2010–2019
De kracht, vreugde en liefde van het naleven van verbonden
Oktober 2013


De kracht, vreugde en liefde van het naleven van verbonden

Ik nodig u en mij uit om na te gaan hoeveel we van de Heiland houden, met als maatstaf hoe blijmoedig we onze verbonden naleven.

Ik wil beginnen met een verhaal dat mij heeft ontroerd.

Op zekere avond riep een man zijn vijf schapen naar hun stal voor de nacht. Zijn hele gezin keek geboeid toe toen hij gewoon ‘Kom maar’ riep en de vijf zich onmiddellijk naar hem toedraaiden. Vier schapen kwamen in draf naar hem toe. Liefdevol aaide hij ze alle vier over hun kop. De schapen kenden zijn stem en hielden van hem.

Maar het vijfde schaap kwam niet aangedraafd. Het was een grote ooi die een paar weken daarvoor door haar eigenaar was weggegeven met de boodschap dat ze wild en weerspannig was, en dat ze de andere schapen deed afdwalen. De nieuwe eigenaar legde haar een paar dagen vast aan een paal in zijn eigen veld zodat ze zou leren blijven waar hij dat wilde. Hij leerde haar geduldig om van hem en de andere schapen te houden totdat ze uiteindelijk nog maar een kort touw om haar nek had en niet meer vast zat.

Terwijl het gezin die avond toekeek, ging de man naar de ooi toe, die nog aan de rand van het veld stond, en zei weer vriendelijk: ‘Kom maar. Je zit niet meer vast. Je bent vrij.’ Toen strekte hij zijn hand uit, legde die op haar kop en liep met haar terug naar de andere schapen bij de stal.1

In de geest van dat verhaal bid ik dat de Heilige Geest ons vanavond iets wil leren omtrent verbonden naleven. Verbonden sluiten en naleven betekent dat we kiezen om onszelf met onze Vader in de hemel en Jezus Christus te verbinden. We beloven de Heiland te volgen. We vertrouwen Hem en verlangen ernaar onze dankbaarheid te tonen voor de prijs die Hij heeft betaald om ons door de oneindige gave van de verzoening te bevrijden.

Ouderling Jeffrey R. Holland heeft het zo uitgelegd: ‘Een verbond is een bindende geestelijke overeenkomst, een plechtige belofte aan God onze Vader dat wij op een bepaalde wijze zullen leven, denken en handelen — op de wijze van zijn Zoon, de Heer Jezus Christus. Op hun beurt beloven de Vader, de Zoon en de Heilige Geest ons de volle heerlijkheid van het eeuwige leven.’2 Bij dat bindende contract stelt de Heer de voorwaarden en stemmen wij ermee in ons daaraan te houden. Verbonden sluiten en naleven is een uiting van onze belofte om zoals de Heiland te worden.3 Idealiter streven we naar een houding die het beste in een paar zinnen beschreven is in een mooie lofzang: ‘Ik ga daar waarheen Gij mij zendt. […] Ik spreek dan wat Gij mij te spreken geeft. […] wat Gij wilt zal ’k wezen.’4

Waarom sluiten en vervullen we verbonden?

1. Verbonden naleven versterkt ons, wapent ons met macht en beschermt ons.

Nephi zag in een visioen de belangrijke zegeningen die de Heer hun die verbonden nakomen schenkt: ‘En het geschiedde dat ik, Nephi, de macht van het Lam Gods zag, dat die neerdaalde […] op het verbondsvolk des Heren, […] en zij waren gewapend met gerechtigheid en met de macht Gods in grote heerlijkheid.’5

Onlangs heb ik er een nieuwe vriendin bij gekregen. Zij getuigde dat ze zich, nadat ze haar tempelbegiftiging had ontvangen, gesterkt voelde met de macht om verleiding waarmee ze tot dan toe had geworsteld te weerstaan.

Als we onze verbonden naleven, ontvangen we ook de moed en kracht om elkaars lasten te dragen. Een zuster die een zoon had die met zware beproevingen kampte, was heel verdrietig. Omdat ze erop vertrouwde dat haar zusters in de ZHV hun verbonden naleefden, vroeg ze hun moedig om voor haar zoon te vasten en bidden. Een andere zuster zei dat ze wilde dat zij haar zusters ook had gevraagd om op zo’n manier te bidden. Jaren daarvoor zat haar zoon in de problemen. Ze wenste dat ze hun had gevraagd om haar gezin bij deze last te steunen. De Heiland heeft gezegd: ‘Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.’6

O, zusters, we dragen allemaal lasten, maar we kunnen elkaars lasten helpen dragen. De uitnodiging om elkaars lasten te dragen is een uitnodiging om onze verbonden na te leven. De raad van Lucy Mack Smith aan de zusters van de eerste ZHV is nu belangrijker dan ooit: ‘We moeten elkaar liefhebben, voor elkaar zorgen, elkaar troosten en instructie krijgen, opdat wij straks allemaal met elkaar in de hemel aanzitten.’7 Dat is verbonden naleven en huisbezoek op z’n best!

In het Boek van Mormon lezen we dat zelfs de profeet Alma de last van een opstandige zoon had te dragen. Maar Alma was gezegend met broeders en zusters in het evangelie die hun verbonden naleefden en werkelijk tot de Heer bekeerd waren, en hadden geleerd wat het betekent om elkaars lasten te dragen. We zijn bekend met het vers in Mosiah dat gaat over Alma’s gelovige gebeden voor zijn zoon. Maar in de kroniek staat: ‘De Heer heeft de gebeden van zijn volk gehoord, en eveneens de gebeden van zijn dienstknecht Alma.’8

Wij weten dat de Heer zich altijd verheugt in ‘de ziel die zich bekeert’,9 maar bovenal wensen we dat onze kinderen de raad van president Henry B. Eyring opvolgen om meteen te beginnen en consequent te zijn in het sluiten en naleven van verbonden.10 Onlangs werd in een raad van priesterschapsleiders en leidinggevenden van hulporganisaties een boeiende, oprechte vraag gesteld: ‘Verwachten we echt van achtjarige kinderen dat zij hun verbonden naleven?’ In ons overleg opperde iemand dat een manier om kinderen voor te bereiden om heilige doopverbonden te sluiten en na te leven is ze bij te brengen hoe ze een eenvoudige belofte kunnen doen en nakomen.

Getrouwe ouders hebben het recht om te weten hoe ze goed kunnen onderwijzen, zodat ze aan de behoeften van hun kinderen tegemoetkomen. Als ouders naar persoonlijke openbaring streven en daar naar handelen, samen overleggen en in de eenvoudige beginselen van het evangelie onderwijzen en die toepassen, zullen ze bij machte zijn om hun gezin te versterken en te beschermen. Andere familieleden kunnen daarbij helpen. Mijn leuke opa leerde ons hoe belangrijk het is om je beloften na te komen door middel van een eenvoudig liedje, dat ongeveer zo ging: ‘Bedenk hoe belangrijk beloften zijn voordat je ze doet. En als je ze gedaan hebt, kerf ze dan in je hart. Kerf ze dan in je hart.’ Dat liedje werd ons met liefde, overtuiging en kracht geleerd, want opa kerfde zijn eigen beloften ook in zijn hart.

Een verstandige moeder die ik ken, betrekt haar kinderen bewust bij haar eigen streven om haar verbonden na te leven. Ze draagt de lasten van buren, vrienden en wijkleden met plezier, en troost hen die troost nodig hebben. Het verbaasde me niet dat haar dochtertje haar onlangs vroeg hoe ze haar vriendinnetje die haar vader net had verloren het beste kon troosten. Dat was een goed moment om haar uit te leggen dat haar verlangen om haar vriendin te troosten een manier is om haar doopverbond na te leven. Hoe kunnen we van kinderen verwachten dat ze tempelverbonden sluiten en naleven als we niet van hen verwachten dat zij hun eerste verbond — hun doopverbond — naleven?

Ouderling Richard D. Scott heeft opgemerkt: ‘Een van de grootste zegeningen die we de wereld te bieden hebben, is de macht van een thuis waarin Christus het middelpunt vormt en het evangelie wordt geleerd, waar verbonden worden nagekomen en liefde overvloedig heerst.’11 Wat zijn manieren waarop we zo’n thuis kunnen creëren om onze kinderen voor te bereiden op het sluiten en naleven van tempelverbonden?

  • We kunnen samen ontdekken wat het betekent om een tempelaanbeveling waardig te zijn.

  • We kunnen samen ontdekken hoe we naar de Heilige Geest kunnen luisteren. Omdat de begiftiging door openbaring wordt verkregen, moeten we die essentiële vaardigheid aanleren.

  • We kunnen samen ontdekken hoe we kunnen leren door het gebruik van symbolen, te beginnen bij de heilige symbolen van de doop en het avondmaal.

  • We kunnen samen ontdekken waarom het lichaam heilig is, waarom het soms een tempel wordt genoemd, en wat fatsoenlijke kleding en een verzorgd uiterlijk met de heilige aard van tempelkleding te maken hebben.

  • We kunnen het plan van geluk in de Schriften bestuderen. Hoe beter bekend we zijn met het plan van onze hemelse Vader en de verzoening in de Schriften, hoe meer betekenis tempelwerk zal krijgen.

  • We kunnen de verhalen van onze voorouders samen bespreken, familiehistorisch onderzoek doen, indexeren en plaatsvervangend tempelwerk voor overleden dierbaren doen.

  • We kunnen samen de betekenis ontdekken van begrippen zoals begiftiging, verordening, verzegeling, priesterschap, sleutels en andere woorden die met tempelwerk te maken hebben.

  • We kunnen hun leren dat we naar de tempel gaan om verbonden met onze hemelse Vader te sluiten — en dan naar huis gaan om ze na te leven!12

Laten we bij ons onderricht denken aan het begrip ‘goed, beter, best’.13 Het is goed om met onze kinderen over de tempel te spreken. Het is beter om ze voor te bereiden en van hen te verwachten dat ze verbonden zullen sluiten en naleven. Het beste is ze door voorbeeld laten zien dat wij met genoegen aan onze doop- en tempelverbonden vasthouden! Zusters, beseffen wij hoe essentieel onze rol in het heilswerk is wanneer we kinderen grootbrengen, onderwijzen en voorbereiden op het bewandelen van het verbondspad? De macht hiertoe krijgen we als we onze eigen verbonden eren en naleven.

2. Verbonden naleven is essentieel voor waar geluk.

President Thomas S. Monson heeft gezegd: ‘Wij moeten heilige verbonden eren, en onze getrouwheid daaraan is een vereiste voor geluk.’14 In 2 Nephi staat: ‘En het geschiedde dat wij een leven van geluk leidden.’15 Eerder in dat hoofdstuk lezen we dat Nephi en zijn volk net een tempel hadden gebouwd. Zij hielden zich vast en zeker met vreugde aan hun verbonden! En in Alma lezen we: ‘Maar zie, sedert de dagen van Nephi is er onder het volk van Nephi nooit een gelukkiger tijdperk geweest dan in de dagen van Moroni.’16 Waarom? In het vers daarvoor lezen we weer dat ze ‘getrouw [waren] in het onderhouden van de geboden des Heren’.17 Verbonden naleven betekent geboden onderhouden!

De volgende tekst doet mij veel: ‘En nu, toen de mensen die woorden hoorden [namelijk de woorden die het doopverbond uiteenzetten], klapten zij uit vreugde in hun handen en riepen: Dat is het verlangen van ons hart.’18 Wat een geweldig verlangen van hun hart. Zij hadden het blijmoedige verlangen om verbonden te sluiten en na te leven!

Op een zondag riep een jonge zuster blij uit: ‘Ik kan vandaag van het avondmaal nemen!’ Wanneer waren wij voor het laatste zo blij over dat voorrecht? En hoe tonen we dat? We tonen dat door de Heiland altijd indachtig te zijn en altijd zijn geboden te onderhouden, waaronder het heiligen van zijn sabbat. We tonen dat door Hem altijd indachtig te zijn en altijd onze persoonlijke en gezinsgebeden te houden, dagelijks in de Schriften te studeren en wekelijks gezinsavond te houden. En als we afgeleid of lauw worden ten aanzien van deze belangrijke zaken, dan bekeren we ons en beginnen opnieuw.

Doordat we onze verbonden sluiten en blijmoedig naleven, worden de essentiële heilige, verlossende verordeningen om ‘alles wat [de] Vader heeft’19 te kunnen ontvangen, rechtsgeldig en levensvatbaar. Verordeningen en verbonden zijn de ‘geestelijke mijlpalen’ waar president Henry B. Eyring het over had toen hij zei: De heiligen der laatste dagen zijn een verbondsvolk. Vanaf de dag van de doop en bij alle geestelijke mijlpalen in ons leven doen wij God beloften en doet Hij ons beloften. Hij komt altijd de beloften na die Hij bij monde van zijn bevoegde dienstknechten doet, maar de hamvraag in ons leven is of wij met Hem verbonden sluiten en ze nakomen.’20

3. Door onze verbonden na te leven tonen we onze liefde voor onze Heiland en onze Vader in de hemel.

Van alle redenen om onze verbonden ijveriger na te leven, telt deze reden het meest — liefde. Een vers in het Oude Testament raakt mij diep in verband met het beginsel liefde. Wie wordt niet geroerd door de Bijbelse romance van Jakob en Rachel als we lezen: ‘Derhalve diende Jakob zeven jaren om Rachel, en die waren in zijn ogen als enkele dagen, omdat hij haar liefhad’?21 Zusters, leven wij onze verbonden met zulke diepe, toegewijde liefde na?

Waarom was de Heiland gewillig om zijn verbond met de Vader na te leven en zijn goddelijke verzoenende zending voor de zonden van de wereld te vervullen? Vanwege zijn liefde voor zijn Vader en zijn liefde voor ons. Waarom was de Vader gewillig om toe te laten dat zijn eniggeboren en volmaakte Zoon onbeschrijflijke pijn leed om de zonden, het verdriet, de ziekten en de zwakheden van de wereld en alles wat in dit leven oneerlijk is te dragen? We vinden het antwoord in deze woorden: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft.’22

‘Als we de vele zegeningen die ons ten deel vallen door de verlossing die voor ons is teweeggebracht ten volle zouden begrijpen, dan zou de Heer ons niets kunnen vragen wat we niet graag en gewillig zouden doen.’23 Volgens die uitspraak van president Joseph Fielding Smith is onze verbonden naleven een manier om onze liefde voor de onbevattelijke, oneindige verzoening van onze Heiland en Verlosser en de volmaakte liefde van onze Vader in de hemel te tonen.

Ouderling Holland heeft de volgende gedachte geopperd: ‘Ik weet niet precies hoe we de dag des oordeels zullen beleven, maar ik kan me heel goed voorstellen dat God ons dan op een bepaald moment dezelfde vraag stelt die Christus aan Petrus stelde: “Had jij Mij lief?”’24 Ik nodig u en mij vanavond uit om na te gaan hoeveel we van de Heiland houden, met als maatstaf hoe blijmoedig we onze verbonden naleven. De Heiland heeft gezegd: ‘Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.’25 Hebben we niet allemaal een manifestatie van de Heiland in ons dagelijks leven nodig!

Laten we onthouden dat zelfs zij die in het verleden afgedwaald waren of die nu worstelen, de aanraking van de hand van de goede Herder op hun hoofd kunnen voelen en zijn stem kunnen horen die zegt: ‘Kom maar. Je zit niet meer vast. Je bent vrij.’ De Heiland heeft gezegd: ‘Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen.’26 Hij kan dat zeggen want Hij is zijn verbonden met liefde nagekomen. De vraag is dan: doen wij dat ook? Mogen wij met geloof, een blijmoedig hart en een sterk verlangen om onze verbonden na te leven voorwaarts gaan. Zo tonen wij onze liefde voor onze Vader in de hemel en voor onze Heiland. Ik getuig van Hen beiden met grote liefde in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie D. Todd Christofferson, ‘U bent vrij’, Liahona, maart 2013, pp. 16, 18.

  2. Jeffrey R. Holland, ‘Verbonden nakomen: een boodschap voor wie op zending gaan’, Liahona, januari 2012, p. 49.

  3. Zie ‘Onze verbonden met God begrijpen’, Liahona, juli 2012, p. 23.

  4. ‘Ik ga daar waarheen Gij mij zendt’, lofzang 179; cursivering toegevoegd.

  5. 1 Nephi 14:14.

  6. Johannes 13:35.

  7. Lucy Mack Smith. In: Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging (2011), p. 28.

  8. Mosiah 27:14; cursivering toegevoegd.

  9. Leer en Verbonden 18:13.

  10. Zie Henry B. Eyring, ‘Geestelijke voorbereiding: begin meteen en wees consequent’, Liahona, november 2005, pp. 37–40.

  11. Richard G. Scott, ‘Vrede thuis’, Liahona, mei 2013, p. 30.

  12. Zie D. Todd Christofferson, ‘Het evangelie biedt oplossingen voor de problemen en moeilijkheden van het leven’ (wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden, februari 2012); lds.org/broadcasts.

  13. Zie Dallin H. Oaks, ‘Goed, beter, best’, Liahona, november 2007, p. 104.

  14. Thomas S. Monson, ‘Happiness—the Universal Quest’, Der Sternen, Mar. 1996, 5.

  15. 2 Nephi 5:27.

  16. Alma 50:23.

  17. Alma 50:22.

  18. Mosiah 18:11.

  19. Leer en Verbonden 84:38.

  20. Henry B. Eyring, ‘Witnesses for God’, Ensign, november 1996, p. 30; cursivering toegevoegd.

  21. Genesis 29:20.

  22. Johannes 3:16.

  23. Joseph Fielding Smith, ‘Importance of the Sacrament Meeting’, Relief Society Magazine, oktober 1943, p. 592.

  24. Jeffrey R. Holland, ‘Het eerste grote gebod’, Liahona, november 2012, p. 84.

  25. Johannes 14:21.

  26. Johannes 10:11.