2010–2019
Ga niet lichtvaardig met heilige dingen om
okt. 2014


Ga niet lichtvaardig met heilige dingen om

Beoordeel uw keuzes door uzelf deze vraag te stellen: ‘Zijn mijn beslissingen stevig in de vruchtbare grond van het evangelie van Jezus Christus geplant?’

Broeders en zusters, de beslissingen die we in dit leven nemen, hebben veel invloed op ons eeuwige leven. Er zijn zichtbare en onzichtbare krachten die onze beslissingen beïnvloeden. Dat werd mij vijf jaar geleden heel duidelijk gemaakt, op een manier die me bijna het leven kostte.

We waren met familieleden en vrienden op reis in het zuiden van Oman. We besloten om op het strand langs de kust van de Indische Oceaan uit te rusten. Vlak nadat we daar waren aangekomen, had onze zestienjarige dochter, Nellie, gevraagd of ze naar een zandbank toe mocht zwemmen. Toen ik naar de ruwe zee keek, zei ik tegen haar dat ik eerst zou gaan, voor het geval er gevaarlijke stromingen waren.

Toen ik even had gezwommen, riep ik naar mijn vrouw om te vragen of ik al bijna bij die zandbank was. Ze antwoordde: ‘Je bent er al ver voorbij.’ Zonder dat ik het wist, was ik in een getijstroom1 terechtgekomen en werd ik verder de zee ingetrokken.

Ik wist niet wat ik moest doen. Het enige wat ik kon bedenken, was terug naar de kust te zwemmen. Maar dat had ik juist niet moeten doen. Ik voelde me hulpeloos. Krachten waar ik geen invloed op had, trokken mij verder de zee in. Wat nog erger was, was dat mijn vrouw, die mij vertrouwde, me had gevolgd.

Broeders en zusters, ik dacht dat de kans groot was dat ik dit niet zou overleven en dat ik, door mijn beslissing, ook de dood van mijn vrouw zou veroorzaken. Na veel inspanning en volgens mij goddelijke tussenkomst, voelden we plotseling grond onder onze voeten. Het lukte ons om veilig naar onze vrienden en dochter terug te lopen.

Er zijn ook veel stromingen in dit aardse leven. Sommige zijn veilig, andere niet. President Spencer W. Kimball heeft gezegd dat er sterke krachten in ons leven zijn, net als de onzichtbare stromingen in de oceaan.2 Die krachten zijn heel echt. We mogen ze nooit negeren.

Ik wil u iets over een andere stroming vertellen, een goddelijke stroming, die een grote zegen in mijn leven is geworden. Ik ben een bekeerling tot de kerk. Voordat ik lid van de kerk werd, was skiën mijn grote ambitie. Daarom verhuisde ik na de middelbare school naar Europa. Na een ogenschijnlijk ideaal leven van enkele maanden, kreeg ik het gevoel dat ik moest vertrekken. Ik begreep toen niet waar dat gevoel vandaan kwam, maar ik gaf er toch gehoor aan. Ik kwam in Provo (Utah) terecht, met enkele goede vrienden die, net als ik, bij een andere godsdienst waren aangesloten.

In Provo kwam ik in contact met mensen die een heel ander leven leidden dan ik deed. Ik voelde me tot hen aangetrokken, hoewel ik niet wist waarom. Aanvankelijk verzette ik me tegen die gevoelens, maar al snel vond ik een vrede en rust die ik nog nooit had gevoeld. Ik begon een andere stroming te omarmen — waardoor ik kennis kreeg van een liefdevolle hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus.

In 1972 liet ik me met mijn vrienden dopen. Deze nieuwe stroming die ik volgde, het evangelie van Jezus Christus, gaf richting en inhoud aan mijn leven. Maar, het ging niet van een leien dakje. Alles was nieuw voor me. Ik voelde me soms verloren en verward. Zowel familieleden als vrienden kwamen met vragen en maakten het mij lastig.

Ik moest een beslissing nemen. Sommige van hun vragen riepen twijfel en onzekerheid bij me op. Het was een belangrijke beslissing. Wie kon mij erbij helpen? Velen probeerden me te overtuigen dat ik een grote fout had gemaakt — ‘getijstromen’ die vastbesloten waren om mij weg te sleuren van de vredige stroming die zo’n heerlijke bron van geluk was geworden. Ik ging heel duidelijk het beginsel begrijpen dat er ‘een tegenstelling in alle dingen’ is, dat ik zelf beslissingen moest nemen en mijn keuzevrijheid niet aan anderen kon overlaten.3

Ik vroeg mezelf af: ‘Waarom zou ik mezelf afkeren van wat me zoveel rust had gebracht?’ De Heer had tegen Oliver Cowdery gezegd: ‘Heb Ik u daarover geen vrede in uw gemoed geschonken?’4 Ik had een vergelijkbare ervaring. Daarom richtte ik me, met nog meer toewijding, tot een liefdevolle hemelse Vader, tot de Schriften en tot betrouwbare vrienden.

Maar er waren nog steeds vragen die ik niet kon beantwoorden. Hoe kon ik de onzekerheid wegnemen die ze veroorzaakten? In plaats van ze de vrede en het geluk te laten verstoren die ik had ontvangen, koos ik ervoor om ze even aan de kant zetten, vol vertrouwen dat de Heer ze ooit zou beantwoorden. Ik vond troost in deze woorden aan de profeet Joseph Smith: ‘Zie, gij zijt kinderkens en gij kunt nu niet alle dingen verdragen; gij moet toenemen in genade en in kennis van de waarheid.’5 Ik koos ervoor om mijn kennis van de waarheid niet te verzaken door een onbekende en twijfelachtige stroming te volgen — een mogelijke ‘getijstroom’. Ik zie nu de waarheid achter de woorden van president N. Eldon Tanner: ‘Het is veel verstandiger en beter voor de mens om de eenvoudige waarheden van het evangelie te aanvaarden […] en door geloof die dingen te aanvaarden die hij […] niet kan begrijpen.’6

Houdt dat in dat er geen ruimte voor oprechte vragen is? Vraag dat maar aan de jongen die zijn toevlucht in het heilige bos zocht, met de vraag bij welke kerk hij zich moest aansluiten. Neem de Leer en Verbonden in uw handen, en weet dat veel van wat er in dat geïnspireerde boek is geopenbaard, het resultaat is van een nederige zoektocht naar de waarheid. Joseph leerde: ‘Als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft […], en ze zal hem gegeven worden.’7 Als we oprechte vragen stellen en naar goddelijke antwoorden op zoek gaan, leren we ‘regel op regel, voorschrift op voorschrift’8 en nemen we in kennis en wijsheid toe.

De vraag is niet: ‘Is er wel ruimte voor eerlijke en oprechte vragen?’ De vraag is: ‘Waar vind ik de waarheid als ik vragen heb?’ ‘Zal ik verstandig genoeg zijn om me vast te houden aan de waarheid, ook als ik enkele vragen heb?’ Ik getuig dat er een goddelijke bron is. Iemand die alles weet — het begin en het einde. Alle dingen zijn aanwezig bij Hem.9 De Schriften getuigen: ‘God wandelt niet op kromme paden […], noch wijkt Hij af van hetgeen Hij heeft gezegd.’10

Gedurende ons aardse leven mogen we nooit denken dat onze keuzes alleen ons beïnvloeden. Onlangs werd ik thuis door een jonge man bezocht. Hij had een goede geest bij zich, maar ik merkte dat hij niet volledig actief in de kerk was. Hij vertelde me dat hij thuis met het evangelie was opgevoed, totdat zijn vader zijn moeder ontrouw was en daar een echtscheiding uit voortvloeide. Alle kinderen plaatsten vraagtekens bij de kerk en vielen af. Met pijn in mijn hart sprak ik met deze jonge vader, die door de keuzes van zijn vader zijn eigen waardevolle kinderen zonder de zegeningen van het evangelie van Jezus Christus opvoedde.

Een andere man die ik ken, die ooit trouw lid van de kerk was, had vragen over een bepaalde leerstelling. In plaats van zijn hemelse Vader om antwoord te vragen, vertrouwde hij volledig op wereldse bronnen. Zijn hart richtte zich de verkeerde kant op en hij ging op zoek naar de eer van mensen. Zijn trots werd wellicht bevredigd, in ieder geval tijdelijk, maar hij was van de machten van de hemel afgesneden.11 In plaats van de waarheid te zoeken, raakte hij zijn getuigenis kwijt en sleepte hij veel familieleden mee.

Deze twee mannen kwamen in een onzichtbare getijstroom terecht, en zij namen velen met hen mee.

Daarentegen denk ik aan LaRue en Louise Miller, mijn schoonouders, die nooit veel wereldse bezittingen hebben gehad. Zij kozen er niet alleen voor om hun kinderen de zuivere leer van het herstelde evangelie bij te brengen, maar het elke dag na te leven. Daardoor hebben zij hun nakomelingen gezegend met de vruchten van het evangelie en met hoop op het eeuwige leven.

Zij hadden thuis een sfeer gecreëerd waarin het priesterschap werd geëerd, waarin veel liefde en eensgezindheid heersten, en waar de beginselen van het evangelie werden nageleefd. Louise en LaRue hebben zij aan zij laten zien wat het betekent om naar het voorbeeld van de Heiland te leven. Hun kinderen konden duidelijk zien welke levensstromen vrede en geluk zouden brengen. En zij hebben hun beslissingen overeenkomstig genomen. President Kimball heeft gezegd: ‘Als wij voor een sterke, bestendige stroom naar ons doel van een rechtschapen leven kunnen zorgen, kunnen wij en onze kinderen voorwaarts gaan, ondanks de tegenwinden van beproeving, teleurstelling [en] verleiding.’12

Zijn onze keuzes belangrijk? Zijn ze alleen op ons van invloed? Hebben we een vaste koers in de eeuwige stroom van het herstelde evangelie uitgestippeld?

Soms word ik door een bepaalde gedachte achtervolgd. Wat had er gebeurd als ik op die dag in september, op het strand aan de Indische Oceaan, tegen mijn dochter Nellie had gezegd: ‘Ja, ga maar. Zwem maar naar die zandbank.’ Of als zij ook mijn voorbeeld had gevolgd, maar niet terug had kunnen zwemmen? En als ik verder had moeten leven in de wetenschap dat zij door mijn voorbeeld door een getijstroom de zee zou zijn ingetrokken om nooit meer terug te komen?

Zijn de stromingen die wij volgen belangrijk? Is ons voorbeeld belangrijk?

Onze hemelse Vader heeft ons gezegend met de goddelijke gave van de Heilige Geest om ons te leiden. Hij heeft ons inspiratie en openbaring beloofd als wij die waardig zijn. Ik moedig u allen aan om gebruik te maken van deze goddelijke gave. Beoordeel uw keuzes door uzelf deze vraag te stellen: ‘Zijn mijn beslissingen stevig in de vruchtbare grond van het evangelie van Jezus Christus geplant?’ Ik moedig u aan om de nodige aanpassingen te doen, groot of klein, zodat u en uw dierbaren de eeuwige zegeningen van onze hemelse Vader zullen ontvangen.

Ik getuig dat Jezus Christus onze Heiland en Verlosser is. Ik getuig dat de verbonden die we met Hem sluiten heilig zijn. We moeten nooit lichtvaardig met heilige dingen omgaan.13 Dat wij altijd getrouw zullen blijven, bid ik in de naam van Jezus Christus. Amen.