2010–2019
Het oprechte verlangen van de ziel
Oktober 2016


Het oprechte verlangen van de ziel

Elk kostbaar gebed kan heilige tijd zijn die wij doorbrengen met onze Vader, in de naam van de Zoon, door de macht van de Heilige Geest.

In de strijd van dit soms problematische sterfelijke leven hoeven we ons werk nooit alleen te verrichten, onze strijd nooit alleen te voeren, of tegenspoed of onbeantwoorde vragen nooit alleen te verwerken. Jezus Christus gebruikte een gelijkenis om ons te leren ‘dat men altijd moet bidden en niet de moed verliezen’. Hij sprak over een rechter die God niet vreesde en geen mens ontzag. Keer op keer kwam er een weduwe naar hem toe omdat haar onrecht was aangedaan. Een tijdlang wilde hij haar niet helpen. Maar omdat ze onverminderd bleef aandringen, dacht de rechter uiteindelijk: ‘Omdat deze weduwe mij lastigvalt, [zal ik] haar recht doen, opdat zij uiteindelijk niet komt en mij in het gezicht slaat.’

Toen legde Jezus uit:

‘Zal God dan geen recht doen aan Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen […] ?

Ik zeg u, dat Hij hun haastelijk recht doen zal.’

Vervolgens vraagt de Heer: ‘Maar zal de Zoon des Mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden?’1

Het gebed is een onmisbaar onderdeel van het ontwikkelen van geloof. Zal de Heer bij zijn wederkomst een volk aantreffen dat weet hoe het in geloof moet bidden en dat daarom op het heil is voorbereid? ‘Want ieder die de Naam van de Heer zal aanroepen, zal zalig worden.’2 Wij zijn kinderen van een liefdevolle hemelse Vader en als wij ‘met een oprecht hart, met een eerlijke bedoeling en met geloof in Christus’3 bidden en vervolgens handelen naar de antwoorden die de Heilige Geest ons influistert, kunnen wij persoonlijk met Hem communiceren. Wij bidden, luisteren en gehoorzamen in geloof opdat wij kunnen leren één te worden met de Vader en de Zoon.4

Bidden in geloof maakt de weg vrij voor het ontvangen van heerlijke zegeningen uit de hemel. De Heiland heeft gezegd:

‘Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden.

Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden.’5

Als wij willen ontvangen, moeten we bidden, zoeken en kloppen. Op zoek naar waarheid las Joseph Smith in de Schriften: ‘En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden.’6 Als antwoord op zijn gelovige gebed werden de hemelen geopend. God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, daalden in heerlijkheid neer en spraken met Joseph Smith, wat de bedeling van de volheid der tijden inluidde. Voor ons zijn wonderbaarlijke genezing, krachtige bescherming, goddelijke kennis, bevrijdende vergeving en kostbare vrede onder andere de antwoorden die wij ontvangen als wij ‘d’oprechte wens’ van onze ziel in geloof uitspreken.7

Wij bidden tot onze Vader in de naam van Jezus Christus, door de macht van de Heilige Geest, en zo betrekken we de drie leden van de Godheid bij onze gebeden.

Wij bidden tot onze hemelse Vader en alleen tot Hem omdat Hij de ‘God in de hemel is, die oneindig en eeuwig is, van eeuwigheid tot eeuwigheid […] , de Maker van de hemel en de aarde, en van alle dingen die daarin zijn.’ Hij is onze Schepper die ons geboden heeft dat wij ‘Hem, de enige levende en waarachtige God, moeten liefhebben en dienen, en dat Hij het enige wezen is dat [wij] moeten aanbidden.’8

Als u in geloof tot uw hemelse Vader bidt, ‘zal [Hij] u in uw ellende vertroosten, […] en mag u [zich] aan zijn liefde [vergasten]’.9 President Henry B. Eyring vertelde hoe de gebeden van zijn vader die de strijd tegen kanker dreigde te verliezen, hem leerden hoe diep de persoonlijke band tussen God en zijn kinderen is.

‘Toen de pijn intens werd, troffen we hem in de ochtend op zijn knieën bij het bed aan. Hij had de kracht niet om terug in bed te kruipen. Hij vertelde ons dat hij in gebed aan zijn hemelse Vader had gevraagd waarom hij zo moest lijden terwijl hij altijd het goede had nagestreefd. Hij zei dat er een vriendelijk antwoord kwam: “God heeft moedige zoons nodig”.

En dus hield hij vastberaden tot het einde toe vol, erop vertrouwend dat God van hem hield, naar hem luisterde en hem zou opbeuren. Hij heeft van jongs af aan geweten dat een liefdevolle God maar een gebed van ons vandaan is.’10

Wij bidden in de naam van Jezus Christus omdat wij ons heil in Christus vinden, en ‘er is onder de hemel geen andere naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden’.11 Wij komen tot de Vader in de heilige naam van Jezus Christus12 omdat Hij onze Voorspraak bij de Vader is en onze zaak bij Hem bepleit.13 Hij heeft geleden, gebloed en is gestorven om zijn Vader te verheerlijken, en zijn barmhartige pleidooi opent voor ons de weg naar vrede in dit leven en het eeuwige leven in de toekomstige wereld. Hij wil niet dat wij langer lijden of meer beproevingen doorstaan dan nodig is. Hij wil dat wij ons tot Hem wenden en Hem toelaten onze lasten te verlichten, ons hart te genezen en onze ziel te reinigen door zijn zuiverende macht. Wij mogen zijn naam nooit ijdel gebruiken door een omhaal van woorden op te dreunen. Een oprecht gebed in de heilige naam van Jezus Christus is een uiting van onze toegewijde liefde, onze eeuwige dankbaarheid en ons vast verlangen om te bidden, te doen en te worden zoals Hij.

Wij bidden door de macht van de Heilige Geest omdat ‘wie vraagt volgens de Geest, vraagt volgens de wil van God’.14 Als wij in geloof bidden, kan de Heilige Geest onze gedachten leiden zodat onze woorden in harmonie met de wil van God zijn. ‘Vraagt niet om iets om het in uw hartstochten door te brengen, doch vraagt met onwrikbare vastberadenheid dat gij voor geen enkele verzoeking zult zwichten, maar de ware en levende God zult dienen.’15

‘We dienen niet alleen te weten hoe te bidden, maar ook hoe we een antwoord op ons gebed ontvangen, hoe we dat kunnen onderscheiden, hoe we moeten opletten, hoe we duidelijk de wil van God en zijn bedoeling voor ons kunnen zien en begrijpen.’16

President Eyring heeft gezegd: ‘Mijn gebeden zijn ook beantwoord. Deze antwoorden waren uitermate duidelijk toen mijn wil volkomen werd overschaduwd door een overweldigend verlangen om te weten wat de wil van God was. Toen kreeg ik het antwoord van onze liefdevolle hemelse Vader, door de stille zachte stem die in mijn hart werd gegrift.’17

Afbeelding
Christus en de apostelen
Afbeelding
Christus in Gethsémané

Toen de Heiland in de hof van Gethsémané was, was zijn ziel zeer bedroefd, zelfs tot de dood toe. De enige tot wie Hij zich in zijn smart kon wenden, was zijn Vader. Hij smeekte: ‘Als het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan.’ Maar Hij voegde eraan toe: ‘Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt’.18 Hoewel de Heiland zonder zonde was, moest Hij ‘pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen doorstaan’ waaronder de pijnen en ziekten van zijn volk. ‘[Hij] lijdt […] naar het vlees om de zonden van zijn volk op Zich te nemen, om hun overtredingen uit te wissen volgens zijn macht ter bevrijding.’19 Drie keer bad Hij: ‘Vader, uw wil geschiede’.20 De drinkbeker werd niet weggenomen. Door nederig en in geloof te bidden, werd Hij gesterkt om voorwaarts te gaan en zijn goddelijke zending om ons heil voor te bereiden, te vervullen, zodat wij ons bekeren, geloven en gehoorzamen, en de zegeningen van de eeuwigheid verkrijgen.

Afbeelding
Christus bidt in Gethsémané

Wij ontvangen niet altijd het gewenste antwoord op ons gebed. Maar in moeilijke tijden worden onze gebeden een levensader vol liefde en tedere barmhartigheid. Als wij de Heer aanroepen, worden we gesterkt om voorwaarts te gaan en alles waartoe wij zijn geordend, te vervullen. Tegen de heiligen die in zware tijden leven, zegt de Heer: ‘Laat uw hart vertroost zijn […] ; want alle vlees is in mijn handen; wees stil en weet dat Ik God ben.’21

Of we nu alleen bidden, of als gezin, in de kerk of in de tempel, of eender waar; of we nu met een gebroken hart en een verslagen geest bidden om vergeving, hemelse wijsheid of om de kracht om vol te houden, we bidden altijd met hart en ziel en laten ons hart voortdurend tot God uitgaan voor ons welzijn en voor het welzijn van de mensen om ons heen. Als wij onze oprechte verlangens uitspreken, in dankbaarheid voor onze talloze zegeningen en voor onze levenslessen, zal ons hart worden vervuld met onwrikbaar geloof in Christus, ‘stralende hoop, en liefde voor God en voor alle mensen’.22

Het gebed is een gave van God. Wij hoeven ons nooit verloren of alleen te voelen. Ik getuig dat elk kostbaar gebed heilige tijd kan zijn die wij doorbrengen met onze Vader, in de naam van Jezus Christus, door de macht van de Heilige Geest. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.