2010–2019
Welkom op de conferentie
Oktober 2013


Welkom op de conferentie

Het is mijn gebed dat wij bij het luisteren en leren vervuld mogen zijn van de Geest van de Heer.

Wat is het fijn, geliefde broeders en zusters, dat we weer met elkaar in vergadering bijeen zijn. Het is iets meer dan 183 jaar geleden dat de profeet Joseph Smith de kerk op aanwijzing van de Heer stichtte. Die vergadering op 6 april 1830 werd door zes leden van de kerk bijgewoond.1

Het doet mij deugd dat ik kan mededelen, dat het ledental van de kerk twee weken geleden de vijftien miljoen is gepasseerd. De kerk blijft gestaag groeien en verandert elk jaar het leven van steeds meer mensen. Zij verspreidt zich over de aarde doordat ons zendingsleger in contact komt met mensen die naar de waarheid op zoek zijn.

Het is nauwelijks een jaar geleden dat ik bekendmaakte dat de minimumleeftijd voor een zending omlaag zou gaan. Waren er in oktober 2012 58.500 zendelingen in het zendingsveld, nu zijn dat er 80.333. Wat is dat een fantastische en inspirerende respons!

Er staat in de heilige Schriften geen verklaring die relevanter is, geen taak die bindender is, geen instructie die ondubbelzinniger is dan de opdracht die de herrezen Heer in Galilea aan de elf discipelen gaf. Hij zei toen: ‘Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des heiligen Geestes.’2 De profeet Joseph Smith heeft verklaard: ‘Uiteindelijk komt het erop neer dat het onze grootste en belangrijkste taak is om het evangelie te prediken.’3 Sommigen onder u zullen zich de woorden van president David O. McKay herinneren, die deze welbekende uitspraak deed: ‘Ieder lid een zendeling!’4

Ik voeg aan hun woorden mijn eigen woorden toe. De tijd is nu aangebroken voor de leden en zendelingen om de handen ineen te slaan en in de wijngaard van de Heer te werken en zielen tot Hem te brengen. Hij heeft ons de middelen gegeven om op talloze manieren zendingswerk te doen, en Hij zal onze inzet zegenen als wij in geloof zijn werk uitvoeren.

Om dit groeiende zendingsleger in stand te helpen houden, heb ik onze leden bij een eerdere gelegenheid gevraagd om, als zij het kunnen missen, aan het zendingsfonds van hun wijk of het algemeen zendingsfonds van de kerk bij te dragen. Er is goed gereageerd op dat verzoek. Daardoor konden we duizenden zendelingen helpen die niet in staat waren om hun eigen zending te bekostigen. Ik dank u voor uw royale bijdragen. En uw bijdragen zijn nog steeds welkom, zodat we hulp kunnen blijven bieden aan hen die graag op zending willen, maar die daar zelf niet de middelen voor hebben.

Welnu, broeders en zusters, we zijn hier gekomen om instructie en inspiratie te ontvangen. De komende twee dagen zult u vele boodschappen over een verscheidenheid aan evangelieonderwerpen horen. De mannen en vrouwen die zullen spreken, hebben voor de boodschap die zij zullen brengen om hemelse hulp gevraagd.

Het is mijn gebed dat wij bij het luisteren en leren vervuld mogen zijn van de Geest van de Heer. In de naam van onze Heiland, Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Hoewel er tientallen mensen bijeen waren gekomen op de dag dat de kerk werd gesticht, werden er officieel zes als lid vermeld.

  2. Matteüs 28:19.

  3. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), p. 356.

  4. David O. McKay, Conference Report, april 1959, p. 122.