2010–2019
Het heerlijke plan van onze Vader
April 2017


Het heerlijke plan van onze Vader

Dankzij Gods heilige plan weten we dat de geboorte en de dood slechts mijlpalen zijn op onze reis naar het eeuwige leven bij onze hemelse Vader.

Tijdens mijn opleiding tot arts mocht ik een jonge moeder bijstaan bij de bevalling van haar eerste kind. Ze was rustig, geconcentreerd en gelukkig. Na de bevalling gaf ik haar het kleine schatje. Ze nam de gloednieuwe baby met tranen in de ogen in haar armen en onderzocht hem van top tot teen. Ze drukte hem tegen zich aan en hield van hem zoals alleen een moeder dat kan. Ik vond het een voorrecht om dat mee te mogen maken.

Zo is het leven voor ons allemaal begonnen. Maar was onze geboorte echt het begin? De wereld beschouwt de geboorte en de dood als het begin en het einde. Maar dankzij Gods heilige plan weten we dat de geboorte en de dood slechts mijlpalen zijn op onze reis naar het eeuwige leven bij onze hemelse Vader.1 Ze zijn essentiële elementen van het plan van de Vader — momenten waarop de sterfelijkheid en de hemel elkaar kruisen. Ik heb in mijn jarenlange medische en kerkervaring geboortes en overlijdens meegemaakt. Vandaag wil ik getuigen van het plan van de Vader aan de hand van de lessen die ik daaruit geleerd heb.

‘Vóór onze geboorte woonden we bij God, de Vader van onze geest. Alle mensen zijn letterlijk broers en zussen’ in zijn gezin.2 Ieder van ons is kostbaar voor Hem. We woonden vóór onze geboorte eeuwenlang bij Hem. We leerden, maakten keuzes en bereidden ons voor.

Omdat onze hemelse Vader ons liefheeft, wil Hij ons zijn grootste gave geven: het eeuwige leven.3 Maar Hij kon ons die niet zomaar geven; we moesten ze ontvangen door voor Hem en zijn wegen te kiezen. We moesten Hem verlaten en een geweldige, moeilijke reis van geloof, groei en vooruitgang maken. De reis die onze Vader voorbereid heeft, is het heilsplan of plan van geluk.4

Hij legde ons in een voorsterfelijke raadsvergadering zijn plan uit.5 Toen we het begrepen, juichten we van vreugde en zongen de morgensterren.6

Het plan steunt op drie grote pijlers: de pijlers van de eeuwigheid.7

De eerste is de schepping van de aarde, de setting voor onze sterfelijke reis.8

De tweede pijler is de val van onze eerste aardse ouders, Adam en Eva. We hebben dankzij de val veel goeds ontvangen. Zo konden we geboren worden en een lichaam krijgen.9 Ik ben mijn moeder eeuwig dankbaar dat ze mijn broers en mij ter wereld gebracht heeft en over God heeft geleerd.

God heeft ons ook keuzevrijheid gegeven — het vermogen en voorrecht om zelf te kiezen en te handelen.10 Onze Vader heeft ons geboden gegeven, zodat we het goede kunnen kiezen. Als we Gods geboden onderhouden, tonen we dat we Hem liefhebben en zegent Hij ons.11

Onze Vader wist dat we foute keuzes zouden maken, ofwel zondigen, en heeft in een derde pijler voorzien: de Heiland Jezus Christus en zijn verzoening. Christus heeft door zijn lijden de prijs voor zonde en de lichamelijke dood betaald.12 Hij heeft gezegd: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’13

Jezus Christus leidde een volmaakt leven. Hij onderhield alle geboden van zijn Vader. Hij doorkruiste Palestina en verkondigde eeuwige waarheden, genas de zieken, liet de blinden zien en wekte de doden op.14 Hij ging door het land ‘terwijl Hij goeddeed’15 en spoorde iedereen aan zijn voorbeeld te volgen.16

Aan het eind van zijn leven knielde Hij en bad:

‘Vader, als U wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg; maar laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden. […]

‘En Hij kwam in zware zielenstrijd en bad des te vuriger. En Zijn zweet werd als grote druppels bloed, die op de aarde neervielen.’17

Christus liet ons de omvang van zijn lijden inzien door deze openbaring aan de profeet Joseph Smith:

‘Ik, God, heb deze dingen voor allen geleden, opdat zij niet behoeven te lijden als zij zich bekeren;

‘maar als zij zich niet bekeren, moeten zij lijden zoals Ik;

‘welk lijden Mij, ja, God, de grootste van allen, van pijn deed sidderen en uit iedere porie bloeden, en naar lichaam en geest deed lijden.’18

In Gethsémané begon Hij de prijs voor onze zonden, ziekten, pijnen en zwakheden te betalen.19 Daarom hoeven wij die zwakheden nooit alleen te doorstaan, als we ervoor kiezen om met Hem te wandelen. ‘Hij werd gevangen genomen, op grond van valse aantijgingen schuldig verklaard en veroordeeld tot de kruisdood om de menigte hun zin te geven.’ Aan het kruis gaf Hij zijn leven voor de zonden van de mensheid — een geweldige gave voor iedereen die ooit op aarde zou wonen.20

Hij heeft gezegd:

‘Ik ben Jezus Christus, die volgens het getuigenis der profeten in de wereld zou komen.

‘[…] Ik ben het licht en het leven der wereld; en Ik heb gedronken uit die bittere beker die de Vader Mij heeft gegeven en heb de Vader verheerlijkt door de zonden der wereld op Mij te nemen.’21

Vervolgens is Hij op de eerste dag van de week22 met een volmaakt onsterfelijk lichaam opgestaan. En omdat Hij opgestaan is, zullen wij ook opstaan.

Ik getuig dat Christus werkelijk uit het graf opgestaan is. Maar om op te kunnen staan, moest Hij eerst sterven. En dat moeten wij ook.

Ik heb het grote voorrecht gehad om aan het sterfbed van enkele mensen de nabijheid van de hemel te voelen. Enkele jaren geleden kwam ik op een ochtend de ziekenhuiskamer binnen van een trouwe mormoonse weduwe die kanker had. Twee van haar dochters zaten bij het bed. Toen ik naar haar toe ging, zag ik dat haar lijdensweg ten einde was; ze was net overleden.

Er heerste vrede in de kamer. Haar dochters treurden, maar hadden veel geloof. Ze wisten dat ze hun moeder niet kwijt waren; ze was naar huis teruggekeerd.23 Zelfs in tijden van groot verdriet, wanneer de tijd stilstaat en het leven zo oneerlijk lijkt, vinden we troost in onze Heiland omdat Hij ook geleden heeft.24 Ik vond het een voorrecht om in die kamer te zijn.

Als we sterven, verlaat onze geest ons lichaam en gaan we naar de volgende fase van onze reis: de geestenwereld. Dat is een plek van onderwijs, bekering, vergeving en vooruitgang,25 waar we op de opstanding wachten.26

Op een mooie dag zal iedereen die ooit geboren is uit het graf opstaan. Onze geest en ons lichaam worden dan in hun volmaakte gedaante herenigd. Iedereen zal opstaan, jong en oud, man en vrouw, goddelozen en rechtvaardigen; en ‘alles zal tot zijn volmaakte gestalte worden hersteld.’27

Na de opstanding zullen we door onze Heiland geoordeeld worden. Hij heeft gezegd:

‘Ik [zal] alle mensen tot Mij trekken, zodat zij naar hun werken kunnen worden geoordeeld.

‘En het zal geschieden dat wie zich bekeert en zich in mijn naam laat dopen, zal worden vervuld; en indien hij tot het einde volhardt, zie, hem zal Ik onschuldig houden voor het aangezicht van mijn Vader ten dage dat Ik zal staan om de wereld te oordelen.’28

En dan zullen allen die Christus volgen door geloof, bekering, de doop, de gave van de Heilige Geest en volharding tot het einde,29 ontdekken dat ze dankzij Christus en zijn verzoening ‘hun goddelijke bestemming als erfgenaam van het eeuwige leven’ ontvangen.30 Zij zullen naar de Vader terugkeren en eeuwig bij Hem wonen. Laten we goede keuzes maken.

Ons bestaan is zoveel meer dan wat er zich tussen onze geboorte en dood afspeelt. Ik nodig u uit om tot Christus te komen en Hem te volgen.31

Ik geef alle leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen deze uitnodiging: ‘Komt [dagelijks] tot Christus en wordt vervolmaakt in Hem en onthoudt u van alle goddeloosheid; [opdat gij] wegens het vergieten van het bloed van Christus […] heilig wordt, zonder smet.’32

Ik nodig iedereen die nog geen lid van deze kerk is uit om het Boek van Mormon te lezen en naar de zendelingen te luisteren. Kom, heb geloof en bekeer u van uw zonden. Kom, laat u dopen en ontvang de Heilige Geest. Kom, leid een gelukkig, op Christus gericht leven. Als u tot Hem komt en zijn geboden onderhoudt, beloof ik u dat u in deze vaak roerige wereld gemoedsrust en een doel zult vinden, en het eeuwige leven in het hiernamaals.33

Tot wie deze leer nageleefd heeft en om wat voor reden dan ook afgedwaald is, zeg ik: kom terug. Kom nu terug. Onze hemelse Vader en de Heiland hebben u lief. Ik getuig dat Christus de macht heeft om uw vragen te beantwoorden, uw pijnen en verdriet te genezen, en uw zonden te vergeven. Ik weet dat dat waar is. Ik weet dat al deze dingen waar zijn. Christus leeft! Dit is zijn kerk. In de naam van Jezus Christus. Amen.