2010–2019
Een generatie die zonde kan weerstaan
April 2017


Een generatie die zonde kan weerstaan

Als u kinderen onderwijst, leidt en liefhebt, kunt u persoonlijke openbaring ontvangen waarmee u kloekmoedige kinderen kunt grootbrengen en wapenen om zonde te weerstaan.

Anderhalf jaar geleden sprak president Russell M. Nelson over de behoefte aan vrouwen die ‘een generatie zullen opvoeden en onderwijzen die zonde kan weerstaan’.1 Die woorden ‘een generatie […] die zonde kan weerstaan’ raakten bij mij een gevoelige geestelijke snaar.

Wij prijzen kinderen die rein en gehoorzaam proberen te leven. Ik heb overal in de wereld de kracht van kinderen gezien. Ze zijn veerkrachtig, ‘standvastig en onveranderlijk’2 te midden van moeilijke omstandigheden. Deze kinderen begrijpen hun goddelijke identiteit, voelen de liefde van hun hemelse Vader en willen Hem gehoorzamen.

Sommige kinderen vinden het echter moeilijk om ‘standvastig en onveranderlijk’ te zijn. Hun tere gemoed wordt verwond.3 Zij worden van alle kanten aangevallen door ‘de brandende pijlen van de tegenstander’4 en hebben versterking en steun nodig. Daarom kunnen wij niet anders dan in actie komen en de strijd tegen de zonde aangaan, zodat wij onze kinderen tot Christus kunnen brengen.

Luister naar wat ouderling Bruce R. McConkie bijna drieënveertig jaar geleden heeft gezegd:

‘Als leden van de kerk zijn wij in een groot conflict verwikkeld. We zijn in oorlog. Wij hebben ons achter de zaak van Christus geschaard om Lucifer te bestrijden. […]

‘De grote oorlog die overal woedt en helaas veel en soms dodelijke slachtoffers maakt, is niets nieuws. […]

‘In deze oorlog bestaat geen neutraliteit, en dat kan ook niet.’5

De oorlog gaat door en wordt steeds heviger. De strijd laat niemand onberoerd, en onze kinderen staan in de frontlinie tegenover de vijand. Daarom hebben we meer behoefte aan betere geestelijke strategieën.

Ouders, grootouders, familieleden, leraars en leiders hebben de gezegende taak om kinderen te versterken, zodat ze de zonde kunnen weerstaan. Ieder van ons heeft de taak om hieraan mee te werken. De Heeft heeft echter met name de ouders geboden hun kinderen ‘de leer van bekering en geloof in Christus, de Zoon van de levende God, [te] leren begrijpen, en van de doop en de gave van de Heilige Geest door handoplegging’, en hen te ‘leren bidden en oprecht [te] leren wandelen voor het aangezicht des Heren’.6

‘Uw kinderen in licht en waarheid groot te brengen’7 kan een uitdaging zijn, omdat dat voor elk gezin en elk kind anders werkt, maar onze hemelse Vader heeft ons handige universele richtlijnen gegeven. De Geest zal ons ingeven hoe we onze kinderen geestelijk weerbaar kunnen maken.

Ten eerste is het noodzakelijk om het belang van deze verantwoordelijkheid in te zien. Wij moeten onze en hun goddelijke identiteit en doel begrijpen, als we onze kinderen duidelijk willen maken wie ze zijn en waarom ze hier zijn. We moeten hen inprenten dat ze zonen en dochters van een liefhebbende hemelse Vader zijn en dat Hij goddelijke verwachtingen voor hen koestert.

Ten tweede is een begrip van de leer van bekering noodzakelijk om de zonde te leren weerstaan. Zonde weerstaan, wil niet zeggen zonder zonde zijn, maar voortdurend boetvaardig, waakzaam en kloekmoedig zijn. Wellicht is het vermogen om zonde te weerstaan een zegen die komt door herhaaldelijk de zonde te weerstaan. Jakobus heeft gezegd: ‘Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.’8

De jeugdige krijgers van Helaman ‘waren buitengewoon heldhaftig wat hun moed […] betrof; doch zie, dat was niet alles: [zij] waren […] te allen tijde getrouw […] in alle dingen die hun werden toevertrouwd. Ja, […] hun was geleerd de geboden Gods te onderhouden en in oprechtheid voor zijn aangezicht te wandelen.’9 Deze jongemannen trokken tegen de vijand ten strijde met christelijke deugden als wapens. President Thomas S. Monson herinnerde ons eraan dat ‘van ieder van ons […] voortdurend moed [wordt] gevraagd. We moeten dagelijks moedig zijn — niet alleen in uiterst belangrijke situaties, maar vooral als we beslissingen nemen of reageren op de gebeurtenissen om ons heen.’10

Onze kinderen trekken een geestelijke wapenrusting aan door een dagelijkse routine van discipelschap aan te leren. Wellicht onderschatten we het vermogen van kinderen om te begrijpen wat dagelijks discipelschap inhoudt. President Henry B. Eyring heeft gezegd: ‘Begin meteen en wees consequent’.11 Een derde manier dus om kinderen te leren zonde te weerstaan, is hen van jongs af aan bekend te maken met de basisbeginselen en leerstellingen van het evangelie die kinderen dichter tot de Heiland brengen. We vinden die in de Schriften, de geloofsartikelen, het boekje Voor de kracht van de jeugd, jeugdwerkliedjes, lofzangen en ons eigen getuigenis.

Consequente gewoonten zoals gebed, Schriftstudie, gezinsavond en sabbatsheiliging verschaffen kracht, innerlijk evenwicht en sterke morele waarden, of met andere woorden, geestelijke integriteit. In de huidige wereld, waar integriteit ver te zoeken is, hebben onze kinderen recht op een besef van ware integriteit en het belang daarvan; vooral als we hen erop voorbereiden heilige doop- en tempelverbonden te sluiten en na te leven. In Predik mijn evangelie staat: ‘Mensen die toezeggingen nakomen, [ook heel jonge mensen,] worden voorbereid om heilige verbonden te sluiten en na te leven.’12

Ouderling Jeffrey R. Holland heeft gezegd: ‘Als we het over verbonden nakomen hebben, gaat het over de kern van ons doel op aarde.’13 Er schuilt buitengewone kracht in de verbonden die we met onze hemelse Vader sluiten en naleven. De tegenstander weet dit en heeft daarom voor grote onduidelijkheid rond het sluiten van verbonden gezorgd.14 Als we kinderen helpen om heilige verbonden te begrijpen, te sluiten en na te leven, vormen we een generatie die zonde kan weerstaan.

Hoe bereiden we onze kinderen erop voor heilige verbonden te sluiten en na te leven, en vooruitgang op het verbondspad te maken? Als kinderen jong leren eenvoudige beloften na te komen, zullen ze later beter in staat zijn heilige verbonden na te leven.

Ik geef een eenvoudig voorbeeld. Tijdens de gezinsavond vroeg een vader: ‘Kan iedereen wat met elkaar opschieten?’ De vijf jaar oude Lizzie mopperde dat haar grote broer, Kevin, haar te vaak plaagde en haar verdrietig maakte. Kevin gaf schoorvoetend toe dat Lizzie gelijk had. Kevins moeder vroeg hem wat hij kon doen om beter met zijn zusje op te schieten. Kevin dacht na en besloot Lizzie te beloven dat hij haar een hele dag lang niet zou plagen.

Toen iedereen de volgende dag bij elkaar kwam voor het gezinsgebed, vroeg Kevins vader hoe het was gegaan. Kevin antwoordde: ‘Pap, ik heb mijn belofte gehouden!’ Lizzie was het er enthousiast mee eens, en iedereen prees Kevin.

Kevins moeder stelde toen voor dat hij het gedurende twee dagen zou proberen, nu hij één dag zijn belofte had gehouden. Kevin beloofde dat te proberen. Na twee dagen bleek dat Kevin zijn belofte had gehouden. Lizzie was nog dankbaarder! Toen zijn vader vroeg hoe het kwam dat hij zich zo goed aan zijn belofte had gehouden, zei Kevin: ‘Ik heb mijn belofte gehouden, omdat ik dat had gezegd.’

Een aaneenschakeling van kleine, nagekomen beloften leidt tot integriteit. Als kinderen voortdurend op het nakomen van beloften oefenen, bereiden ze zich geestelijk voor op hun eerste verbond, namelijk de doop en de gave van de Heilige Geest, waarbij ze zich ertoe verbinden God te dienen en zijn geboden te onderhouden.15 Beloften en verbonden zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden.

In het boek Daniël lezen we dat Sadrach, Mesach en Abed-Nego weigerden het afgodsbeeld van koning Nebukadnezar te aanbidden.16 De koning dreigde hen in een brandende vuuroven te werpen als ze niet gehoorzaamden. Ze weigerden en zeiden:

‘Als het moet, kan onze God, Die wij vereren, ons verlossen uit de brandende vuuroven. […]

En zo niet, het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet zullen vereren.’17

‘En zo niet.’ Denk eens na over deze drie woorden en wat ze met het nakomen van verbonden te maken hebben. Deze drie jonge mannen lieten hun gehoorzaamheid niet van hun vrijlating afhangen. Zelfs als ze niet werden vrijgelaten, zouden ze hun belofte aan de Heer nakomen, omdat ze gezegd hadden dat ze dat zouden doen. Onze verbonden nakomen, is altijd onafhankelijk van onze omstandigheden. Net als de jonge krijgers van Helaman laten deze drie jonge mannen onze kinderen zien hoe ze zonde kunnen weerstaan.

Hoe kunnen we deze voorbeelden thuis en in ons gezin navolgen? ‘Regel op regel, voorschrift op voorschrift’18 laten we kinderen kleine overwinningen smaken. Als ze hun beloften nakomen, voelen ze de Geest. Ouderling Joseph B. Wirthlin heeft gezegd: ‘De volmaakte beloning voor integriteit is de voortdurende nabijheid van de Heilige Geest.’19 ‘Dan zal [het] vertrouwen [van onze kinderen] in de tegenwoordigheid van God sterk worden’20 Uit de bron van integriteit ontspringt een generatie die zonde kan weerstaan.

Broeders en zusters, houd uw kleintjes dicht bij u, zo dicht dat ze kunnen zien dat u dagelijks naar uw geloof handelt en uw beloften en verbonden nakomt. ‘Kinderen zijn de beste na-apers. Geef ze dus iets geweldigs om na te apen.’21 Wij voeden echt samen een generatie voor de Heer op die zonde kan weerstaan, en we onderwijzen haar belofte op belofte, en verbond op verbond.

Ik getuig dat Jezus Christus deze kerk leidt. Als u kinderen onderwijst, leidt en liefhebt zoals de Heiland, kunt u persoonlijke openbaring ontvangen waarmee u kloekmoedige kinderen kunt grootbrengen en wapenen om zonde te weerstaan. Het is mijn gebed dat onze kinderen zoals Nephi zullen zeggen: ‘Wilt U maken dat ik sidder bij het verschijnen van de zonde?’22 Ik getuig dat onze Heiland voor de zonden van de wereld heeft geboet,23 omdat Hij had gezegd dat Hij dat zou doen, en dat Hij meer van ons houdt dan wij als stervelingen kunnen begrijpen,24 omdat Hij had gezegd dat Hij dat zou doen. In de naam van Jezus Christus. Amen.