderwijzen naar zijn voorbeeld, dus bestudeerde ze zijn woord in de Schriften en bestudeerde vervolgens de manier om in zijn woord te onderwijzen zodat haar kinderen volledig tot bekering konden komen. Haar methode om het evangelie te leren en erin te onderwijzen, bestond volgens mij uit meer dan één stap. Ze besloot iets te doen. En hoe meer ze deed waarvan ze wist dat het van haar verwacht werd, hoe meer de Heer haar sterkte om op zijn manier te leven.

Soms kan de weg naar bekering lang en zwaar zijn. Mijn zwager was vijftig jaar niet actief in de kerk. Pas toen hij in de zestig was, begon hij de uitnodiging van de Heiland om terug te komen aan te nemen. Veel mensen hielpen hem daarbij. Een huisonderwijzer stuurde hem 22 jaar lang elke maand een wenskaart. Maar hij moest zelf besluiten dat hij terug wilde komen. Hij moest zijn keuzevrijheid gebruiken. Hij moest die eerste stap doen — en daarna nog een, en nog een. Nu is hij aan zijn vrouw verzegeld en is hij lid van de bisschap.

Onlangs hebben we hem de videootjes laten zien die zijn ontwikkeld om de leidinggevenden en leerkrachten te helpen met het gebruik van de nieuwe leermiddelen. Na het bekijken van de videootjes leunde mijn zwager achterover in zijn stoel en zei met emotie in zijn stem: ‘Misschien zou ik niet zijn afgedwaald als ik dat als jongen had gezien.’

Enkele weken geleden ontmoette ik een jongeman die het moeilijk had. Ik vroeg hem of hij lid van de kerk was. Hij zei dat hij agnosticus was, maar dat hij ooit wel iets met de kerk te maken had gehad. Toen ik hem vertelde over mijn roeping in de zondagsschool en dat ik een toespraak zou houden tijdens de algemene conferentie, zei hij: ‘Nou, als u een toespraak houdt, zal ik naar die bijeenkomst kijken.’ Ik hoop dat hij vandaag kijkt. Ik weet dat hij iets geleerd heeft als hij kijkt. Dit Conferentiecentrum is een unieke plek om te leren en te onderwijs te geven tot bekering.

Als we de beginselen naleven die de mannen ons leren die wij steunen als profeten, zieners en openbaarders, leren we naar het voorbeeld van de Heiland.10 We doen dan een stap om dichter bij Hem te komen. Nu deze conferentie ten einde loopt, nodig ik ieder in mijn gehoor uit om die stap te doen. Net als de Nephieten vanouds kunnen wij dit doen: ‘Gaat daarom naar huis en overweegt de dingen die [zijn] gezegd, en vraagt de Vader in [zijn] naam om te kunnen begrijpen.’11

Wij willen dat alle jongeren het begrijpen. We willen dat ze het evangelie van Jezus Christus dagelijks leren, onderwijzen en naleven. Dat is wat de Heer wil dat zijn kinderen doen. Of je nu een kind, jongere of volwassene bent, ik nodig je uit om te komen en in zijn voetspoor te volgen. Ik getuig dat de Heer ons bij elke stap zal sterken. Hij zal ons helpen om de rest van de weg af te leggen. Als er dan hindernissen opdoemen, gaan we gewoon door. Als twijfel ons bekruipt, gaan we gewoon door. We keren niet om. We dwalen niet af.

Ik getuig dat God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, leven. Ik getuig dat de Heiland ons blijft wenken, en ons net als vroeger uitnodigt om tot Hem te komen. Wij allen kunnen zijn uitnodiging aannemen. Wij allen kunnen zijn woord leren, onderwijzen en het naar zijn voorbeeld naleven door een stap te doen en dichter tot de Heiland te komen. Doen we dat, dan komen we echt tot bekering. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie Johannes 3:1–7. In deze passage beantwoordt de Heiland de vraag die Nicodemus zelf stelde. Hij onderwees Nicodemus om in zijn behoeften te voorzien. Hij stond Nicodemus toe om zijn keuzevrijheid te gebruiken en te leren. Hij hielp Nicodemus om zelf het antwoord te ontdekken.

  2. Zie Johannes 3:4; Geschiedenis van Joseph Smith 1:18.

  3. Zie ‘Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland’, lds.org/youth/learn/guidebook/tesaching.

  4. Zie Lucas 18:18–22.

  5. Zie 1 Johannes 4:19.

  6. Dallin H. Oaks, Opdracht tot wording, Liahona, januari 2001, p. 41: ‘Getuigen is weten en verklaren. Het evangelie spoort ons aan om tot “bekering” te komen, wat van ons vergt dat we iets doen en iets worden. Als wij uitsluitend vertrouwen op onze kennis en getuigenis van het evangelie, bevinden we ons in dezelfde situatie als de gezegende maar nog onvolkomen apostelen die Jezus aanmoedigde om tot “bekering” te komen. Wij kennen allemaal wel iemand die een sterk getuigenis heeft maar er niet naar handelt om tot bekering te komen.’

  7. Zie Abraham 2:11.

  8. Zie Mosiah 27:24–26; 2 Korintiërs 5:17.

  9. Zie David A. Bednar, ‘Wakende met alle volharding’, Liahona, mei 2010, p. 43: ‘Zetten u en ik onze kinderen aan tot handelend leren en kennis zoeken door studie en door geloof, of hebben we onze kinderen zo gevormd dat ze een afwachtende houding aannemen en met zich laten handelen? Geven wij als ouders onze kinderen voornamelijk het equivalent van geestelijke vis te eten, of helpen we ze consequent om te handelen, zelf actief te leren, en standvastig en onwrikbaar te zijn? Bieden we onze kinderen hulp zodat ze gedreven gaan vragen, zoeken en kloppen?’

  10. Zie Dennis B. Neuenschwander, ‘Hedendaagse profeten, zieners en openbaarders’, Liahona, januari 2001, pp. 49–51

  11. 3 Nephi 17:3.