Als u zich tot Hem wendt, zal Hij antwoorden

Ik heb over de verslagen van verscheidene personen in de Schriften nagedacht. Neem Laman en Lemuël bijvoorbeeld. Net als Nephi waren ze ‘uit goede ouders’ geboren ‘en in al de geleerdheid van [hun] vader onderwezen.’² Toch morden ze omdat hun vader een man van visioenen was. Volgens hen waren zijn beslissingen niet logisch, want zij kenden de wil van God niet. Daarom wilden ze niet geloven.³

Het is interessant om te zien dat ze door hun keuzen geloofsversterkende ervaringen konden opdoen. Ze lieten hun huis en hun rijkdommen achter. Ze leden toen ze door de wildernis trokken. Uiteindelijk hielpen ze met de bouw van de boot en reisden ze naar een onbekend land.

Nephi ervoer hetzelfde. Maar werd hun geloof door die ervaringen versterkt? Nephi’s geloof werd sterker, maar Laman en Lemuël werden steeds cynischer en bozer. Die broers zagen en hoorden zelfs een engel. Maar ze bleven twijfelen.⁴

Het sterfelijk leven is voor niemand gemakkelijk. We zijn hier op aarde om beproefd te worden. Onze reactie op de ervaringen in ons leven heeft veel invloed op ons getuigenis. Denk eens aan de reacties van Laman en Lemuël: ze morden toen hun vader van ze verwachtte dat ze moeilijke taken op zich namen.⁵ Ze probeerden de koperen platen te bemachtigen. Maar toen dat niet lukte, gaven ze de moed op. Hun houding was: ‘We hebben het geprobeerd. Wat kunnen we verder nog doen?’⁶

Er was zelfs een moment waarop ze spijt hadden en om vergeving vroegen.⁷ Ze gingen in gebed en kregen vergeving. Maar in de Schriften staat dat ze later toch weer gingen morren en niet meer wilden bidden. Ze gingen naar Nephi toe en zeiden dat ze ‘de woorden die [hun] vader [had] gesproken’, niet konden begrijpen.⁸ Nephi vroeg ze: ‘Hebt gij navraag gedaan bij de Heer?’⁹ Let op hun reactie: ‘Dat hebben wij niet gedaan; want de Heer maakt ons zoiets niet bekend.’¹⁰

Nephi’s reactie op zijn broers is een sleutel waarmee wij altijd antwoord op onze gebeden kunnen krijgen:

‘Hoe komt het dat gij de geboden des Heren niet onderhoudt? Hoe komt het dat gij wegens de verstoktheid van uw hart verloren wilt gaan?

‘Herinnert gij u niet de dingen die de Heer heeft gezegd? — Indien gij uw hart niet verstokt en Mij in geloof vraagt, gelovende dat gij zult ontvangen, en mijn geboden naarstig onderhoudt, zullen deze dingen u zeker worden bekendgemaakt.’¹¹

Ik ken enkele teruggekeerde zendelingen die onloochenbare geestelijke ervaringen hebben gehad, maar door gebrek aan geestelijke gewoonten zijn vergeten wanneer God tot hen sprak. Tot die teruggekeerde zendelingen en tot een ieder van ons zeg ik: als u ‘het lied der verlossende liefde’ hebt gezongen, ‘kunt gij nu zo gestemd zijn?’¹² Als u dat nu niet voelt, kunt u het wel weer voelen. Maar overweeg de raad van Nephi. Wees gehoorzaam, denk aan de momenten waarop u de Geest hebt gevoeld, en vraag in geloof. Dan zult u antwoord krijgen, en dan zult u de liefde en gemoedsrust van de Heiland voelen. U krijgt wellicht niet meteen antwoord, of op de manier die u verwacht, maar u zult antwoord krijgen. Geef de moed niet op! Geef nooit op!

Laten we Laman en Lemuël met de zoons van Mosiah vergelijken. Beide groepen mannen waren in rechtschapen gezinnen opgegroeid. Toch dwaalden beide groepen af. Beide groepen werden door een engel tot bekering geroepen, maar in welke opzichten was de ervaring van de zoons van Mosiah anders?

Hun succes op het gebied van zendingswerk was onvergetelijk. Duizenden bekeerden zich tot de weg van de Heer. Maar wij vergeten vaak dat toen zij aan hun zending begonnen, hun ‘hart bedrukt was’ en zij ‘wilden terugkeren’. Maar de Heer ‘vertroostte’ hen. Ze kregen de raad van de Heer om ‘hun ellende met geduld’¹³ te dragen.

Waarom werden het geloof en de toewijding van de zoons van Mosiah door de beproevingen versterkt en pasten zij ervoor om te morren of te twijfelen? De reden? ‘Zij waren sterk geworden in de kennis der waarheid, want het waren mannen met een zuiver begrip en zij hadden de Schriften zorgvuldig onderzocht om het woord Gods te leren kennen.’¹⁴ We hebben allemaal beproevingen en vragen, maar vergeet niet dat we ‘voortdurend […] de roede van ijzer’ moeten vasthouden.¹⁵ ‘De woorden van Christus zullen [ons] alle dingen zeggen die [wij behoren] te doen.’¹⁶ We moeten dagelijks de Schriften bestuderen, dan zal de deur van openbaring geopend worden.

Voor de zoons van Mosiah ‘was [dat] niet alles; zij hadden zich overgegeven aan veel gebed en aan vasten; daarom hadden zij de geest van profetie en de geest van openbaring.’¹⁷ Als we bidden en vasten, zijn we ontvankelijker voor de Geest. Als we met onze hemelse Vader communiceren terwijl we doelbewust niet eten of drinken, zijn we in staat om ‘de boeien van de goddeloosheid’ los te maken en ‘de banden van het juk’ te ontbinden.¹⁸ Als we bidden en vasten, kunnen we de Heer aanroepen. Dan zal Hij ‘antwoorden’ en zeggen: ‘Zie, hier ben Ik.’¹⁹

Deze persoonlijke godsdienstige gewoonten — gehoorzaamheid, Schriftstudie, gebed en vasten — sterkten de zoons van Mosiah. Het gebrek aan dezelfde persoonlijke godsdienstige gewoonten was een van de belangrijkste redenen dat Laman en Lemuël zo ontvankelijk waren voor de verleiding om te morren en te twijfelen.

Als u in de verleiding komt om te morren, als uw twijfel u tot ongeloof heeft gebracht, als beproevingen zwaarder lijken dan u kunt dragen, wend u dan tot Hem. Als u Hem de rug toe hebt gekeerd of als u uw gedrag hebt goedgepraat, wend u dan tot Hem. Kunt u zich nog herinneren dat Hij u ‘vrede in uw gemoed’ gaf? ‘Welk groter getuigenis kunt u hebben dan van God?’²⁰ Vraag u af: ‘Leef ik nu net zo dicht bij Christus als voorheen?’ Alstublieft! Wend u tot Hem.

Ik wil nog even op mijn eigen verhaal terugkomen. Uiteindelijk werd mijn verlangen oprecht. Ik weet nog dat de zendeling die me lesgaf me vroeg of ik klaar was voor de doop. Ik antwoordde dat ik nog met vragen zat. Deze verstandige zendeling zei dat hij die wel kon beantwoorden, maar dat ik eerst zijn vraag moest beantwoorden. Hij vroeg me of het Boek van Mormon waar was, en of Joseph Smith een profeet was. Ik zei dat ik dat niet wist, maar dat ik dat wel wilde weten.

Mijn vragen leidden tot meer geloof. Ik kreeg het antwoord niet als een gebeurtenis. Het was een proces. Ik merkte dat toen ik begon ‘de woorden te beproeven’ en ‘een sprankje geloof [te] oefenen’, het Boek van Mormon ‘heerlijk voor mij’ begon te zijn, ‘mijn verstand [begon] te verlichten’ en ‘mijn ziel [begon] te verruimen.’ Uiteindelijk kreeg ik het gevoel dat in de Schriften ‘in uw boezem gaan zwellen’²¹ wordt genoemd. Op dat moment kreeg ik het verlangen om me te laten dopen en mijn leven aan Jezus Christus toe te wijden.

Ik weet zeker dat het Boek van Mormon het woord van God is. Ik weet dat Joseph Smith een profeet was. Natuurlijk zijn er nog steeds dingen die ik niet begrijp, maar mijn getuigenis van de waarheid brengt me dichter bij de Heiland en versterkt mijn geloof.

Broeders en zusters, houd Nephi en de zoons van Mosiah in gedachten. Zij kregen geestelijke ervaringen en handelden vervolgens in geloof, waardoor ze antwoorden kregen en hun getrouwheid toenam. Vergelijk dat met Laman en Lemuël, die twijfelden en morden. Hoewel ze soms nuttig bezig waren, is werken zonder geloof dood. We moeten geloof én werken hebben als we antwoord willen ontvangen.

Ik hoop dat de Geest u vanmorgen in uw verstand en hart heeft ingegeven wat u kunt doen om bepaalde vragen te beantwoorden of een geïnspireerde oplossing te vinden voor een probleem waarmee u worstelt. Ik geef u mijn oprechte getuigenis dat Jezus de Christus is. Wend u tot Hem en u zult antwoord op uw gebeden krijgen. In de naam van Jezus Christus. Amen.