Altijd vergeving van uw zonden behouden

In ons sterfelijk leven doen zich een lichamelijke geboorte en de kans op een geestelijke wedergeboorte voor.³ Profeten en apostelen sporen ons aan om te ontwaken tot God,⁴ ‘wedergeboren’⁵ te worden en in Christus een nieuwe schepping⁶ te worden door de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus te ontvangen. Dankzij de ‘verdiensten en de barmhartigheid en de genade van de heilige Messias’⁷ kunnen we de egocentrische en zelfzuchtige neigingen van de natuurlijke mens overwinnen en onzelfzuchtiger, welwillender en heiliger worden. We worden aangespoord om zo te leven dat wij ‘ten laatsten dage vlekkeloos voor [de Heer] kun[nen] staan’.⁸

De profeet Joseph Smith heeft de essentiële rol van priesterschapsverordeningen in het evangelie van Christus bondig samengevat: ‘Wedergeboren worden, gebeurt door Gods Geest, door middel van verordeningen.’⁹ Deze indringende uitspraak beklemtoont de rol van zowel de Heilige Geest als heilige verordeningen in het proces van geestelijke wedergeboorte.

De Heilige Geest is het derde lid van de Godheid. Hij is een persoon van geest en getuigt van alle waarheid. In de Schriften wordt de Heilige Geest de Trooster,¹⁰ een leraar¹¹ en een openbaarder¹² genoemd. De Heilige Geest is bovendien een heiligmaker¹³ die als het ware met vuur onzuiverheden en kwaad uit de menselijke ziel reinigt en brandt.

Heilige verordeningen staan centraal in het evangelie van de Heiland en in het proces om tot hem te komen en naar een geestelijke wedergeboorte te streven. Verordeningen zijn heilige handelingen met een geestelijk doel en eeuwige betekenis, en houden verband met de wetten en inzettingen van God.¹⁴ Alle heilsverordeningen en de verordening van het avondmaal moeten worden geautoriseerd door iemand die de vereiste priesterschapssleutels draagt.

De verordeningen van heil en verhoging die in de herstelde kerk van de Heer worden bediend, zijn veel meer dan rituelen of symbolische handelingen. Ze zijn veeleer geautoriseerde kanalen waardoor de zegeningen en machten van de hemel in ons eigen leven kunnen vloeien.

‘En dit grotere priesterschap bedient het evangelie en omvat de sleutel van de verborgenheden van het koninkrijk, ja, de sleutel van kennis van God.

‘Daarom, in de verordeningen daarvan is de macht der goddelijkheid kenbaar.

‘En zonder de verordeningen daarvan, en het gezag van het priesterschap, is de macht der goddelijkheid niet kenbaar voor de mens in het vlees.’¹⁵

Verordeningen die met integriteit ontvangen en geëerd worden, zijn essentieel om de macht der goddelijkheid en alle beschikbare zegeningen door de verzoening van de Heiland te verkrijgen.

Het proces waardoor we vergeving van onze zonden ontvangen en altijd kunnen behouden, dringt beter tot ons door als we het onlosmakelijke verband begrijpen tussen drie heilige verordeningen die ons toegang tot de machten van de hemel bieden: de doop door onderdompeling, de oplegging van handen voor de gave van de Heilige Geest en het avondmaal.

De doop door onderdompeling tot vergeving van zonden ‘is de inleidende verordening van het evangelie’¹⁶ van Jezus Christus en moet voorafgegaan worden door geloof in de Heiland en oprechte bekering. Deze verordening ‘is een teken en een gebod dat God [zijn kinderen] heeft gegeven om zijn koninkrijk te kunnen betreden’.¹⁷ De doop wordt met het gezag van het Aäronisch priesterschap verricht. In het proces om tot de Heiland en een geestelijke wedergeboorte te komen, zorgt de doop voor een noodzakelijke eerste reiniging van onze ziel van zonde.

Het doopverbond omvat drie fundamentele toezeggingen: (1) gewillig zijn de naam van Jezus Christus op ons te nemen, (2) Hem altijd indachtig zijn en (3) zijn geboden onderhouden. De beloofde zegening voor naleving van dit verbond is dat ‘[wij] zijn Geest altijd bij [ons] mogen hebben’.¹⁸ De doop is dus de essentiële voorbereiding op het geautoriseerde voortdurende gezelschap van het derde lid van de Godheid.

‘De doop [door] water moet door de doop met de Geest gevolgd worden, anders is de doop niet volledig.’¹⁹ De Heiland heeft tegen Nicodemus gezegd: ‘Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan.’²⁰

Drie uitspraken van de profeet Joseph Smith beklemtonen het belangrijke verband tussen de verordening van de doop door onderdompeling tot vergeving van zonden en de oplegging van handen voor de gave van de Heilige Geest.

Uitspraak 1: ‘De doop is een heilige verordening die voorbereidt op het ontvangen van de Heilige Geest; het is het kanaal en de sleutel waardoor de Heilige Geest wordt toegediend.’²¹

Uitspraak 2: ‘Als u iemand niet doopt voor de vergeving van zonden en om de Heilige Geest te verkrijgen, kunt u net zo goed een zandzak dopen. De doop in water is slechts een halve doop, en stelt niets voor zonder de andere helft — namelijk de doop met de Heilige Geest.’²²

Uitspraak 3: ‘De doop met water, zonder de doop met vuur en de Heilige Geest, heeft geen zin. Ze zijn beide noodzakelijk en onafscheidelijk met elkaar verbonden.’²³

De consistente verbondenheid tussen het beginsel van bekering, de verordeningen van de doop en het ontvangen van de gave van de Heilige Geest, en de heerlijke zegeningen van de vergeving van zonden wordt herhaaldelijk in de Schriften beklemtoond.

Nephi heeft verklaard: ‘Want de poort waardoor gij moet binnengaan, is bekering en doop met water; en dan komt de vergeving van uw zonden door vuur en door de Heilige Geest.’²⁴

De Heiland heeft zelf verklaard: ‘Welnu, dit is het gebod: bekeert u, al gij einden der aarde, en komt tot Mij en laat u dopen in mijn naam, zodat gij door het ontvangen van de Heilige Geest kunt worden geheiligd, zodat gij ten laatsten dage vlekkeloos voor mijn aangezicht kunt staan.’²⁵

Handoplegging voor de gave van de Heilige Geest is een verordening die met het gezag van het Melchizedeks priesterschap wordt verricht. In het proces om tot de Heiland en een geestelijke wedergeboorte te komen, schept het ontvangen van de heiligende macht van de Heilige Geest de mogelijkheid tot een voortdurende reiniging van onze ziel van zonde. Deze vreugdevolle zegening is essentieel, want ‘niets wat onrein is, kan bij God wonen’.²⁶

Als lid van de herstelde kerk van de Heer zijn we gezegend door onze eerste reiniging van zonde in verband met de doop en door de mogelijkheid van een voortdurende reiniging van zonde dankzij het gezelschap en de macht van de Heilige Geest, oftewel het derde lid van de Godheid.

Denk eens aan een boer die op het onveranderlijke patroon van zaaien en oogsten vertrouwt. Inzicht in het verband tussen zaaien en oogsten geeft voortdurend richting aan en is van invloed op alle beslissingen en handelingen van een boer in alle seizoenen van het jaar. Op soortgelijke wijze moet het onlosmakelijke verband tussen de verordeningen van de doop door onderdompeling tot vergeving van zonden en de oplegging van handen voor de gave van de Heilige Geest van invloed zijn op elk aspect van ons discipelschap in alle seizoenen van ons leven.

Het avondmaal is de derde noodzakelijke verordening om aanspraak op de macht der goddelijkheid te maken. Opdat wij ons beter onbesmet van de wereld kunnen bewaren, is ons geboden naar het huis des gebeds te gaan en onze offeranden op Gods heilige dag te offeren.²⁷ Bedenk dat de zinnebeelden van het lichaam en het bloed van de Heer, het brood en het water, zowel gezegend als geheiligd worden. ‘O God, eeuwige Vader, wij vragen U in de naam van uw Zoon, Jezus Christus, dit brood [of dit water] te zegenen en te heiligen voor de zielen van allen die ervan nemen [of drinken].’²⁸ Heiligen betekent rein en heilig maken. De zinnebeelden van het avondmaal worden geheiligd ter gedachtenis van de reinheid van Christus, van onze volledige afhankelijkheid van zijn verzoening en van onze verantwoordelijkheid om onze verordeningen en verbonden zo na te komen dat wij ‘ten laatsten dage vlekkeloos voor [zijn] aangezicht kun[nen] staan’.²⁹

De verordening van het avondmaal is een heilige en herhaalde uitnodiging tot oprechte bekering en geestelijke hernieuwing. Deelname aan het avondmaal op zich zorgt niet voor de vergeving van zonden. Maar bereiden wij ons gewetensvol voor en nemen wij met een gebroken hart en een verslagen geest aan deze heilige verordening deel, dan is de belofte dat wij de Geest van de Heer altijd bij ons mogen hebben. En door de heiligende macht van de Heilige Geest als onze voortdurende metgezel, kunnen wij altijd vergeving van onze zonden behouden.

Wij zijn werkelijk elke week gezegend met de gelegenheid om ons leven te evalueren door de verordening van het avondmaal, om onze verbonden te hernieuwen en om zijn verbondsbelofte te ontvangen.³⁰

Soms spreken heiligen der laatste dagen de wens uit dat ze zich opnieuw konden laten dopen — en daardoor zo rein en waardig te worden als de dag waarop ze hun eerste heilsverordening van het evangelie ontvingen. Mag ik met alle respect opperen dat onze hemelse Vader en zijn geliefde Zoon niet voor ogen hebben dat wij een dergelijk gevoel van geestelijke vernieuwing, hernieuwing en heling slechts één keer in ons leven ervaren. De zegeningen van vergeving van onze zonden ontvangen en altijd behouden door de verordeningen van het evangelie, maken ons duidelijk dat de doop een vertrekpunt in onze geestelijke levensreis is en niet een bestemming waar we telkens naar terug willen keren.

De verordeningen van de doop door onderdompeling, de oplegging van handen voor de gave van de Heilige Geest en het avondmaal zijn geen losse en op zichzelf staande gebeurtenissen. Ze zijn veeleer elementen in een nauw met elkaar verbonden en cumulatief patroon van verlossende vooruitgang. Elke opeenvolgende verordening verheft en vergroot ons geestelijk streven, verlangen, en doen en laten. Het plan van de Vader, de verzoening van de Heiland en de verordeningen van het evangelie bieden ons de nodige genade om voorwaarts te streven, en regel op regel en voorschrift op voorschrift vooruitgang te boeken naar onze eeuwige bestemming.

Wij zijn onvolmaakte mensen die in de sterfelijkheid volgens het volmaakte plan van eeuwige vooruitgang van onze hemelse Vader willen leven. De vereisten van zijn plan zijn heerlijk, barmhartig en veeleisend. Wij kunnen soms met vastberadenheid zijn vervuld en ons op andere momenten volslagen tekort voelen schieten. We vragen ons misschien af of we ooit in geestelijk opzicht het gebod kunnen vervullen om ten laatsten dage vlekkeloos voor zijn aangezicht te staan.

Met de hulp van de Heer en door de macht van zijn Geest om ons ‘in alles [te] onderwijzen’,³¹ kunnen wij gezegend worden om onze geestelijke mogelijkheden te verwezenlijken. Verordeningen geven geestelijke richting en kracht aan ons leven als we naar een wedergeboorte streven en mannen en vrouwen van Christus worden.³² Onze zwakheden kunnen sterk worden gemaakt en onze beperkingen kunnen overwonnen worden.

Hoewel niemand van ons in dit leven de volmaaktheid kan bereiken, kunnen we ‘gereinigd door het bloed van het Lam’³³ wel steeds heiliger en vlekkelozer worden. Ik beloof en getuig dat we met meer geloof in de Heiland en grotere geestelijke zekerheid gezegend worden als we ernaar streven altijd vergeving van onze zonden te behouden en, uiteindelijk, ten laatsten dage vlekkeloos voor het aangezicht van de Heer te staan. Daarvan getuig ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.