2010–2019
De Heilige Geest als uw metgezel
Oktober 2015


De Heilige Geest als uw metgezel

Als we daartoe waardig leven, kunnen we met het gezelschap van de Geest gezegend worden, niet alleen zo nu en dan, maar altijd.

Geliefde broeders en zusters, ik ben dankbaar dat ik op deze sabbatdag bij u ben in de algemene conferentie van de kerk van de Heer. Ik heb, net als u, de Heilige Geest gevoeld, die getuigt dat de woorden die zijn gesproken en gezongen, waar zijn.

Ik wil vandaag bij u graag het verlangen en vaste voornemen aanwakkeren om de gave aan te grijpen die ons allen na onze doop beloofd is. Bij onze bevestiging hoorden we deze woorden: ‘Ontvang de Heilige Geest.’1 Vanaf dat moment veranderde ons leven voorgoed.

Als we daartoe waardig leven, kunnen we met het gezelschap van de Geest gezegend worden, niet alleen zo nu en dan, zoals bijvoorbeeld de opmerkelijke ervaringen die we vandaag hebben gehad, maar altijd. U weet dankzij de woorden van het avondmaalsgebed hoe die belofte vervuld wordt: ‘O God, eeuwige Vader, wij vragen U in de naam van uw Zoon, Jezus Christus, dit brood te zegenen en te heiligen voor de zielen van allen die ervan nemen, opdat zij mogen eten ter gedachtenis van het lichaam van uw Zoon en U, o God, eeuwige Vader, betuigen dat zij gewillig zijn de naam van uw Zoon op zich te nemen en Hem altijd indachtig te zijn, en zijn geboden te onderhouden die Hij hun heeft gegeven.’

En dan komt de belofte: ‘Opdat zij zijn Geest altijd bij zich mogen hebben’ (LV 20:77; cursivering toegevoegd).

De Geest altijd bij ons hebben, betekent dat we de leiding en aanwijzingen van de Heilige Geest in ons dagelijkse leven ervaren. De Geest kan ons bijvoorbeeld waarschuwen om de verleiding te weerstaan kwaad te doen.

Alleen al om die reden is het zonneklaar waarom de dienstknechten van de Heer ons verlangen proberen op te wekken God in onze avondmaalsdiensten te aanbidden. Als we in geloof van het avondmaal nemen, kan de Heilige Geest ons en onze dierbaren vervolgens beschermen tegen de verleidingen die zich steeds intenser en vaker aandienen.

Het gezelschap van de Heilige Geest maakt wat goed is aantrekkelijker en verleidingen minder aanlokkelijk. Alleen om die reden zouden we al vastbesloten moeten zijn om de Geest altijd bij ons te hebben.

De Heilige Geest sterkt ons niet alleen tegen het kwaad, maar Hij geeft ons ook het vermogen om waarheid van dwaling te onderscheiden. De belangrijkste waarheid wordt alleen door openbaring van God bevestigd. Onze menselijke rede en zintuigen zijn daartoe niet toereikend. We leven in een tijd waarin zelfs de wijsten grote moeite zullen hebben om waarheid van sluwe misleiding te onderscheiden.

De Heer vertelde zijn apostel Thomas, die tastbaar bewijs van de opstanding van de Heiland wilde door diens wonden aan te raken, dat openbaring betrouwbaarder bewijs oplevert: ‘Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven’ (Johannes 20:29).

De waarheden die de weg terug naar God markeren, worden door de Heilige Geest bevestigd. We kunnen niet naar het bos gaan en de Vader en de Zoon met de jonge Joseph Smith zien spreken. Er valt met geen tastbaar bewijs of logisch argument vast te stellen dat Elia zoals was beloofd, is gekomen om de priesterschapssleutels te verlenen die een levende profeet, Thomas S. Monson, nu bezit en uitoefent.

Bevestiging van waarheid komt tot een zoon of dochter van God die het recht op de Heilige Geest ontvangen heeft. Dwalingen en leugens kunnen ons te allen tijde overvallen. We hebben dus de constante invloed van de Geest der waarheid nodig om ons momenten van twijfel te besparen.

Als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen spoorde George Q. Cannon ons aan om er blijvend naar te streven de Geest bij ons te hebben. Hij beloofde, en dat beloof ik ook, dat als we die koers volgen, we ‘nooit gebrek aan kennis’ van de waarheid zullen hebben, ‘nooit in twijfel of in duisternis’ gehuld zullen zijn, en dat ons ‘geloof sterk zal zijn, [onze] vreugde […] volkomen’.2

We hebben die constante hulp van het gezelschap van de Heilige Geest om nog een andere reden nodig. We kunnen onverwacht met de dood van een dierbare te maken krijgen. Het getuigenis van de Heilige Geest dat er een liefdevolle hemelse Vader en een herrezen Heiland zijn, biedt ons hoop en troost bij het verlies van een dierbare. Dat getuigenis moet levend zijn als de dood intreedt.

Om vele redenen hebben we dus het constante gezelschap van de Heilige Geest nodig. We verlangen er wel naar, maar weten uit ervaring dat we Hem gemakkelijk kunnen verliezen. We denken, zeggen en doen allemaal dingen in ons dagelijks leven die de Geest kunnen verdrijven. De Heer heeft gezegd dat de Heilige Geest onze constante metgezel zal zijn als ons hart vol naastenliefde is en als deugd onze gedachten onophoudelijk siert (zie LV 121:45).

Aan wie worstelen met de hoge normen om voor de gave van het gezelschap van de Geest in aanmerking te komen, bied ik deze aanmoediging. Er zijn momenten geweest waarop u de invloed van de Heilige Geest gevoeld hebt. Dat is wellicht vandaag nog gebeurd.

U kunt die momenten van inspiratie behandelen als de zaadjes van geloof die Alma beschreef (zie Alma 32:28). Zaai ze stuk voor stuk. Dat kunt u doen door te handelen naar de ingeving die u kreeg. De waardevolste inspiratie voor u is te weten wat God wil dat u doet. Als dat het betalen van tiende is, of bij een verdrietige vriend langsgaan, dan moet u dat doen. Doe het, wat het ook is. Als u hebt laten zien dat u bereid bent om te gehoorzamen, zal de Geest u meer indrukken geven van wat God u vraagt voor Hem te doen.

Als u blijft gehoorzamen, zullen de indrukken van de Geest zich vaker aandienen en zult u Hem steeds meer gaan voelen als uw constante metgezel. Uw vermogen om het goede te kiezen zal toenemen.

U kunt weten wanneer die indrukken om te handelen uit de Geest en niet uit uw eigen verlangens voortkomen. Als de indrukken stroken met wat de Heiland en zijn hedendaagse profeten en apostelen gezegd hebben, kunt u er met vertrouwen gehoor aan geven. Dan zal de Heer zijn Geest sturen om bij u te zijn.

Als u bijvoorbeeld een geestelijke aansporing voelt om de sabbatdag te heiligen, vooral als dat moeilijk lijkt, zal God zijn Geest sturen om u te helpen.

Die hulp kreeg mijn vader jaren geleden ook toen hij voor zijn werk in Australië was. Hij was op een zondag alleen en wilde graag van het avondmaal nemen. Hij kon geen informatie over diensten van de heiligen der laatste dagen vinden. Dus begon hij maar te lopen. Hij bad bij elk kruispunt welke kant hij op moest gaan. Na een uur lopen en afslaan hield hij weer stil om te bidden. Hij kreeg de ingeving om een bepaalde straat in te lopen. Al gauw hoorde hij gezang uit een ruimte op de begane grond van een flatgebouw komen. Hij keek door het raam naar binnen en zag enkele mensen bij een tafel met een wit kleed en avondmaalsschalen erop zitten.

Dat zegt u misschien niet veel, maar voor hem was het iets geweldigs. Hij wist dat de belofte van het avondmaalsgebed vervuld was: ‘Hem altijd indachtig te zijn, en zijn geboden te onderhouden die Hij hun heeft gegeven, opdat zij zijn Geest altijd bij zich mogen hebben.’ (LV 20:77).

Dat was maar één voorbeeld van momenten dat hij bad en dan deed wat de Geest Hem volgens de wil van God influisterde. Hij is dat door de jaren heen blijven doen, zoals u en ik dat ook zullen doen. Hij sprak nooit over zijn geestelijke instelling. Hij bleef gewoon kleine dingen voor de Heer doen, die hem werden ingegeven.

Als een groep heiligen der laatste dagen hem vroeg hen toe te spreken, dan deed hij dat. Het maakte niet uit of het tien of vijftig mensen betrof, of hoe moe hij was. Hij gaf zijn getuigenis van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, en van de profeten wanneer de Geest hem er ook toe dreef.

Zijn hoogste roepingen in de kerk waren in de hoge raad van de ring Bonneville (Utah, VS), waar hij onkruid wiedde op de boerderij van de ring, en hij gaf les in een zondagsschoolklas. Door de jaren heen was de Heilige Geest er als zijn metgezel wanneer hij die nodig had.

Ik stond naast mijn vader in een ziekenhuiskamer. Mijn moeder, toen al 41 jaar lang zijn vrouw, lag daar op bed. We hadden urenlang bij haar gewaakt. We zagen de trekken van pijn uit haar gezicht verdwijnen. De vingers van haar handen, die tot een vuist gebald waren, ontspanden. Haar armen kwamen naast haar tot rust.

De pijn van tientallen jaren kanker was voorbij. Ik zag een vredige blik op haar gezicht. Ze ademde een paar keer kort, zuchtte en lag er toen roerloos bij. We bleven staan afwachten of er nog een ademhaling zou volgen.

Uiteindelijk zei mijn vader zachtjes: ‘Het meisje is naar huis gegaan.’

Hij vergoot geen tranen. Dat kwam doordat de Heilige Geest hem lang daarvoor een duidelijk beeld had gegeven van wie ze was, waar ze vandaan kwam, wie ze geworden was en waar ze heenging. De Geest had vele malen tot hem getuigd van een liefdevolle hemelse Vader, van een Heiland die de macht van de dood verbroken had en van de tempelverzegeling van hem, zijn vrouw en zijn gezin.

De Geest had hem lang daarvoor al verzekerd dat haar goedheid en geloof haar terugkeer naar een hemelse woning veiliggesteld hadden, waar ze als een geweldig kind vol belofte herkend en eervol thuis verwelkomd zou worden.

Voor mijn vader was dat meer dan hoop. Door de Heilige Geest was het realiteit voor hem geworden.

Nu zeggen sommigen misschien dat zijn woorden en de voorstelling die hij zich van een hemelse woning maakte slechts een verzachtende inbeelding waren, de versluierde zienswijze van een man als reactie op zijn verlies. Maar hij had kennis van eeuwige waarheid op de enige manier waarop u die kunt weten.

Hij was als wetenschapper zijn hele volwassen leven op zoek geweest naar waarheid over de fysieke wereld. Hij gebruikte de middelen van de wetenschap goed genoeg om onder zijn vakgenoten over de hele wereld gerespecteerd te worden. Veel van wat hij op scheikundig vlak deed, kwam door wat hij in gedachten aan moleculen voor zich zag bewegen waarna hij die beelden door experimenten in een laboratorium bevestigde.

Maar hij had een andere koers gevolgd om de waarheden te ontdekken die er voor hem en voor ieder van ons het meeste toedoen. Alleen door de Heilige Geest kunnen we mensen en gebeurtenissen zien zoals God ze ziet.

Die gave duurde voort in het ziekenhuis nadat zijn vrouw overleden was. We raapten mijn moeders spullen bij elkaar om mee naar huis te nemen. Mijn vader bedankte onderweg naar de auto iedere verpleegkundige en arts die we tegenkwamen. Ik weet nog dat ik lichtelijk geïrriteerd vond dat we weg moesten gaan om alleen te rouwen.

Ik besef nu dat hij dingen zag die alleen de Heilige Geest hem heeft kunnen laten zien. Hij zag die mensen als engelen die God gezonden had om over zijn lieveling te waken. Zij zagen zichzelf wellicht als zorgverleners, maar mijn vader bedankte ze namens de Heiland voor hun werkzaamheden.

De invloed van de Heilige Geest bleef bij hem toen we bij het huis van mijn ouders aankwamen. We praatten een paar minuten na in de woonkamer. Mijn vader gaf aan dat hij even naar zijn slaapkamer wilde.

Na een paar minuten kwam hij de woonkamer weer in. Hij glimlachte ontspannen. Hij liep naar ons toe en zei zachtjes: ‘Ik was bezorgd dat Mildred alleen in de geestenwereld aan zou komen. Ik dacht dat ze zich in de menigte misschien verloren zou voelen.’

Toen zei hij opgewekt: ‘Ik heb net gebeden. Ik weet dat het Mildred goed gaat. Mijn moeder was daar om haar te verwelkomen.’

Ik weet nog dat ik moest glimlachen toen hij dat zei. Ik zag mijn grootmoeder voor me, zich haastig op haar korte beentjes een weg door een menigte banen zodat ze haar schoondochter bij haar aankomst kon begroeten en omhelzen.

Een van de redenen waarom mijn vader die troost vroeg en kreeg, was omdat hij sinds zijn kinderjaren altijd in geloof gebeden had. Hij was het gewend om antwoorden in zijn hart te krijgen die hem troost en richting gaven. Hij had niet alleen de gewoonte om te bidden, maar was tevens bekend met de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten. Dus herkende hij de vertrouwde influisteringen van de Geest, die u vandaag wellicht hebt gevoeld.

Het gezelschap van de Geest had hem meer dan troost en leiding gegeven. Het had hem dankzij de verzoening van Jezus Christus veranderd. Als we de belofte aannemen dat we de Geest altijd bij ons kunnen hebben, kan de Heiland ons louteren zodat we in aanmerking komen voor het eeuwige leven, de grootste van alle gaven Gods (zie LV 14:7).

‘Welnu, dit is het gebod: bekeert u, al gij einden der aarde, en komt tot Mij en laat u dopen in mijn naam, zodat gij door het ontvangen van de Heilige Geest kunt worden geheiligd, zodat gij ten laatsten dage vlekkeloos voor mijn aangezicht kunt staan’ (3 Nephi 27:20).

Die geboden gaan gepaard met deze belofte van de Heer:

‘En nu, voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Stel uw vertrouwen in die Geest die ertoe beweegt goed te doen — ja, recht te doen, ootmoedig te wandelen, rechtvaardig te oordelen; en dat is mijn Geest.

‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen’ (LV 11:12–13).

Ik getuig tot u dat God de Vader leeft, dat de herrezen Jezus Christus zijn kerk leidt, dat Thomas S. Monson alle sleutels van het priesterschap bezit, en dat openbaring door de Heilige Geest leiding en steun biedt aan De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en de ootmoedige leden ervan.

Ook getuig ik tot u dat deze geweldige mannen, die vandaag tot ons gesproken hebben als getuige van de Heer Jezus Christus, als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen, door God zijn geroepen. Ik weet dat de Geest op president Monson heeft ingewerkt om hen te roepen. En toen u naar hen en hun getuigenis luisterde, heeft de Heilige Geest u laten weten wat ik nu tot u zeg. Ze zijn door God geroepen. Ik steun ze en heb ze lief en ik weet dat de Heer hen liefheeft en ze zal schragen bij hun werk. En dat getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Handboek 2: de kerk besturen (2010), 20.3.10.

  2. Zie George Q. Cannon, in ‘Minutes of a Conference’, Millennial Star, 2 mei 1863, 275–276.