De weg van de Heer

Ik ben werkzaam als lid van de Zeventig. De Zeventig zijn geroepen als boodschappers — om het woord van de Heer te verkondigen zoals wij het ontvangen van de apostelen en profeten en door de Geest, en om bijzondere getuigen te zijn van de naam van Christus, om het evangelie te prediken in de gehele wereld, om de kerk op te bouwen en haar aangelegenheden te regelen (zie LV 107:25, 34).

Ik ben op een boerderij in de buurt van Burley (Idaho) opgegroeid — een echte ‘boerenjongen uit Idaho’! Als zodanig heb ik geleerd:

1. Te werken — als je niet zaait, zul je niet oogsten.

2. Slim te werken — als je irrigeert en bemest, zul je meer oogsten.

3. Het belang van timing — als je niet op het juiste moment zaait, kan een vroege vorst de oogst vernielen.

4. Te doen wat nodig is of gedaan moet worden, of dat nu leuk en plezierig is en je goed uitkomt of niet — je melkt een koe wanneer ze gemolken moet worden, niet wanneer je er zin in hebt.

5. Om direct te zijn — werken met vee en machines geeft je geen tijd om ‘ergens omheen te draaien’ of je zorgen te maken of je wel politiek correct bent. (In dat opzicht heb ik in mijn kerktaken vaak gevraagd: ‘Wil je dat ik direct ben of mooie woorden gebruik?’ In de regel kozen de heiligen voor ‘direct’! Ik zal vandaag ook direct zijn.)

6. Tot slot leerde ik als boerenjongen uit Idaho bij de basis te blijven.

Niets is fundamenteler voor ons, heiligen der laatste dagen, en aan onze leer dan de waarheden van het eerste geloofsartikel: ‘Wij geloven in God, de eeuwige Vader, en in zijn Zoon, Jezus Christus, en in de Heilige Geest’ (Geloofsartikelen 1:1).

Verder geldt dat Hij onze hemelse Vader is, die ons kent, ons liefheeft en wil dat wij bij Hem terugkeren. Jezus is onze Heiland en Verlosser, die door de verzoening zeker stelde dat wij de dood zullen overwinnen en opnieuw zullen leven, en die het voor ons mogelijk maakt om verhoogd te worden en eeuwig leven te hebben. De Heilige Geest is onze trooster, openbaarder, leraar, getuige en gids.

Denk daar eens over na, broeders en zusters — wij zijn geen weeskinderen in geestelijk opzicht! Wij staan er niet alleen voor.

Wat zijn de voordelen om ouders te hebben — om geen wees te zijn? Wij kunnen van hen leren, profiteren van hun ervaring, valkuilen omzeilen waarvoor ze ons waarschuwen, en meer inzicht krijgen dankzij hun visie. Wij hoeven niet verloren, verward, misleid of minder effectief te zijn. Dat geldt in het bijzonder voor onze hemelse Vader, die ons niet zomaar een weg, maar de weg heeft geleerd en getoond.

In feite kent God de weg om te leven,¹ om lief te hebben,² om te helpen,³ om te bidden,⁴ om te spreken,⁵ om met elkaar om te gaan,⁶ om leiding te geven,⁷ om te trouwen,⁸ om kinderen groot te brengen,⁹ om te leren,¹⁰ om de waarheid te kennen,¹¹ om het evangelie uit te dragen,¹² om verstandig te kiezen wat we eten,¹³ etc.

Naast de Schriften is er nog meer geweldig informatiemateriaal om de weg van de Heer te vinden: Trouw aan het geloof, Voor de kracht van de jeugd en andere leringen van de hedendaagse apostelen en profeten.

1. Zo heeft de Heer ons in de Schriften geleerd:‘Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen luidt het woord des Heren.‘Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten’ (Jesaja 55:8–9).

2. Het kwaad van deze laatste dagen is onder meer dat ‘ieder mens wandelt op zijn eigen weg’ (LV 1:16). In Spreuken staat de waarschuwing: ‘Wees niet wijs in eigen ogen’ en ‘steun op uw eigen inzicht niet’ (zie Spreuken 3:5–7).

3. Wij leren dat de Heer ons de belofte doet dat Hij ons wel moet zegenen als wij de weg van de Heer volgen; en dat wij geen belofte hebben wanneer wij zijn weg niet volgen (zie LV 82:10).

4. De Heer vergeleek zijn weg met onze weg in zijn instructies aan de profeet Samuël, die een nieuwe koning moest zoeken: ‘Doch de Here zeide tot Samuël: Let niet op zijn voorkomen noch op zijn rijzige gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan’ (1 Samuël 16:7).

5. Zelfs met het alom geaccepteerde verlangen om de armen en behoeftigen te helpen stemt de Heer in, maar waarschuwt Hij: ‘Maar het moet wél gebeuren op mijn eigen wijze’ (LV 104:16). Anders doen onze hulpacties wellicht meer kwaad dan goed. De Heer heeft ons de noodzaak geleerd om zelfredzaamheid te bevorderen. Ook al zijn we in staat om te helpen, we moeten niet geven of doen wat ze zelf kunnen en behoren te doen. Overal waar men het probeert, werkt je hand ophouden averechts. God weet echt wat het beste is.

Ik geef nog enkele voorbeelden. De Heer geeft aan hoe we zendingswerk moeten doen. Die manier is vastgelegd in de Schriften en in Predik mijn evangelie, en gebeurt op aanwijzing van de Geest.

De Heer heeft zijn manier, of de weg, om lief te hebben. Mensen in de wereld zeggen dat twee mensen alleen maar van elkaar hoeven te houden. Onze Vader in de hemel leert ons dat dit inderdaad belangrijk is, maar Hij leert ons bovendien dat er een rechtmatige wijze en tijd is om die liefde uit te drukken.

Joseph Smith werd vanaf zijn jeugd in de wegen van de Heer onderricht. Toen hem werd gevraagd hoe hij de kerk leidde, legde hij uit dat hij de leden de juiste beginselen leerde en dat ze zichzelf bestuurden.¹⁴ Broeders en zusters, onze levende apostelen en profeten leren ons nog steeds de juiste beginselen. De vraag is: ‘Gebruiken wij die beginselen om onszelf te besturen?’

We horen vaak dat we moeten bloeien waar we geplant zijn. Toch zijn we soms geneigd om naar een ander gebied te verhuizen, met in onze ogen meer vrienden voor onze kinderen en dus betere programma’s voor de jeugd.

Broeders en zusters, denken we echt dat de belangrijkste factor in het heil van onze kinderen de buurt is waar we wonen? De apostelen en profeten hebben vaak beklemtoond dat wat er bij ons thuis gebeurt, veel belangrijker is dan wat onze kinderen daarbuiten tegenkomen. Hoe we onze kinderen grootbrengen is veel belangrijker dan waar we ze grootbrengen.

Er zijn uiteraard wel andere factoren die mede bepalen waar we gaan wonen, en gelukkig zal de Heer ons leiden als we zijn bevestiging zoeken.

Een andere vraag is: ‘Waar zijn we nodig?’ Ik ben zestien jaar lang werkzaam geweest in het presidium van de ring Houston-Noord (Texas). In die jaren kwamen er velen in ons gebied wonen. We kregen vaak een telefoontje van iemand die ging verhuizen en vroeg welke wijk de beste was. In die zestien jaar werd ik maar één keer gebeld met de vraag: ‘In welke wijk is er een goed gezin nodig? Waar kunnen we helpen?’

In de beginjaren van de kerk werden leden door president Brigham Young en anderen geroepen om naar een bepaalde plaats te gaan en daar de kerk op te bouwen. Het is ironisch dat er ook nu getrouwe kerkleden alom zijn die op verzoek van de profeet overal zouden heengaan. Verwachten we echt dat president Monson ons met z’n ruim veertien miljoenen persoonlijk komt vertellen waar ons gezin nodig is? De weg van de Heer is dat we luisteren naar de leringen van onze leiders, de juiste beginselen begrijpen en onszelf besturen.

Met alles wat er tegenwoordig in de kerk gebeurt, en nu de Heer zijn werk aan alle kanten bespoedigt, is het van nog groter belang dat we alles wat we doen op zijn wijze doen!

Met name in het heilswerk leren we: ‘Met de gave van zijn Zoon heeft God een voortreffelijker weg bereid’ (Ether 12:11). De leer van Christus ‘is de weg; en er is geen andere weg noch naam onder de hemel gegeven waardoor de mens kan worden behouden in het koninkrijk Gods’ (2 Nephi 31:21).

Bij het zien van zoveel mensen in deze tijd die in verwarring leven of die, erger nog, op verboden paden afdwalen, en onnodig onder de gevolgen van verkeerde keuzes lijden, zou ik net als Alma willen uitroepen:

‘O, dat ik een engel ware en mijn hartenwens vervuld kreeg, dat ik mocht uitgaan en spreken met de bazuin Gods, met een stem die de aarde doet beven, en ieder volk bekering toeroepen!

‘Ja, [ik zou] iedere ziel […] het verlossingsplan verkondigen, dat zij zich moesten bekeren en tot onze God [en zijn wegen] komen, zodat er op het gehele oppervlak der aarde geen smart meer zou zijn’ (Alma 29:1–2).

Nogmaals, ik getuig dat de Heer de weg kent! Onze hemelse Vader kent ons, heeft ons lief en wil ons helpen. Hij weet hoe Hij ons het beste kan helpen. Wij zijn geen weeskinderen in geestelijk opzicht!

Onze Heiland, Jezus Christus, is ‘de weg en de waarheid en het leven’ (Johannes 14:6; zie ook Alma 38:9). Zijn weg is gebaseerd op eeuwige waarheid en voert ons tot ‘vrede in deze wereld en het eeuwige leven in de toekomende wereld’ (LV 59:23). Daarvan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.