2010–2019
Neem de Heilige Geest tot gids
April 2017


Neem de Heilige Geest tot gids

Op goddelijke aanwijzing inspireert, getuigt, onderwijst en leidt de Heilige Geest ons om in het licht van de Heer te wandelen.

Broeders en zusters, net als u allen zien wij in dat we door president Thomas S. Monson en zijn boodschap vanochtend een bespoediging van het werk van de Heer waarnemen. President Monson, we hebben u lief, we steunen u, en we bidden altijd voor u, onze ‘geliefde profeet’.1

We hebben dit weekend een uitstorting van de Geest gevoeld. Waar u ook bent, in deze grote zaal, thuis of in een kerkgebouw op een verafgelegen plek in de wereld, u hebt de kans gehad om de Geest van de Heer te voelen. Die Geest bevestigt in uw hart en uw verstand dat wat er tijdens deze conferentie is gezegd, waar is.

Denk aan de woorden van deze bekende lofzang:

Neem de Heil’ge Geest tot gids,

laat u leiden door zijn licht.

Hij getuigt ook van de Zoon,

houdt ons oog op Hem gericht.2

Uit hedendaagse openbaring weten we dat de Godheid uit drie afzonderlijke personen bestaat: onze Vader in de hemel; zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus; en de Heilige Geest. Wij weten dat de ‘Vader een lichaam van vlees en beenderen [heeft], even tastbaar als dat van de mens; de Zoon eveneens; maar de Heilige Geest heeft geen lichaam van vlees en beenderen, maar is een Persoon van Geest. Ware het niet zo, dan kon de Heilige Geest niet in ons wonen.’3

Ik richt me vandaag in mijn boodschap op het belang van de Heilige Geest voor ons. Onze Vader in de hemel wist dat we in het sterfelijk leven met moeilijkheden, beproeving en beroering geconfronteerd zouden worden. Hij wist dat wij met vragen, teleurstellingen, verleidingen en zwakheden zouden worstelen. Om ons morele kracht en goddelijke leiding te geven, zond Hij ons de Heilige Geest.

De Heilige Geest verbindt ons met de Heer. Op goddelijke aanwijzing inspireert, getuigt, onderwijst en leidt Hij ons om in het licht van de Heer te wandelen. Wij hebben de heilige taak om zijn invloed op ons leven te leren herkennen, en daarop te reageren.

Denk aan de belofte van de Heer: ‘Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen.’4 Een prachtige verzekering. Die zielsvreugde brengt een eeuwig perspectief in ons dagelijks leven. We krijgen die vreugde in tijden van ontbering of hartzeer. Die vreugde geeft troost en moed, onthult evangeliewaarheid en vergroot onze liefde voor de Heer en al Gods kinderen. Hoewel de behoefte aan dergelijke zegeningen erg groot is, zijn ze in de wereld in de vergetelheid geraakt en verzaakt.

Elke week sluiten we bij onze deelname aan het avondmaal een verbond om ‘Hem’, de Heer Jezus Christus, en zijn zoenoffer ‘altijd indachtig te zijn’. Ons is beloofd dat we, als we dit heilige verbond nakomen, ‘altijd zijn Geest bij ons mogen hebben’.5

Hoe doen we dat?

Ten eerste streven we ernaar om de Geest waardig te zijn.

De Heilige Geest is bij hen die ‘dagelijks nauwgezet aan de Heer, hun God’ denken.6 Zoals de Heer ons heeft aangeraden, moeten wij ‘de dingen van deze wereld terzijde leggen en naar de dingen van een betere streven’,7 ‘want de Geest des Heren woont niet in onheilige tempels’.8 We moeten altijd proberen Gods wetten te gehoorzamen, de Schriften te bestuderen, te bidden, naar de tempel te gaan en naar het dertiende geloofsartikel te leven, namelijk ‘eerlijk te […] zijn, trouw, kuis, welwillend, deugdzaam, en goed te […] doen aan alle mensen.’

Ten tweede moeten we bereid zijn om de Geest te ontvangen.

De Heer heeft beloofd: ‘Ik zal in uw gedachten en in uw hart tot u spreken door de Heilige Geest, die op u zal komen en die in uw hart zal wonen.’9 Ik begon dat als jonge zendeling in Scotch Plains, in de staat New Jersey, te begrijpen. Op een hete julidag kregen mijn collega en ik de ingeving om een verwijzing van Temple Square op te zoeken. We klopten bij de familie Schaffer aan. Mevrouw Schaffer stuurde ons beleefd weg.

Toen zij de deur aan het dichtdoen was, deed ik iets wat ik nooit eerder had gedaan, en nooit meer heb herhaald! Ik zette mijn voet tussen de deur en vroeg: ‘Is er iemand anders die misschien interesse in onze boodschap zou kunnen hebben?’ Haar zestienjarige dochter, Marti, had interesse, en had net de vorige dag vurig om leiding gebeden. Marti ontving ons en na verloop van tijd nam haar moeder ook aan de lessen deel. Beiden werden lid van de kerk.

Afbeelding
Ouderling Rasband op zending

Als gevolg van Marti’s doop zijn er 136 mensen, onder wie leden van haar eigen familie, gedoopt en hebben ze andere evangelieverbonden gesloten. Ik ben zo dankbaar dat ik op die hete julidag naar de Geest luisterde en mijn voet tussen de deur zette. Marti en enkele van haar fijne familieleden zijn hier vandaag.

Ten derde moeten we de ingevingen van de Geest herkennen.

In mijn ervaring komen ingevingen van de Geest meestal in de vorm van een gevoel. Je voelt het in woorden die je vertrouwd voorkomen, die zinnig voor je zijn, die je ergens toe aanzetten. Denk eens na over de reactie van de Nephieten toen ze de Heer voor hen hoorden bidden: ‘En de menigte hoorde en getuigde ervan; en hun hart was open en in hun hart begrepen zij de woorden die Hij bad.’10 Ze voelden de woorden van zijn gebed in hun hart. De stem van de Heilige Geest is stil en zacht.

In het Oude Testament wedijverde Elia met de priesters van Baäl. De priesters verwachtten dat de ‘stem’ van Baäl als donder en bliksem uit de hemel zou komen en hun offer met vuur zou aansteken. Maar er kwam geen stem, en er kwam geen vuur.11

Bij een andere gelegenheid bad Elia. ‘En zie, de Heere ging voorbij, en een grote en sterke wind, die bergen spleet en rotsen in stukken brak, voor het aangezicht van de Heere uit. Maar de Heere was niet in de wind. Na deze wind kwam er een aardbeving, maar de Heere was ook niet in de aardbeving.

Op de aardbeving volgde een vuur, maar de Heere was ook niet in het vuur. En na het vuur kwam het suizen van een zachte stilte.’12

Kent u die zachte stem?

President Monson heeft gezegd: ‘Laten wij op onze reis door het leven de taal van de Geest leren.’13 De Geest spreekt woorden die we voelen. Die gevoelens zijn subtiel, een aanzet om te handelen, iets te doen, iets te zeggen, op een bepaalde manier te reageren. Als we in onze aanbidding nonchalant of laks zijn, als we door wereldse bezigheden afgeleid en ongevoelig worden, dan neemt ons vermogen om te voelen af. Nephi heeft tegen Laman en Lemuël het volgende over de Heilige Geest gezegd: ‘Hij heeft tot u gesproken; ja, van tijd tot tijd hebt gij zijn stem gehoord; en Hij heeft met de stem van een zachte stilte tot u gesproken, maar gij waart gevoelloos geworden, zodat gij zijn woorden niet hebt kunnen voelen.’14

Vorig jaar bracht ik in juni een werkbezoek aan Zuid-Amerika. We hadden een strak tiendaags reisschema om Colombia, Peru en Ecuador aan te doen. Door een enorme aardbeving waren honderden mensen omgekomen, tienduizenden gewond geraakt en waren er in Ecuador in de steden Portoviejo en Manta huizen en hele gemeenschappen beschadigd en vernietigd. Ik had de ingeving om een bezoek aan leden in die steden aan ons schema toe te voegen. Maar vanwege de schade aan de wegen wisten we niet zeker of we er konden komen. In feite was ons gezegd om er niet heen te gaan, maar de ingeving hield aan. Dus werden we gezegend en konden we beide steden aandoen

Vanwege de korte termijn verwachtte ik dat slechts enkele plaatselijke priesterschapsleiders de haastig belegde vergaderingen bij zouden wonen. Maar elk ringcentrum waar we kwamen, was vol, helemaal tot aan het toneel achterin. Sommigen waren trouwe leden uit de omgeving, de pioniers die zich aan de kerk vasthielden en anderen aanmoedigden om met hen te aanbidden en de Geest te voelen. Op de voorste rijen zaten de leden die in de aardbeving dierbaren en buren hadden verloren. Ik had de ingeving om een apostolische zegen over de aanwezigen uit te spreken, een van de eerste keren dat ik dat deed. Hoewel ik voorin de zaal stond, leek het alsof mijn handen op ieders hoofd lagen, en ik voelde de woorden van de Heer uit mijn mond vloeien.

Afbeelding
Ouderling en zuster Rasband in Zuid-Amerika

En dat was niet alles. Ik had de ingeving om hen toe te spreken zoals Jezus Christus bij zijn bezoek aan de mensen in Amerika had gedaan. ‘Hij nam hun kinderen […] en zegende hen en bad tot de Vader voor hen.’15 Wij waren in Ecuador, we deden het werk van onze Vader, en dit waren zijn kinderen.

Ten vierde moeten we naar de eerste ingeving handelen.

Denk aan de woorden van Nephi: ‘Ik werd door de Geest geleid, van tevoren niet wetende wat ik moest doen. ‘Niettemin ging ik verder’, zei hij.16

En wij moeten ook verder. We moeten vertrouwen in onze eerste ingeving hebben. Soms beredeneren we het, vragen we ons af of we een geestelijke ingeving hebben, of dat het gewoon onze eigen gedachte is. Als we gaan twijfelen aan onze gevoelens, of denken het beter te weten — en dat hebben we allemaal wel eens gedacht — dan wijzen we de Geest af; dan trekken we goddelijke raad in twijfel. De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘Als u naar de eerste ingevingen luistert, doet u het negen van de tien keer goed.’17

Een woord van waarschuwing: verwacht geen vuurwerk omdat u naar de Heilige Geest hebt geluisterd. Bedenk dat u het werk van de stille, zachte stem doet.

Toen ik in New York City zendingspresident was, ging ik eens met enkele zendelingen naar een restaurant in de Bronx. Er kwam een gezin vlak bij ons zitten. Zij leken de ideale mensen om het evangelie aan te vertellen. Ik hield onze zendelingen in de gaten terwijl ze met mij bleven praten, en zag het gezin na het eten weer vertrekken. Toen zei ik: ‘Broeders, we kunnen vandaag iets leren. U zag een fijn gezin aankomen in dit restaurant. Wat hadden we moeten doen?’

Een van de ouderlingen zei meteen: ‘Ik dacht erover om op te staan en een gesprek aan te knopen. Ik voelde de aandrang, maar ik deed er niets mee.’

‘Broeders,’ zei ik, ‘we moeten altijd naar onze eerste ingeving handelen. De aandrang die u voelde, was de Heilige Geest!’

Eerste ingevingen zijn zuivere hemelse inspiratie. Als ze tot ons getuigen of ons bevestiging geven, moeten we ze als zodanig herkennen en ze niet laten ontglippen. Maar heel vaak inspireert de Geest ons om iemand in nood te helpen, met name familie en vrienden. ‘De stille zachte stem, die door alle dingen heen fluistert en ze doordringt’18 wijst ons op kansen om in het evangelie te onderwijzen, ons getuigenis van de herstelling en van Jezus Christus te geven, steun en zorg te verlenen, en een van Gods dierbare kinderen te redden.

Beschouw het als een hulpdienst. In de meeste landen zijn hulpdiensten de eersten die op de plek van een tragisch voorval of ramp komen: brandweer, politie, ambulancepersoneel. Zij arriveren met zwaailichten. En laat ik daar aan toevoegen hoe ontzettend dankbaar we voor hen zijn. De Heer heeft een minder opvallende aanpak, maar die vereist net zo’n onmiddellijke reactie. De Heer weet wat al zijn kinderen nodig hebben — en Hij weet wie bereid is om te helpen. Als we in ons ochtendgebed tegen de Heer zeggen dat we er klaar voor zijn, zal Hij onze hulp inroepen. Als wij reageren, zal Hij telkens weer een beroep op ons doen, en dan doen we wat president Monson ‘het werk van de Heer’ noemt.19 Wij zijn dan de geestelijke hulpdienst die hulp van omhoog verleent.

Als wij op onze ingevingen letten, groeien we in de geest van openbaring en krijgen we steeds meer inzicht en leiding van de Geest. De Heer heeft gezegd: ‘Stel uw vertrouwen in die Geest die ertoe beweegt goed te doen.’20

Laten we de oproep van de Heer om ‘goedsmoeds [te zijn], want Ik zal u voortleiden’ serieus nemen.21 Hij leidt ons door de Heilige Geest. Mogen wij zo leven dat we dicht bij de Geest blijven en snel op onze eerste ingevingen reageren, omdat we weten dat ze van God komen. Ik getuig dat de kracht van de Heilige Geest ons zal leiden, beschermen en altijd bij ons zal zijn. In de naam van Jezus Christus. Amen.