2010–2019
Met de macht en het gezag van God onderwijzen
Oktober 2013


Met de macht en het gezag van God onderwijzen

De Heer heeft het iedere waardige heilige der laatste dagen vergund om zoals de Heiland les kunnen te geven.

Ik kan u niet zeggen hoe dankbaar wij zijn voor alle leerkrachten in de kerk. Wij houden van u en hebben veel vertrouwen in u. U bent een van de grote wonderen van het herstelde evangelie.

Het succes van de evangelieleerkracht die met de macht en het gezag van God onderwijst, berust op een geheim beginsel. Ik gebruik het woord geheim omdat alleen zij die een getuigenis hebben van een gebeurtenis die op een prachtige, heldere ochtend in de lente van 1820 plaatsvond, de beginselen kunnen begrijpen waarop het succes van een leerkracht berust.

In antwoord op het nederige gebed van een veertienjarige jongen ging de hemel open. God de eeuwige Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, verschenen aan de profeet Joseph Smith en spraken tot hem. De langverwachte herstelling van alle dingen was begonnen en het beginsel openbaring werd in onze bedeling voor altijd gevestigd. De boodschap van Joseph, en onze boodschap aan de wereld, kan in twee woorden worden samengevat: ‘God spreekt.’ Hij sprak vroeger, Hij sprak tot Joseph en Hij zal tot u spreken. Dat maakt u anders dan alle andere leerkrachten in de wereld. Daarom kunt u niet falen.

U bent met de geest van profetie en openbaring geroepen en bent aangesteld met het gezag van het priesterschap. Wat houdt dat in?

Ten eerste dat u in dienst van de Heer bent. Als zijn zaakgelastigde hebt u het gezag en bent u aangesteld om Hem te vertegenwoordigen en in zijn plaats te handelen. Als zijn zaakgelastigde hebt u recht op zijn hulp. U moet u afvragen: ‘Wat zou de Heiland zeggen als Hij vandaag in mijn klas lesgaf, en hoe zou Hij het zeggen?’ Vervolgens moet u hetzelfde doen.

Die verantwoordelijkheid zorgt er misschien voor dat we ons onbekwaam of zelfs wat angstig voelen. Het pad is niet moeilijk. De Heer heeft het iedere waardige heilige der laatste dagen vergund om zoals de Heiland les te kunnen geven.

Ten tweede bent u geroepen om het evangelie van Jezus Christus te prediken. U moet niet in uw eigen ideeën of filosofie onderwijzen, zelfs niet vermengd met Schriftuur. Het evangelie is de ‘kracht Gods tot behoud’1 en wij kunnen alleen door het evangelie gered worden.

Ten derde wordt u geboden de beginselen van het evangelie te onderwijzen zoals ze in de standaardwerken van de kerk staan, de woorden van de huidige apostelen en profeten te onderwijzen en te onderwijzen volgens hetgeen de Heilige Geest u vertelt.

Dus waar beginnen we?

Het is onze eerste en voornaamste taak zo te leven dat we de Heilige Geest als gids en metgezel bij ons kunnen hebben. Toen Hyrum Smith in dit werk van de laatste dagen betrokken wilde zijn, zei de Heer: ‘Zie, dit is uw werk: mijn geboden te onderhouden, ja, met geheel uw macht, verstand en kracht.’2 Dat is het begin. De Heer heeft de heiligen in ieder tijdperk dezelfde raad gegeven als Hyrum.

Tot leerkrachten in deze tijd heeft het Eerste Presidium onlangs gezegd: ‘Het belangrijkste daarbij is dat u dagelijks aandacht besteedt aan uw geestelijke voorbereiding, die onder meer bestaat uit gebed, Schriftstudie en gehoorzaamheid aan de geboden. Wij moedigen u aan u meer dan ooit tevoren met volle overgave toe te leggen op het naleven van het evangelie.’3

Het is opmerkelijk dat het Eerste Presidium niet zei dat het werk van een leerkracht vooral moet bestaan uit het voorbereiden van de les of het aanleren van verschillende onderwijstechnieken. Natuurlijk moet u zich wel ijverig op iedere les voorbereiden en proberen te leren hoe u zo kunt lesgeven dat uw studenten hun keuzevrijheid kunnen gebruiken en het evangelie in hun hart kunnen toelaten. Maar het eerste en voornaamste deel van uw werk bestaat in uw persoonlijke, geestelijke voorbereiding. Als u die raad opvolgt belooft het Eerste Presidium: ‘De Heilige Geest [zal] u laten weten wat u kunt doen. Uw eigen getuigenis zal groeien, uw bekering zal diep geworteld raken en u zult gesterkt worden, zodat u opgewassen bent tegen de wisselvalligheden van het leven.’4

Wat kan een leerkracht zich nog meer aan zegeningen wensen?

Verder heeft de Heer geboden dat wij zijn woord moeten trachten te verkrijgen voordat we trachten het te verkondigen.5 Wij moeten mannen en vrouwen met een zuiver begrip worden door de Schriften ijverig te onderzoeken en ze in ons hart te bewaren. Als u de Heer dan om hulp vraagt, zal Hij u zegenen met zijn Geest en zijn woord. U zult de macht Gods tot het overtuigen van mensen hebben.

Paulus zegt dat het evangelie op twee manieren tot de mens komt: in woorden en in kracht.6 De woorden van het evangelie staan in de Schriften en we kunnen die verkrijgen door ijverig te zoeken. De kracht van het evangelie manifesteert zich in het leven van hen die zo leven dat de Heilige Geest hun metgezel is en die gehoor geven aan de ingevingen die ze ontvangen. Sommigen richten zich uitsluitend op het verkrijgen van het woord en worden experts in informatie verschaffen. Anderen verwaarlozen hun voorbereiding en hopen dat de Heer hen in zijn goedheid op de een of andere manier zal helpen om zich door hun les heen te worstelen. U kunt niet verwachten dat de Geest u zal helpen om zich de teksten en beginselen te herinneren die u niet bestudeerd hebt. Om met succes in het evangelie te onderwijzen moet u zowel het woord als de kracht van het evangelie hebben.

Alma begreep deze beginselen en verheugde zich in de zoons van Mosiah en hoe zij met kracht en gezag onderwezen. We lezen:

‘Het waren mannen met een zuiver begrip en zij hadden de Schriften ijverig onderzocht, opdat zij het woord Gods mochten weten.

‘Maar dat was niet alles; zij hadden zich overgegeven aan veel gebed en vasten; daarom hadden zij […] de geest van openbaring.’7

Vervolgens moet u leren luisteren. Ouderling Jeffrey R. Holland heeft zendelingen hierin onderwezen. Ik haal ouderling Holland aan, maar neem de vrijheid om de woorden zendelingen en onderzoekers te vervangen met de woorden leerkrachten en leerlingen: ‘De eerste taak van [leerkrachten] is naar de Geest te luisteren, maar de tweede is naar de [leerling] te luisteren. […] Als we met onze geestelijke oren luisteren […], zullen [onze leerlingen] ons vertellen welke lessen ze nodig hebben!’

Ouderling Holland vervolgde: ‘Het is gewoon zo dat [leerkrachten] zich nog te veel richten op het geven van een gemakkelijke, steeds terugkerende lesinhoud in plaats van op de [leerling] als individu.’8

Als u zichzelf en uw les naar uw beste kunnen hebt voorbereid, moet u bereid zijn uw plan los te laten. Als de zachte ingevingen van de Heilige Geest komen, moet u de moed hebben om uw lesplan en uw aantekeningen aan de kant te schuiven en die ingevingen te volgen. Wanneer u dat doet, wordt de les die u geeft niet meer uw les maar de les van de Heiland.

Als u zich met volle overgave toelegt op het naleven van het evangelie, en de Schriften onderzoekt en in uw hart bewaart, zal diezelfde Heilige Geest die deze woorden aan de apostelen en profeten vanouds openbaarde, tot u van hun waarheid getuigen. Feitelijk zal de Heilige Geest ze opnieuw aan u openbaren. Als dat gebeurt, zijn de woorden die u leest niet meer alleen de woorden van Nephi of Paulus of Alma, maar worden het uw woorden. En als u dan onderwijst zal de Heilige Geest u alles in gedachten kunnen brengen. ‘Want het zal u in het uur zelf, ja, op het moment zelf, worden ingegeven wat gij zult zeggen.’9 Als dat gebeurt, merkt u dat u iets zegt wat u niet van plan was. En als u dan let op wat u in uw les zegt, leert u iets van wat u zelf zegt. President Marion G. Romney heeft gezegd: ‘Ik weet het altijd als ik met de inspiratie van de Heilige Geest spreek, want dan leer ik altijd iets van wat ik heb gezegd.’10 Denk eraan, een leerkracht is ook een leerling.

Ten slotte moet u een onafhankelijke getuige zijn van wat u leert en niet slechts een echo van de woorden in een lesboek of van de gedachten van anderen. Als u zich vergast aan de woorden van Christus en ernaar streeft u meer dan ooit tevoren toe te leggen op het naleven van het evangelie, zal de Heilige Geest tot u getuigen dat de dingen die u onderwijst waar zijn. Dat is de geest van openbaring, en diezelfde Geest zal uw boodschap tot in het hart voeren van wie ernaar verlangt en ze wil ontvangen.

Ik wil sluiten waar ik begonnen ben — in het heilige bos. Omwille van wat er daar niet zo lang geleden op een mooie lentemorgen plaatsvond, kunt u aanspraak maken op de macht en het gezag van God om te onderwijzen. Daarvan getuig ik plechtig in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Romeinen 1:16.

  2. Leer en Verbonden 11:20.

  3. Het Eerste Presidium. In: Het evangelie onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland (handleiding voor Kom hier, volg Mij: leermiddelen voor jongeren, 2012), p. 2.

  4. Het Eerste Presidium. In: Het evangelie onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, p. 2.

  5. Zie Leer en Verbonden 11:21.

  6. Zie 1 Tessalonicenzen 1:5.

  7. Alma 17:2–3.

  8. Jeffrey R. Holland, ‘The Divine Companionship’ (toespraak gehouden in de instructiebijeenkomst voor nieuwe zendingspresidenten, 26 juni 2009), pp. 7, 8, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City; cursivering in origineel.

  9. Leer en Verbonden 100:6.

  10. Marion G. Romney. In: Boyd K. Packer, Teach Ye Diligently (1975), p. 304.