2010–2019
En de dood zal niet meer zijn
April 2016


En de dood zal niet meer zijn

De opstanding is een bron van veel hoop voor iedereen die heeft gerouwd bij de dood van een dierbare.

Een week geleden was het Pasen en onze gedachten gingen weer uit naar het zoenoffer en de opstanding van onze Heer Jezus Christus. Het voorbije jaar heb ik meer dan anders nagedacht over en stilgestaan bij de opstanding.

Bijna een jaar geleden overleed onze dochter Alisa. Ze had bijna acht jaar gevochten tegen kanker, met verscheidene operaties, talrijke verschillende behandelingen, spannende wonderen en diepe teleurstellingen. We zagen haar lichamelijke gesteldheid achteruitgaan naarmate ze het einde van haar sterfelijke leven naderde. Het was afschuwelijk om dat te zien gebeuren met onze dierbare dochter, de stralende baby die was uitgegroeid tot een getalenteerde, prachtige vrouw, echtgenote en moeder. Ik dacht dat mijn hart zou breken.

Afbeelding
Alisa Johnson Linton

Vorig jaar rond Pasen, iets meer dan een maand voor haar overlijden, schreef Alisa: ‘Pasen herinnert mij aan alles wat ik mezelf toewens. Dat ik ooit genezen en gezond zal zijn. Ooit zal ik geen metaal of plastic meer in mijn lichaam hebben. Ooit zal mijn hart vrij zijn van angst en mijn verstand vrij van zorgen. Ik bid niet dat dit gauw zal gebeuren, maar ik ben zo blij dat ik oprecht geloof in een mooi hiernamaals.’1

De opstanding van Jezus Christus garandeert alles waarop Alisa hoopte en prent ieder van ons ‘een reden [voor] de hoop, die in [u] is’2 in. President Gordon B. Hinckley noemde de opstanding ‘de grootste van alle gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis’.3

De opstanding is tot stand gekomen dankzij de verzoening van Jezus Christus en is cruciaal voor het grote heilsplan.4 Wij zijn geestkinderen van hemelse Ouders.5 Wanneer we naar dit aardse leven komen, wordt onze geest verenigd met ons lichaam. We ervaren alle vreugden en moeilijkheden die bij het sterfelijke leven horen. Wanneer iemand sterft, wordt zijn geest van zijn lichaam gescheiden. De opstanding maakt het mogelijk dat iemands geest en lichaam worden herenigd, maar dan is dat lichaam wel onsterfelijk en volmaakt, niet onderhevig aan pijn, ziekte of andere problemen.6

Na deze opstanding zal de geest nooit meer van het lichaam gescheiden worden aangezien de opstanding van de Heiland de volledige overwinning op de dood heeft behaald. Om onze eeuwige bestemming te bereiken, moet deze onsterfelijke ziel — lichaam en geest — voorgoed verenigd worden. Met onze geest en ons onsterfelijk lichaam onafscheidelijk met elkaar verbonden, kunnen we een ‘volheid van vreugde’ ontvangen.7 Zonder de opstanding zouden we zelfs nooit een volheid van vreugde kunnen ontvangen, maar zouden we voor eeuwig ellendig zijn.8 Zelfs getrouwe, rechtschapen mensen beschouwen de scheiding van lichaam en geest als gevangenschap. Door de opstanding worden we van deze gevangenschap bevrijd, hetgeen verlossing betekent van de banden of ketenen des doods.9 Er is geen heil zonder onze geest of ons lichaam.

Iedereen heeft lichamelijke, mentale en emotionele beperkingen en zwakheden. Deze moeilijkheden, die nu zo hardnekkig lijken, zullen uiteindelijk verdwijnen. Geen van deze problemen zal ons na onze opstanding nog kwellen. Alisa onderzocht de overlevingskansen van mensen met haar type kanker, en de statistieken waren niet rooskleurig. Ze schreef: “Er is echter een remedie, dus ben ik niet bang. Jezus heeft mijn kanker al genezen, en die van jou. […] Ik zal beter worden. Ik ben blij dat ik dat weet.’10

We kunnen het woord kanker vervangen door elke lichamelijke, mentale of emotionele aandoening die we kunnen tegenkomen. Dankzij de opstanding zijn zij ook reeds genezen. Het wonder van de opstanding, de ultieme remedie, overstijgt de macht van de moderne geneeskunde. Maar het overstijgt de macht van God niet. We weten dat het mogelijk is, omdat de Heiland opgestaan is en voor ieder van ons eveneens een opstanding tot stand zal brengen.11

De opstanding van de Heiland bewijst dat Hij de Zoon van God is en dat wat hij onderwees, waar is. ‘Hij is opgewekt, gelijk Hij gezegd heeft.’12 Er bestaat geen krachtiger bewijs van zijn goddelijke aard dan zijn opstanding uit het graf met een onsterfelijk lichaam.

Wij kennen getuigen van de opstanding uit het Nieuwe Testament. Naast de vrouwen en mannen over wie we lezen in de evangeliën, verklaart het Nieuwe Testament dat honderden mensen werkelijk de herrezen Heer aanschouwden.13 En het Boek van Mormon spreekt van nog eens honderden: ‘En het geschiedde dat de menigte toetrad en de handen in zijn zijde stak […] en [zij] met hun ogen hadden gezien en met hun handen hadden gevoeld, en met zekerheid wisten en getuigden, dat Hij het was van wie de profeten hadden geschreven dat Hij zou komen.’14

En naast deze getuigen van weleer zijn er nog getuigen in de laatste dagen. Aan het begin van deze bedeling zag Joseph Smith immers de verrezen Heiland en de Vader.15 Levende profeten en de apostelen hebben getuigd van de herrezen, levende Christus.16 We mogen dus zeggen: ‘Wij hebben zulk een grote wolk van getuigen rondom ons.’17 En ieder van ons die door de macht van de Heilige Geest weet dat wat wij vieren met Pasen echt gebeurd is, dat de opstanding werkelijk heeft plaatsgevonden, kan deel uitmaken van een wolk van getuigen.

De werkelijkheid van de opstanding van de Heiland overstelpt ons verdriet met hoop, omdat het de verzekering in zich draagt dat alle andere beloften van het evangelie even reëel zijn; beloften die even wonderlijk zijn als de opstanding. We weten dat Hij de macht heeft om ons te genezen van al onze zonden. We weten dat Hij al onze zwakheden, onze pijnen, en de ongerechtigheden die we hebben doorstaan, op zich heeft genomen.18 We weten dat Hij ‘uit de dood herrezen is, met genezing onder zijn vleugels’.19 We weten dat Hij ons kan genezen, wat er ook in ons gebroken is. We weten dat Hij ‘alle tranen van [onze] ogen zal afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn.’20 We weten dat we ‘tot volmaking [kunnen] komen door Jezus, […] die deze verzoening tot stand heeft gebracht’21 als we maar geloof hebben en Hem volgen.

Aan het einde van het inspirerende oratorium Messiah componeerde Händel prachtige muziek bij de woorden van de apostel Paulus die zich verheugen over de opstanding.

‘Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden,

‘in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, […] de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden.

‘Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen.

‘[…] Dan zal het woord werkelijkheid worden, dat geschreven is: De dood is verzwolgen in de overwinning.

‘Dood, waar is uw prikkel? ‘Dood, waar is uw overwinning? […]

‘Maar Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus.’22

Ik ben dankbaar voor de zegeningen die ons ten deel vallen dankzij de verzoening en de opstanding van de Heer Jezus Christus. De opstanding is een bron van veel hoop voor iedereen die een kind ten grave heeft gedragen of die heeft gehuild bij de kist van een echtgenoot of die heeft gerouwd bij de dood van een ouder of een dierbare. Wat een krachtige ervaring zal het zijn om hen terug te zien, niet alleen als geest, maar met een herrezen lichaam.

Ik verlang ernaar om mijn moeder terug te zien, haar zachte aanraking te voelen en in haar liefdevolle ogen te kijken. Ik wil mijn vaders glimlach zien, zijn lach horen en hem zien als een herrezen, volmaakt wezen. Met een gelovig oog stel ik mij Alisa voor, volkomen bevrijd van aardse beslommeringen of doodsprikkels: een herrezen, volmaakte Alisa, triomfantelijk en vol vreugde.

Enkele jaren geleden schreef ze met Pasen: ‘Leven door zijn naam. Zoveel hoop. Altijd. Door alles heen. Ik vind het heerlijk dat Pasen me daaraan herinnert.’23

Ik getuig van de werkelijkheid van de opstanding. Jezus Christus leeft en dankzij Hem zullen wij allemaal weer leven. In de naam van Jezus Christus. Amen.