2010–2019
Wat moeten wij doen?
April 2016


Wat moeten wij doen?

We bouwen het koninkrijk op door voor anderen te zorgen. We bouwen het koninkrijk ook op als we onze stem laten horen en van de waarheid getuigen.

Kort na de opstanding en hemelvaart van Jezus predikte de apostel Petrus: ‘Laat dan [iedereen] zeker weten dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die u gekruisigd hebt.’ Het hart van de toehoorders was geraakt en ze vroegen Petrus en de anderen: ‘Wat moeten wij doen, mannenbroeders?’1 En vervolgens gaven ze met vreugde gehoor aan de leringen van Petrus.

Morgen is paaszondag. Ik hoop dat ook wij in ons hart geraakt zullen zijn en de Heiland erkennen, ons bekeren en met vreugde gehoorzamen.

We zullen in deze algemene conferentie van kerkleiders, mannen en vrouwen, geïnspireerde raad ontvangen. Ik weet dat hun woorden ons hart zullen raken en vraag u vanavond: ‘Wat moeten wij doen, vrouwenzusters?’

Voormalig algemeen ZHV-presidente Eliza R. Snow heeft 150 jaar geleden tot de zusters gezegd: ‘De Heer [heeft] ons veel verantwoordelijkheid gegeven.’2 Ik getuig dat die uitspraak ook in deze tijd geldt.

De kerk van de Heer heeft behoefte aan vrouwen die naar de influisteringen van de Geest luisteren en hun unieke gaven gebruiken om voor anderen te zorgen, hun stem te laten horen en evangeliewaarheden te beschermen. Onze inspiratie en intuïtie zijn nodig voor de opbouw van Gods koninkrijk. Dat betekent dat we ons deel moeten doen om het heil van Gods kinderen teweeg te brengen.

Het koninkrijk opbouwen door voor anderen te zorgen

We bouwen het koninkrijk op door voor anderen te zorgen. Maar het kind van God dat u in het herstelde evangelie eerst moet opbouwen, dat bent u zelf. Emma Smith heeft gezegd: ‘Ik verlang de Geest Gods voor mijzelf te kennen en te begrijpen, zodat ik datgene in mijn gewoonten of karakter af kan leggen wat niet bijdraagt tot mijn verhoging.’3 We moeten een rotsvast geloof in het evangelie van de Heiland ontwikkelen en gesterkt door onze tempelverbonden voorwaarts gaan naar de verhoging.

Maar als sommige van onze gewoonten nu eens niet met het herstelde evangelie van Jezus Christus overeenstemmen? Om die af te kunnen leggen, hebben we misschien de emotionele steun en zorg van een ander nodig, zoals mij gebeurde.

Na mijn geboorte plantten mijn ouders in onze tuin een magnolia, zodat ik op mijn bruiloft in de protestantse kerk van mijn voorvaderen magnoliabloemen zou hebben. Maar op mijn trouwdag stonden mijn ouders niet aan mijn zijde en had ik geen magnoliabloemen. Ik was pas een jaar lid van de kerk en reisde naar Salt Lake City (Utah, VS) om mijn tempelbegiftiging te ontvangen en aan mijn verloofde, David, verzegeld te worden.

Toen ik Louisiana (VS) achter me gelaten had en Utah naderde, begon ik me thuisloos te voelen. Ik zou vóór de bruiloft bij Davids stiefgrootmoeder logeren. We noemden haar tante Carol.

Daar stond ik dan: een vreemdeling in Utah die zou logeren bij iemand die ze niet kende, vóór ze voor eeuwig verzegeld zou worden aan een familie die ze amper kende. (Gelukkig hield ik van en vertrouwde ik mijn toekomstige man en de Heer!)

Toen ik voor de deur van het huis van tante Carol stond, wilde ik terugkrabbelen. Ik stond met knikkende knieën voor de deur toen die plots openging en tante Carol me zonder iets te zeggen omhelsde. Zij, die zelf geen kinderen had, wist — haar zorgzame hart wist — dat ik behoefte had om me thuis te voelen. O, wat was dat een fijn en warm moment! Mijn angst vlood en ik kreeg het gevoel dat ik op een geestelijk veilige plek verankerd was.

Liefde betekent plaatsmaken voor iemand anders, zoals tante Carol voor mij deed.

Moeders maken in hun lichaam letterlijk plaats om voor een ongeboren baby te zorgen — en hopelijk geven ze het kind tijdens het grootbrengen een plek in hun hart — maar die zorg is niet beperkt tot het baren van kinderen. Eva werd ‘moeder’ genoemd vóór ze kinderen had.4 Volgens mij betekent ‘moederen’ ‘leven schenken’. Denk eens na over de vele manieren waarop u leven schenkt. Het kan het geven van emotioneel leven aan de hopelozen of geestelijk leven aan de twijfelaars zijn. Met de hulp van de Heilige Geest kunnen we een plek van emotionele genezing voor de gediscrimineerde, de verworpene en de vreemdeling scheppen. Op die tedere en toch krachtige manieren bouwen we het koninkrijk van God op. Zusters, ieder van ons is met die levenschenkende, zorgzame, moederlijke gaven naar de aarde gekomen, want dat is Gods plan.

Om zijn plan te volgen en zijn koninkrijk op te bouwen, moeten we onzelfzuchtige offers brengen. Orson F. Whitney heeft gezegd: ‘Al wat wij lijden en verduren, vooral als we het geduldig doorstaan, […] reinigt ons hart […] en maakt ons zachter en liefdadiger. […] Door […] zwoegen en beproeving krijgen wij de vorming […] die ons in staat stelt om meer zoals onze Vader en Moeder in de hemel te worden.’5 Die louterende beproevingen brengen ons tot Christus die ons kan genezen en van ons een werktuig in het heilswerk maakt.

Het koninkrijk opbouwen door onze stem te laten horen en te getuigen

We bouwen het koninkrijk ook op als we onze stem laten horen en van de waarheid getuigen. We volgen het patroon van de Heer. Hij spreekt en onderwijst met de macht en het gezag van God. Zusters, dat kunnen wij ook doen. Vrouwen praten graag en komen graag bijeen! Door het gedelegeerde priesterschapsgezag dat ons gegeven is, leiden ons praten en bijeenkomen tot evangelieonderwijs en leiderschap.

Zuster Julie B. Beck, voormalig algemeen ZHV-presidente, heeft gezegd: ‘Het vermogen om in aanmerking te komen voor persoonlijke openbaring, die te ontvangen en ernaar te handelen, is de belangrijkste vaardigheid die we in dit leven kunnen opdoen. […] We moeten er bewust aan werken.’6

Persoonlijke openbaring van de Heilige Geest zet ons aan tot het leren en verkondigen van en het handelen naar eeuwige waarheid — de waarheid van de Heiland. Hoe meer we Christus volgen, hoe meer we zijn liefde en leiding voelen. Hoe meer we zijn liefde en leiding voelen, hoe meer we zoals Hij de waarheid willen verkondigen en erin onderwijzen, zelfs als we tegenstand ervaren.

Toen ik een aantal jaren geleden een anonieme beller aan de lijn had, bad ik om de juiste woorden zodat ik het moederschap kon verdedigen.

De beller vroeg me: ‘Bent u Neill Marriott, moeder van een groot gezin?’

Ik antwoordde blij: ‘Jazeker!’ en verwachtte een compliment zoals: ‘Dat is geweldig!’

Maar nee hoor! Ik zal haar krakende antwoord door de telefoon nooit vergeten: ‘Het stuit me tegen de borst dat u op deze overbevolkte planeet kinderen baart!’

‘O,’ stamelde ik, ‘Ik begrijp hoe u zich voelt.’

Ze snauwde: ‘Nee, dat doet u niet!’

‘Oké, misschien niet’, zei ik stilletjes.

Toen stak ze een tirade af over mijn domme keuze om moeder te zijn. Toen ze bleef doorgaan, begon ik om hulp te bidden. Er kwam een lieve gedachte bij me op: wat zou de Heer tegen haar zeggen? Ik voelde dat ik wist wat ik moest zeggen en putte moed uit mijn gedachte over Jezus Christus.

Ik antwoordde: ‘Ik ben blij dat ik een moeder ben, en ik beloof u dat ik mijn uiterste best zal doen om mijn kinderen zo op te voeden dat ze de wereld verbeteren.’

Ze antwoordde: ‘Ik hoop het maar!’ en hing op.

Het was maar iets kleins — ik stond immers veilig in mijn eigen keuken. Maar op mijn eigen bescheiden manier verdedigde ik het gezin, moeders en verzorgsters. Ten eerste omdat ik Gods leer over het gezin begreep en geloofde, en ten tweede omdat ik om de woorden bad waarmee ik van die waarheid kon getuigen.

We krijgen kritiek omdat we anders zijn, maar we moeten ons in eeuwige beginselen verankeren en ervan getuigen, ongeacht de reactie van de wereld.

Als we ons afvragen ‘Wat moeten wij doen?’, laten we dan over deze vraag nadenken: ‘Wat doet de Heiland voortdurend?’ Hij zorgt voor anderen. Hij schept. Hij spoort aan tot groei en goedheid. Vrouwenzusters, dat kunnen wij ook doen! Jeugdwerkmeisjes, is er iemand in jullie familie die je liefde en vriendelijkheid nodig heeft? Jij bouwt het koninkrijk ook op door voor anderen te zorgen.

De schepping van de aarde door de Heiland, onder toezicht van zijn Vader, was een enorme zorgzame daad. Hij gaf ons een plek om te groeien en geloof in zijn verzoenende macht te ontwikkelen. Geloof in Jezus Christus en zijn verzoening is de ultieme genezing, hoop, groei en zingeving. Iedereen heeft behoefte aan het geestelijk en lichamelijk gevoel dat we erbij horen. Als zusters van alle leeftijden kunnen we hierin voorzien; het is heilig.

We hebben de grote taak om een vrouw te worden die de Heiland volgt, met inspiratie voor anderen zorgt en de waarheid onverschrokken naleeft. Als we onze Vader in de hemel vragen om hulp bij de opbouw van zijn koninkrijk ontvangen we zijn kracht die door ons anderen bereikt. Dan weten we hoe we voor anderen moeten zorgen en uiteindelijk zoals onze hemelse Ouders kunnen worden. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Handelingen 2:36–37.

  2. Eliza R. Snow, in Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging (2011), 48.

  3. Zie Emma Smith, in Dochters in mijn koninkrijk, 14.

  4. Zie Genesis 3:20.

  5. Orson F. Whitney, in Spencer W. Kimball, Faith Precedes the Miracle (1972), 98.

  6. Zie Julie B. Beck, ‘Op de dienstmaagden zal Ik in die dagen mijn Geest uitstorten’, Liahona, mei 2010, 11.