2010–2019
Het vaderschap: onze eeuwige bestemming
April 2015


Het vaderschap: onze eeuwige bestemming

Ik bid dat we in dit leven van de volheid van Vaders zegeningen mogen genieten en van de vervulling van zijn werk en zijn heerlijkheid door zelf eeuwige vaders te worden.

Mijn vader leerde me in mijn jeugd een belangrijke les. Hij zag dat ik mijn zinnen te veel op materiële zaken zette. Telkens als ik wat geld had, gaf ik het meteen weer uit — bijna altijd aan zaken voor mezelf.

Afbeelding
Painting of a father talking to son in front of window with a view of the city below

Op zekere dag ging hij nieuwe schoenen met me kopen. Op de eerste verdieping van het warenhuis vroeg hij me uit het raam te kijken.

‘Wat zie je?’ vroeg hij.

‘Gebouwen, de lucht, mensen’, antwoordde ik.

‘Hoeveel?’

‘Heel veel!’

Vervolgens haalde hij dit muntstuk uit zijn zak. Hij gaf het me en vroeg: ‘Wat is dit?’

Ik zei meteen: ‘Een zilveren dollar!’

Hij wist wel wat van chemie en vertelde: ‘Als je die zilveren dollar smelt en dan met de juiste ingrediënten vermengt, krijg je zilvernitraat. Wat zou je zien als we dit raam met een laag zilvernitraat bedekten?’

Ik had geen flauw idee en dus bracht hij me naar een grote spiegel en vroeg: ‘Wat zie je nu?’

Afbeelding
Father and son looking in a mirror at a clothing store.

‘Ik zie mezelf.’

‘Nee,’ zei hij, ‘je ziet zilver dat je beeltenis reflecteert. Als je je op het zilver concentreert, zul je alleen jezelf zien. Het zal je er als een sluier van weerhouden om duidelijk de eeuwige bestemming te zien die je hemelse Vader speciaal voor jou voorbereid heeft.’

‘Larry,’ zei hij, ‘“[zoek] niet de dingen van deze wereld, maar [streef] er eerst naar het koninkrijk Gods op te bouwen en [zijn] gerechtigheid te vestigen, en al deze dingen zullen [je] toegevoegd worden.”’ (Bijbelvertaling van Joseph Smith, Mattheüs 6:38.)

Hij droeg me op de dollar te houden en nooit kwijt te raken. Telkens als ik ernaar keek, moest ik denken aan de eeuwige bestemming die mijn hemelse Vader voor me heeft.

Ik hield van mijn vader en van de manier waarop hij me onderwees. Ik wilde net zoals hij zijn. Hij zaaide het verlangen in mijn hart om een goede vader te zijn en ik hoop met heel mijn hart dat ik zijn voorbeeld eer aan doe.

Onze geliefde profeet, president Thomas S. Monson, heeft vaak gezegd dat onze beslissingen onze bestemming bepalen en eeuwige gevolgen hebben. (Zie ‘Decisions Determine Destiny’ [CES-haardvuuravond, 6 november 2005], 2, lds.org/broadcasts.)

Behoren we ons dan geen duidelijk beeld van onze eeuwige bestemming te vormen, in het bijzonder van de bestemming die onze hemelse Vader wil dat we bereiken, namelijk het eeuwig vaderschap? Laat onze eeuwige bestemming de motivatie voor al onze beslissingen zijn. Onze Vader zal ons steunen, hoe moeilijk die beslissingen ook zijn.

Ik ontdekte hoe krachtig zo’n visie is toen ik met mijn zoons van twaalf en dertien aan een wandelwedstrijd deelnam. We moesten in minder dan twintig uur tachtig kilometer afleggen. We begonnen om negen uur ’s avonds en stapten de hele nacht en bijna heel de volgende dag door. Die negentien uur waren verschrikkelijk, maar we haalden het.

Toen we thuiskwamen, kropen we het huis in. Daar had een geweldige vrouw en moeder een heerlijke avondmaaltijd klaargemaakt, die we met geen vinger aanraakten. Mijn jongere zoon zakte totaal uitgeput op de zitbank in elkaar, terwijl de oudste de trap naar zijn slaapkamer afkroop.

Nadat ik zelf wat uitgerust had, ging ik naar mijn jongere zoon toe om te kijken of hij nog leefde.

‘Alles in orde?’ vroeg ik.

‘Pa, dat was het moeilijkste wat ik ooit gedaan heb, en ik wil het nooit meer doen.’

Ik vertelde hem niet dat ik het zelf ook nooit meer wilde doen. In plaats daarvan vertelde ik hem hoe trots ik was dat hij zoiets zwaars gepresteerd had. Ik wist dat het een goede voorbereiding was op andere moeilijke ervaringen in de toekomst. Met die gedachte in mijn hoofd zei ik: ‘Jongen, ik geef je een belofte. Als je op zending gaat, zul je nooit tachtig kilometer op één dag moeten wandelen.’

‘Goed, pa! Dan ga ik op zending.’

Die eenvoudige woorden vervulden mijn ziel met dankbaarheid en vreugde.

Daarna ging ik naar mijn oudste zoon beneden. Ik ging naast hem liggen, raakte hem even aan en zei: ‘Alles in orde, jongen?’

‘Pa, dat was het moeilijkste wat ik ooit gedaan heb, en ik wil het nooit meer doen.’ Hij sloot zijn ogen, deed ze weer open en zei: ‘Tenzij mijn zoon wil dat ik het doe.’

Met tranen in de ogen vertelde ik hem hoe dankbaar ik voor hem was. Ik vertelde hem dat ik wist dat hij een veel betere vader dan ik zou zijn. Ik was zo blij omdat hij op die leeftijd al begreep dat het vaderschap een van zijn heiligste priesterschapsplichten was. Hij was niet bang van die taak en titel — dezelfde titel waarmee God door ons aangesproken wil worden. Ik wist dat het mijn taak was om de vlammetjes van het vaderschap die in mijn zoon brandden aan te wakkeren.

Als vader kregen de volgende woorden van de Heiland een veel diepere betekenis voor me:

‘De Zoon kan niets van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet ook de Zoon op dezelfde wijze’ (Johannes 5:19).

‘Ik [doe niets] vanuit Mijzelf, maar [wat] Mijn Vader Mij heeft onderwezen’ (Johannes 8:28).

Ik hou van echtgenoot en vader zijn — getrouwd met een uitverkoren dochter van hemelse Ouders. Ik hou van haar. Het is een van de aspecten van mijn leven dat me de meeste voldoening schenkt. Ik hoopte die avond dat mijn vijf zoons en hun zus in mij altijd de vreugde zouden zien die voortvloeit uit het eeuwig huwelijk, het vaderschap en het gezin.

Vaders, ik ben er zeker van dat u deze uitspraak weleens gehoord hebt: ‘Predik het evangelie te allen tijde, en gebruik daarbij woorden als dat nodig is’ (toegeschreven aan Franciscus van Assisi). U leert uw kinderen elke dag wat het betekent om vader te zijn. U legt het fundament voor de volgende generatie. Uw zoons leren hoe ze echtgenoot en vader moeten zijn door u in die taken te observeren. Bijvoorbeeld:

Weten ze hoeveel u van hun moeder houdt en haar koestert en hoe graag u hun vader bent?

Zij leren hoe ze hun toekomstige vrouw en kinderen behoren te behandelen door te zien hoe u ieder van hen behandelt, zoals onze hemelse Vader dat zou doen.

Dankzij uw voorbeeld leren ze dat ze vrouwen behoren te respecteren, eren en beschermen.

Ze kunnen in uw gezin leren om in liefde en rechtschapenheid hun eigen gezin te presideren. Ze kunnen leren om in zowel de stoffelijke als de geestelijke levensbehoeften en de bescherming van hun gezin te voorzien. (zie ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, november 2010, 129.)

Broeders, met alle kracht van mijn ziel vraag ik u om over het volgende na te denken: zien uw zoons dat u ernaar streeft om te doen wat onze hemelse Vader wil dat zij doen?

Ik hoop dat het antwoord ‘ja’ is. Als het antwoord ‘nee’ is, is het nog niet te laat om te veranderen, maar u moet er vandaag mee beginnen. En ik getuig dat uw hemelse Vader u zal helpen.

Jongemannen, ik heb jullie lief. Jullie weten dat jullie je voorbereiden om het Melchizedeks priesterschap en heilige tempelverordeningen te ontvangen, je plicht om op zending te gaan te vervullen, en daarna, zonder al te lang te wachten, in de tempel met een dochter van God te trouwen en een gezin te stichten. Vervolgens behoor je je gezin in geestelijke zaken te leiden volgens de ingevingen van de Heilige Geest (zie LV 20:44; 46:2; 107:12).

Ik heb aan veel jongemannen over de hele wereld gevraagd: ‘Waarom ben je hier?’

Tot nu toe heeft niet een van hen geantwoord: ‘Om te leren om een vader te zijn, zodat ik voorbereid ben en in aanmerking kom om alles wat mijn hemelse Vader heeft te ontvangen.’

Laten we jouw Aäronische-priesterschapsplichten die in afdeling 20 van de Leer en Verbonden staan eens doornemen. Schenk aandacht aan wat jij voelt terwijl ik deze plichten op het gezin toepas.

‘[Al je gezinsleden] uitnodigen om tot Christus te komen’ (vers 59).

‘Altijd over [hen] waken, en bij hen […] zijn en hen […] versterken’ (vers 53).

Tot de leden van het gezin prediken, hun onderwijzen, uitleggen, hen aansporen en dopen (zie vers 46).

‘Hen […] vermanen overluid en in het verborgen te bidden, en alle huiselijke plichten na te komen’ (vers 47).

‘Erop [toezien] dat er geen ongerechtigheid in [het gezin] is, noch hardheid onder elkaar, noch liegen, laster of kwaadsprekerij’ (vers 54).

‘Erop [toezien] dat [het gezin] dikwijls tezamen komt’ (vers 55).

Je vader in zijn taken als patriarch bijstaan. Je moeder bij afwezigheid van je vader met priesterschapskracht bijstaan (zie verzen 52, 56).

Indien gevraagd ‘anderen [in het gezin] ordenen tot priester, leraar of diaken’ (vers 48).

Klinkt dit niet als het werk en de taak van een vader?

Afbeelding
A young man reading a a Church publication.

Als je je plichten in het Aäronisch priesterschap vervult, bereid je je op het vaderschap voor. Het boekje Plicht jegens God leert je over je plichten en kan je helpen specifieke plannen te maken om die te vervullen. Het kan een gids en steun zijn als je ernaar streeft om de wil van je hemelse Vader te weten te komen en doelen stelt die je wilt uitvoeren.

Je Vader in de hemel heeft je in deze tijd naar de aarde gestuurd voor een bijzonder werk en een eeuwig doel. Hij wil dat je dat doel duidelijk ziet en begrijpt. Hij is je Vader en je kunt je voor leiding altijd tot Hem wenden.

Ik weet dat onze hemelse Vader om ieder van ons geeft en een persoonlijk plan voor ons heeft waarmee we onze eeuwige bestemming kunnen bereiken. Hij heeft ons zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, gezonden die ons door de verzoening onze tekortkomingen helpt overwinnen. Hij heeft ons met de Heilige Geest gezegend die tot ons getuigt, ons gezelschap houdt en ons naar onze eeuwige bestemming leidt als we op Hem vertrouwen. Ik bid dat we in dit leven van de volheid van Vaders zegeningen mogen genieten en van de vervulling van zijn werk en zijn heerlijkheid door zelf eeuwige vaders te worden (zie Mozes 1:39). In de naam van Jezus Christus. Amen.