2010–2019
Jeremia’s klaagliederen: pas op voor slavernij
Oktober 2013


Jeremia’s klaagliederen: pas op voor slavernij

Het is aan ons om alle vormen van slavernij te vermijden, de Heer te helpen om zijn uitverkorenen te vergaderen, en ons op te offeren voor de opkomende generatie.

Mijn vrouw, Mary, en ik besloten al vroeg in ons huwelijk dat we zoveel mogelijk culturele evenementen en activiteiten zouden uitkiezen om samen naartoe te gaan. En we wilden verstandig met ons geld omgaan. Mary houdt van muziek. En ze maakte zich ongetwijfeld zorgen dat ik te veel aandacht zou besteden aan sportevenementen, dus ze bedong dat er wat betaalde evenementen betreft twee musicals, opera’s of culturele activiteiten zouden zijn voor elke betaalde sportwedstrijd.

Aanvankelijk zag ik niet veel in het operacomponent in die formule, maar in de loop der tijd veranderde ik van gedachten. Ik ging vooral genieten van de opera’s van Giuseppe Verdi.1 Deze week wordt zijn 200ste verjaardag gevierd.

Verdi was in zijn jeugd geïntrigeerd door de profeet Jeremia. En in 1842, toen hij 28 was, werd hij beroemd met de opera Nabucco, een afkorting van de Italiaanse naam voor Nebukadnessar, koning van Babylon. Deze opera bevat elementen uit de oudtestamentische boeken Jeremia, Klaagliederen en Psalmen. De opera behandelt de verovering van Jeruzalem en de gevangenneming en slavernij van de Joden. Psalm 137 was de inspiratie voor Verdi’s ontroerende en inspirerende Hebreeuwse ‘Slavenkoor’. Het opschrift van deze psalm in onze Schriften is uiterst dramatisch: ‘In slavernij weenden de Joden op de oevers van de rivieren van Babylon — vanwege hun verdriet konden zij het niet opbrengen om de liederen van Zion te zingen.’

Ik wil veel verschillende vormen van slavernij en onderwerping onder de loep nemen. Ik wil enkele omstandigheden in onze tijd vergelijken met die in de tijd van Jeremia vóór de val van Jeruzalem. Nu ik een stem tot waarschuwing laat horen, ben ik dankbaar dat de meeste kerkleden door een rechtschapen levenswijze het gedrag vermijden dat de Heer in de tijd van Jeremia zo mishaagde.

De profetieën en klaagliederen van Jeremia zijn van belang voor de heiligen der laatste dagen. Jeremia en het Jeruzalem van zijn tijd zijn de achtergrond van de eerste hoofdstukken in het Boek van Mormon. Jeremia was een tijdgenoot van de profeet Lehi.2 De Heer stelde Jeremia met indrukwekkende woorden op de hoogte van zijn voorsterfelijke ordening: ‘Eer Ik u vormde in de moederschoot, heb Ik u gekend, en eer gij voortkwaamt uit de baarmoeder, heb Ik u geheiligd; tot een profeet voor de volkeren heb Ik u gesteld.’3

Lehi had een andere roeping, zending en taak gekregen van de Heer. Hij was niet in zijn jeugd geroepen, maar toen hij al volwassen was. Aanvankelijk liet hij alleen een stem tot waarschuwing horen, maar nadat hij getrouw dezelfde boodschap had verkondigd als Jeremia, gebood de Heer hem om met zijn gezin de wildernis in te trekken.4 Daarmee was Lehi niet alleen zijn eigen gezin tot zegen, maar alle mensen.

In de jaren voorafgaand aan de vernietiging van Jeruzalem5 waren de boodschappen die de Heer aan Jeremia gaf uiterst droevig. Hij schreef:

‘Mijn volk heeft zijn eer verruild voor wat geen baat brengt. […]

‘Mij, de bron van levend water, hebben zij verlaten, om zichzelf bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden.’6

Over de rampspoed die de inwoners van Jeruzalem zou overkomen, klaagde de Heer: ‘Voorbij is [voor hen] de oogst, ten einde de zomer, en [zij] zijn niet verlost!’7

Het was Gods bedoeling dat de mens de vrijheid zou hebben om te kiezen tussen goed en kwaad. Als kwade keuzen het overheersende kenmerk van een cultuur of volk worden, dan heeft dit zowel in dit leven als in het hiernamaals ernstige gevolgen. Mensen kunnen in slavernij gebracht worden of zelf verslaafd raken, niet alleen aan schadelijke, verslavende middelen, maar ook aan schadelijke, verslavende denkbeelden die afleiden van een rechtschapen leven.

Zich afwenden van de aanbidding van de ware en levende God, en valse goden zoals rijkdom en roem aanbidden, en zich overgeven aan onzedelijk en onrechtschapen gedrag, kan resulteren in slavernij, met alle verraderlijke verschijnselen van dien. Die omvatten onder meer geestelijke, lichamelijke en intellectuele slavernij, en gaan soms gepaard met vernietiging. Jeremia en Lehi predikten ook dat rechtschapen mensen de Heer moeten helpen om zijn kerk en koninkrijk te vestigen en het verstrooide Israël te vergaderen.8

Deze boodschappen zijn in alle bedelingen herhaald en onderstreept. Ze zijn de kern van de boodschap van het herstelde evangelie van Jezus Christus in deze laatste bedeling.

De gevangenschap van de Joden en de verstrooiing van de stammen van Israël, inclusief de tien stammen, zijn belangrijke leerstellige factoren in de herstelling van het evangelie. Het noordelijke koninkrijk van Israël bestond uit de tien verloren stammen, en zij werden in 721 v.C. gevankelijk weggevoerd naar Assyrië. Zij gingen naar de noordelijke landen.9 Ons tiende geloofsartikel luidt: ‘Wij geloven in de letterlijke vergadering van Israël en in de herstelling van de tien stammen.’10 Wij geloven ook dat in het kader van het verbond dat de Heer met Abraham sloot niet alleen Abrahams nageslacht zou worden gezegend, maar alle mensen op aarde. Zoals ouderling Russell M. Nelson heeft gezegd, is de vergadering ‘geen kwestie van woonplaats, maar van persoonlijke toewijding. Mensen kunnen “tot de kennis worden gebracht van de Heer” [3 Nephi 20:13] zonder dat ze daar hun vaderland voor hoeven te verlaten.’11

Onze leer is duidelijk: ‘De Heer verstrooide en kastijdde de twaalf stammen van Israël wegens hun ongerechtigheid en opstandigheid. Tegelijkertijd echter heeft de Heer de verstrooiing van zijn uitverkoren volk onder de volken van de wereld [ook] gebruikt om die volken tot zegen te zijn.’12

We leren uit die tragische periode waardevolle lessen. We behoren alles te doen wat in ons vermogen ligt om de zonde en opstandigheid te vermijden die tot slavernij leiden.13 We erkennen ook dat een rechtschapen levenswijze een voorwaarde is om de Heer behulpzaam te zijn bij het vergaderen van zijn uitverkorenen en bij de letterlijke vergadering van Israël.

Knechtschap, overheersing, verslaving en onderwerping hebben veel verschijningsvormen. Het kunnen letterlijk lichamelijke verslavingen zijn, maar ook het verlies of de afbreuk van onze morele keuzevrijheid, waardoor onze vooruitgang kan worden gehinderd. Jeremia maakt duidelijk dat onrechtschapenheid en opstandigheid de voornaamste redenen waren voor de verwoesting van Jeruzalem en de gevangenschap in Babylon.14

Andere vormen van slavernij zijn even vernietigend voor de geest van de mens. Morele keuzevrijheid kan op veel manieren misbruikt worden.15 Ik noem er vier die in de huidige cultuur vooral funest zijn.

Ten eerste leiden gewoonten en middelen die de keuzevrijheid aantasten, morele overtuigingen tegenspreken en de gezondheid schaden, tot slavernij. De uitwerking van drugs en alcohol, pornografie, gokken, financiële lasten en andere beproevingen legt hen die in deze slavernij verkeren, en de samenleving in het algemeen, een dusdanig zware last op dat die vrijwel niet in cijfers uit te drukken is.

Ten tweede kunnen verslavingen of voorliefdes die op zich niet kwaad zijn onze waardevolle tijd opslokken, tijd die anders gebruikt zou kunnen worden om deugdzame doelen te bereiken. Denk aan overmatig gebruik van sociale media, computerspelletjes, sport, recreatie en heel veel andere bezigheden.16

Hoe we tijd inruimen voor het gezin is een van de belangrijkste vragen in de meeste culturen. Toen ik het enige kerklid in onze advocatenpraktijk was, legde een advocate me uit dat ze altijd het gevoel had dat ze als een jongleur probeerde drie ballen tegelijkertijd in de lucht te houden. Een van de ballen was haar advocatenpraktijk, een tweede haar huwelijk, en een derde haar kinderen. Ze had bijna het idee opgegeven om tijd voor zichzelf in te ruimen. Het zat haar dwars dat er altijd wel een bal op de grond lag. Ik stelde voor om als groep eens over onze prioriteiten te praten. We kwamen tot de slotsom dat onze voornaamste reden om te werken het onderhoud van ons gezin was. We waren het eens dat meer geld verdienen niet zo belangrijk was als ons gezin, maar we vonden wel dat het van essentieel belang was om onze cliënten naar beste vermogen te helpen. Vervolgens bespraken we wat we op ons werk deden dat niet nodig was, en waardoor we geen tijd voor ons gezin overhielden. Stonden we onder druk om tijd op ons werk door te brengen die niet essentieel was?17 We stelden ons ten doel om zowel mannen als vrouwen een gezinsvriendelijke werkkring te bieden. Laten wij voorop lopen om de tijd te beschermen die we aan ons gezin kunnen besteden.

Ten derde is de meest universele onderwerpingsmethode in onze tijd, en dat is het in de loop van de geschiedenis altijd geweest, ideologische of politieke denkbeelden verkondigen die niet overeenkomen met het evangelie van Jezus Christus. Als we de denkbeelden van de mens de plaats in laten nemen van evangeliewaarheid, kan dat ons afleiden van de eenvoud van de boodschap van de Heiland. Toen de apostel Paulus Athene bezocht, probeerde hij te onderwijzen in de opstanding van Jezus Christus. Daarover lezen we in Handelingen: ‘Alle Atheners nu en de vreemdelingen, die zich daar ophielden, hadden voor niets anders tijd over dan om iets nieuws te zeggen of te horen.’18 Toen de menigte besefte hoe eenvoudig Paulus’ boodschap was, die niet nieuw was, verwierpen ze die.

Dit is typerend voor onze eigen tijd, waarin evangeliewaarheden vaak verworpen of verdraaid worden om ze intellectueel aantrekkelijker te laten lijken, of meer in overeenstemming te brengen met de huidige culturele trends en intellectuele denkbeelden. Als we niet oppassen, kunnen we door die trends gevankelijk weggevoerd worden in intellectuele slavernij. Vrouwen krijgen van veel kanten te horen hoe ze moeten leven.19 Maar veel adviezen spreken elkaar tegen. We maken ons vooral zorgen om de denkbeelden die het respect bekritiseren of verminderen voor vrouwen die ervoor kiezen de nodige offers te brengen om moeder, lerares, verzorgster of vriendin voor hun kinderen te zijn.

Enkele maanden geleden kregen we bezoek van onze twee jongste kleindochters — elke week één. Ik was thuis en deed de deur open. Mijn vrouw, Mary, was in een andere kamer. In beide gevallen zeiden ze na een omhelzing allebei bijna precies hetzelfde. Ze keken rond en zeiden: ‘Ik ben graag bij oma thuis. Waar is oma?’ Ik zei het niet tegen ze, maar ik dacht: is dit niet ook opa’s huis? Maar ik besefte dat toen ik jong was, onze familie ook naar oma’s huis ging. En ik moest denken aan een bekend liedje: ‘We steken de rivier over en gaan door het bos naar oma’s huis.’

Ik wil nu ondubbelzinnig verklaren dat ik het geweldig vind hoeveel onderwijskansen en andere mogelijkheden er voor vrouwen zijn. Ik vind het geweldig dat dankzij de moderne gemakken vrouwen zich in grote delen van de wereld niet meer zo met zwaar huishoudelijk werk hoeven bezig te houden, en dat ze zulke geweldige bijdragen leveren op allerlei gebieden. Maar als we toestaan dat onze cultuur de bijzondere band ondermijnt die kinderen met hun moeder, grootmoeder en anderen die voor hen zorgen hebben, krijgen we daar spijt van.

Ten vierde kunnen krachten die dierbare godsdienstige beginselen overtreden in slavernij resulteren. Een van de naarste vormen daarvan komt voor als rechtschapen mensen die vinden dat ze voor hun gedrag rekenschap aan God verschuldigd zijn, worden gedwongen tot bezigheden die een gewetensconflict opleveren — bijvoorbeeld als een instelling in de gezondheidszorg een werknemer dwingt om te kiezen tussen assisteren met abortussen, wat tegen zijn geweten indruist, of zijn baan kwijtraken.

De kerk is een relatief kleine minderheid, zelfs als we ons scharen in de gelederen van gelijkgestemde mensen. Het is moeilijk om de samenleving als geheel te veranderen, maar we moeten ons best doen om de morele cultuur in onze omgeving te verbeteren. Heiligen der laatste dagen in alle landen dienen goede burgers te zijn, deel te nemen aan burgerinitiatieven, zichzelf op de hoogte te stellen van maatschappelijke kwesties, en te stemmen.

Maar bovenal moeten we de nodige offers brengen om ons eigen gezin en de opkomende generatie te beschermen.20 De overgrote meerderheid van hen is nog niet onderworpen aan ernstige verslavingen of valse ideologieën. We moeten hen beschermen tegen een wereld die veel op het Jeruzalem van Lehi en Jeremia lijkt. Daarnaast moeten we hen voorbereiden op het sluiten en nakomen van heilige verbonden, en om de voornaamste afgezanten te worden die de Heer helpen met het vestigen van zijn kerk en het vergaderen van het verstrooide Israël en de uitverkorenen van de Heer, waar ze zich ook bevinden.21 Zoals er zo mooi in de Leer en Verbonden staat: ‘Het zal geschieden dat de rechtvaardigen uit alle natiën vergaderd zullen worden en tot Zion zullen komen onder het zingen van gezangen van eeuwigdurende vreugde.’22

Het is aan ons om alle vormen van slavernij te vermijden, de Heer te helpen om zijn uitverkorenen te vergaderen, en ons op te offeren voor de opkomende generatie. We moeten altijd bedenken dat we niet onszelf verlossen. Wij worden bevrijd door de liefde, de barmhartigheid en het zoenoffer van de Heiland. Het gezin van Lehi werd op hun vlucht geleid door het licht van de Heer. Als wij zijn licht trouw zijn, zijn geboden onderhouden en vertrouwen op zijn verdiensten, vermijden we niet alleen geestelijke, lichamelijke en intellectuele slavernij maar ook de klaagliederen van het verkeren in onze eigen woestijn, want Hij heeft de macht om te redden.

Laten wij de wanhoop en het verdriet vermijden van hen die in gevangenschap terechtkomen en het niet meer op kunnen brengen om de liederen van Zion te zingen. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Veel opera’s van Verdi, zoals Aida, La Traviata, en Il Trovatore, bevinden zich onder de populairste opera’s die over de hele wereld worden opgevoerd.

  2. Zie 1 Nephi 5:13; 7:14.

  3. Jeremia 1:5.

  4. Zie 1 Nephi 2:2–3.

  5. De verwoesting van de tempel van Salomo, de val van Jeruzalem en de gevangenneming van de stam van Juda vonden rond 586 v.C. plaats.

  6. Jeremia 2:11, 13.

  7. Jeremia 8:20. Jeremia tekende eerder al de oproep tot bekering door de Heer op: ‘Mijn hart is onrustig in mij’ (Jeremia 4:19, HSV) en hij smeekte: ‘Zoek […] of u iemand vindt, of er een is die recht doet, een die betrouwbaarheid nastreeft, dan zal Ik Jeruzalem vergeven’ (Jeremia 5:1, HSV).

  8. Zie Jeremia 31; 1 Nephi 10:14.

  9. Zie 2 Koningen 17:6;Leer en Verbonden 110:11.

  10. Geloofsartikelen 1:10; zie ook 2 Nephi 10:22.

  11. Russell M. Nelson, ‘The Book of Mormon and the Gathering of Israel’, toespraak gehouden in een instructiebijeenkomst voor nieuwe zendingspresidenten, 26 juni 2013.

  12. Gids bij de Schriften, ‘Israël’, www.lds.org/scriptures/gs?lang=nld&letter=i.

  13. De Heer heeft in onze tijd het volgende gezegd: ‘En de gehele wereld ligt in de zonde en zucht onder de duisternis en onder de slavernij der zonde […] omdat zij niet tot Mij komen’ (Leer en Verbonden 84:49–50).

  14. Onschuldige mensen kunnen natuurlijk ook in slavernij raken.

  15. Leerstellige beginselen veranderen niet, maar de middelen die worden gebruikt voor slavernij, onderwerping en vernietiging, worden meer dan ooit tevoren ingezet.

  16. Dit is afgelopen jaar ook heel treffend en enigszins humoristisch opgemerkt op de omslag van een editie van het New York Times Magazine (8 april 2012) met een artikel over de verslavende aard van digitale games. De kop luidde [vertaald]: ‘De hyperverslavende, tijdverslindende, relatieverwoestende, hersenkrakende macht en aantrekkingskracht van dwaze digitale games.’ En daaronder, in kleine letters: ‘(Maar toch zijn we er gek op.)’ Op luchthartige wijze wordt er in dat artikel beklemtoond dat het nodig is om verstandig te zijn bij ons gebruik van de geweldige technische uitvindingen van onze tijd.

  17. In veel werkkringen is het motto: ‘We werken hard, en we spelen hard.’ Eensgezindheid onder werknemers is belangrijk, maar als dit ‘werken en spelen’ de tijd voor het gezin in beslag neemt, schiet dit zijn doel voorbij.

  18. Handelingen 17:21; cursivering toegevoegd.

  19. Zie Keli Goff, ‘Female Ivy League Graduates Have a Duty to Stay in the Workforce’, Guardian, 21 april 2013, www.theguardian.com/commentisfree/2013/apr/21/female-ivy-league-graduates-stay-home-moms; Sheryl Sandberg, Lean In: Women, Work, and the Will to Lead (2013); Anne-Marie Slaughter, ‘Why Women Still Can’t Have It All’, The Atlantic, June 13, 2012, www.theatlantic.com/magazine/print/2012/07/why-women-still-cant-have-it-all/309020; Lois M. Collins, ‘Can Women “Have It All” When It Comes to Work and Family Life?’ Deseret News, June 28, 2012, A3; Judith Warner, ‘The Midcareer Timeout (Is Over)’, New York Times Magazine, 11 augustus 2013, pp. 24–29, 38; Scott Schieman, Markus Schafer, and Mitchell McIvor, ‘When Leaning In Doesn’t Pay Off’, New York Times, 11 augustus 2013, p. 12.

  20. De kerk heeft de bisschappen aangemoedigd om de gezinnen in de kerk te helpen door meer tijd door te brengen met jongemannen, jongevrouwen en jongvolwassenen. De bisschappen zijn bovendien aangemoedigd om in de wijkraad meer taken op het gebied van gepaste hulp aan anderen te delegeren aan de quorums van de Melchizedekse priesterschap, hulporganisaties en leden met bijzondere vaardigheden om anderen te helpen.

  21. Zie Leer en Verbonden 29:7.

  22. Leer en Verbonden 45:71.