2010–2019
‘Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht’
Oktober 2015


‘Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht’

God heeft ons geboden gegeven, omdat Hij ons liefheeft. Wij laten Hem zien dat we Hem liefhebben als we die geboden naleven.

Toen onze oudste dochter, Jen, na de geboorte van haar derde dochtertje uit het ziekenhuis kwam, ging ik naar haar toe om te helpen. Toen haar oudste dochter naar school was gegaan, besloten we dat Jen vooral rust nodig had. Dus het beste wat ik kon doen, was haar dochter Chloe met mij mee naar huis nemen, zodat haar moeder en babyzusje rust hadden.

Ik zette Chloe in het autostoeltje, maakte haar gordel vast, deed mijn gordel om en reed van de oprit af. Maar nog voordat we het eind van de straat bereikt hadden, had Chloe haar gordel al losgemaakt en stond rechtop, keek over mijn schouder en praatte tegen me! Ik zette de auto aan de kant van de weg, stapte uit en deed haar weer in de gordel.

We gingen weer verder, maar waren nog maar een klein eindje gevorderd of ze was alweer van haar stoel af. Ik herhaalde de procedure, maar dit keer stond Chloe alweer, voordat ik zelfs terug in de auto was en mijn gordel om had!

Daar zat ik dan in de auto aan de kant van de weg met een machtsstrijd met een driejarig kind. En ze was aan de winnende hand!

Ik bedacht van alles om haar te overtuigen dat het een goed idee was om in de gordel in haar autostoeltje te blijven. Maar ze was niet overtuigd! Tenslotte probeerde ik de als-dan benadering.

Ik zei: ‘Chloe, als je in de gordel in je autostoeltje blijft zitten, dan gaan we, zodra we bij oma thuis zijn, met klei spelen.

Geen antwoord.

‘Chloe, als je in de gordel op je stoel blijft, dan gaan we bij oma thuis brood bakken.

Geen antwoord.

Ik probeerde het nogmaals. ‘Chloe, als je in de gordel op je stoel blijft, dan kunnen we bij de supermarkt iets lekkers halen!’

Na drie pogingen wist ik dat het vergeefse moeite was. Ze wist wat ze wilde en geen enkele als-dan kon haar overhalen om in de gordel in haar stoel te blijven zitten.

We konden niet de hele dag aan de kant van de weg doorbrengen, maar ik wilde de wet gehoorzamen en het was niet veilig om te rijden terwijl Chloe stond. Ik bad in stilte en hoorde de Geest fluisteren: ‘Onderwijs haar.’

Ik keerde me naar haar toe en trok de autogordel een eind van mijn lichaam af zodat ze hem kon zien. Ik zei: ‘Chloe, ik doe deze autogordel om omdat hij me zal beschermen. Maar jij hebt je autogordel niet om en bent dus niet veilig. En ik word heel verdrietig als je gewond raakt.’

Ze keek me aan. Ik kon de radertjes in haar kleine hersenen bijna zien draaien, terwijl ik gespannen op haar reactie wachtte. Uiteindelijk begonnen haar grote blauwe ogen te stralen en zei ze: ‘Oma, je wilt dat ik mijn gordel om heb, omdat je van me houdt!’

De Geest vervulde de auto toen ik mijn liefde voor dit dierbare kleine meisje uitsprak. Ik wilde dat gevoel vasthouden, maar ik wist dat dit het moment was, dus ik stapte uit en zette haar in haar autostoeltje met de gordel om. Toen vroeg ik haar: ‘Chloe, zul je in je stoeltje blijven zitten?’ En dat deed ze — helemaal tot aan de supermarkt voor iets lekkers! En ze bleef netjes zitten van de supermarkt tot mijn huis, waar we brood bakten en met klei speelden omdat Chloe zoiets niet vergeet!

Toen ik die dag terugreed, moest ik aan een tekst denken: ‘Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht.’1 We hebben regels om onze kinderen te onderwijzen, leiden en beschermen. Waarom? Vanwege de grote liefde die we voor hen voelen. Maar pas toen Chloe begreep dat ik wilde dat ze netjes in de gordel in haar stoeltje bleef zitten vanwege mijn liefde voor haar was ze bereid zich aan iets wat zij als een inperking zag te onderwerpen. Ze dacht dat haar autogordel haar vrijheid beperkte.

Evenals Chloe kunnen wij besluiten om de geboden als beperkingen te zien. We denken soms misschien dat Gods wetten onze persoonlijke vrijheid beknotten, onze keuzevrijheid in de kiem smoren en onze groei beperken. Maar als we naar meer begrip streven en toelaten dat onze Vader ons onderwijst, zal het ons duidelijk worden dat Hij met die wetten laat zien dat Hij ons liefheeft; en dat onze naleving van die wetten bewijst dat we Hem liefhebben.

Als u merkt dat u, figuurlijk gesproken, aan de kant van de weg staat, wil ik u een paar beginselen aan de hand doen, waarmee u, als u ze opvolgt, weer veilig op ‘de weg van geloof en gehoorzaamheid’2 komt.

Ten eerste, vertrouw op God. Vertrouw op zijn eeuwig plan voor u. Ieder van ons is ‘een dierbare zoon of dochter van hemelse Ouders.’ Dat Zij ons liefhebben blijkt uit de geboden. Geboden zijn essentiële aanwijzingen om ons te onderwijzen, leiden en beschermen terwijl we ‘aardse ervaringen […] opdoen’.3

In de voorsterfelijke wereld gebruikten we onze keuzevrijheid om Gods plan te aanvaarden4 en we zagen in dat gehoorzaamheid aan Gods eeuwige wet van wezenlijk belang was, wilde dat plan voor ons werken. In de Schriften staat: ‘Er is een wet vóór de grondlegging dezer wereld onherroepelijk in de hemel afgekondigd, waarop alle zegeningen zijn gegrond.’5 Als we de wet gehoorzamen, ontvangen we de zegeningen.

Ondanks alle fouten, tegenwerkingen en leermomenten die deel uitmaken van ons sterfelijk leven verliest God onze eeuwig mogelijkheden nooit uit het oog, zelfs niet als wij dat wel doen. We kunnen Hem vertrouwen ‘want God wil zijn kinderen terughebben.’6 En Hij heeft daartoe de weg gebaand door de verzoening van zijn Zoon, Jezus Christus. De verzoening ‘is de kern van het heilsplan.’7

Ten tweede, vertrouw op Jezus. De verzoening van Jezus Christus is de ultieme uiting van gehoorzaamheid en liefde. Hij onderwierp Zich aan de wil van de Vader en legde zijn leven voor ons neer. Hij heeft gezegd: ‘Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf.’8

Jezus heeft ook gezegd:

‘U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.

‘Dit is het eerste en het grote gebod.

‘En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.’9

We zijn elke zondag in de gelegenheid om de zuivere liefde van onze Heiland te overpeinzen en te gedenken, wanneer we van de zinnebeelden van zijn oneindige verzoening nemen. Bij het avondmaal kijk ik hoe handen en armen zich uitstrekken om het brood en het water door te geven. Terwijl ik mijn arm uitstrek en ervan neem, verbind ik mij dat ik gewillig ben zijn naam op me te nemen, Hem altijd indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden. En Hij belooft ‘dat [we] zijn Geest altijd bij [ons] mogen hebben’.10

Ten derde, vertrouw op de influisteringen van de Geest. Weet u nog dat de Geest mij bij mijn ervaring met Chloe een tekst influisterde? Dat is Johannes 14:15: ‘Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht.’ En daarop volgen deze belangrijke verzen:

‘Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid,

‘namelijk de Geest van de waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.’11

Elk lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen dat bevestigd is en het waardig is, heeft recht op het gezelschap van de Heilige Geest. Vasten, gebed, Schriftstudie en gehoorzaamheid vergroten ons vermogen om de ingevingen van de Geest te horen en voelen aanzienlijk.

Als u vol twijfel en verwarring bent, zullen de Vader en de Zoon de Heilige Geest sturen om u te waarschuwen en u veilig door de gevaren van dit sterfelijk leven heen te leiden. Hij zal u dingen in herinnering brengen, u troosten en u vervullen met ‘hoop en volmaakte liefde’.12

Ten vierde, vertrouw op de raad van de hedendaagse profeten. Onze Vader heeft een manier gegeven waarop we door middel van zijn profeten zijn woord kunnen horen en zijn wet kennen. De Heer heeft verklaard: ‘[…] mijn woord zal […] geheel worden vervuld, hetzij door mijn eigen stem, hetzij door de stem van mijn dienstknechten, dat is hetzelfde.’13

Onlangs hebben levende profeten ons aangeraden de sabbatdag te gedenken en die te heiligen14 en de wet van vasten na te leven. Opvolging van deze profetische raad biedt ons de kans om God en onze naaste lief te hebben, doordat we ons geloof in Jezus Christus vergroten en onze hand uitstrekken om anderen liefde en zorg te schenken.15

Het is veilig om de raad van de Heer, die we bij monde van zijn profeten krijgen, op te volgen. God heeft president Thomas S. Monson, de raadgevers in het Eerste Presidium en de leden van het Quorum van de Twaalf Apostelen als profeten, zieners en openbaarders geroepen. In een wereld met steeds meer angst, afleiding, tegenslag en woede kunnen we hen tot voorbeeld nemen en zien hoe discipelen van Jezus Christus — vervuld van naastenliefde — eruitzien en klinken, en reageren op zaken die tot verdeeldheid zouden kunnen leiden. Ze getuigen van Jezus Christus en reageren met naastenliefde, de reine liefde van Jezus Christus.

Na mijn ervaring met Chloe ging ik in de Schriften op zoek naar teksten waarin over geboden en liefde wordt gesproken. Ik vond er vele. Elk van die teksten herinneren ons eraan dat zijn geboden een uiting van zijn liefde voor ons zijn en dat wij laten Hem zien dat we Hem liefhebben als we die geboden naleven.

Ik getuig dat we, als we op God, onze eeuwige Vader, vertrouwen, als we op zijn Zoon, Jezus Christus vertrouwen en geloof in zijn verzoening oefenen, als we op de influisteringen van de Geest en op de raad van hedendaagse profeten vertrouwen, onze weg veilig kunnen vervolgen — niet slechts lijdzaam, maar met vreugde in onze reis naar huis. In de naam van Jezus Christus. Amen.