Kinderprogramma in de avondmaalsdienst en overzicht participatieperiode

Gebruik dit boekje elke week om u voor te bereiden op de les van vijftien minuten die u in de participatieperiode geeft. U kunt de wekelijkse les aanvullen met ander goedgekeurd materiaal, bv. uit de Friend en de Liahona. De volgende richtlijnen dienen als leidraad, waarmee u de lessen kunt voorbereiden en geven.

Heb uw leerlingen lief. Laat merken dat u de kinderen liefhebt door hun namen te leren en te weten wat hun interesses, talenten en behoeften zijn.

Onderwijs onder leiding van de Geest in de leer. Bid bij de voorbereiding van uw les om leiding en streef ernaar om uw getuigenis te versterken van de beginselen die u behandelt. Dan zult u beter met de Geest kunnen onderwijzen.

Leren bevorderen. Dit boekje is vervaardigd om u niet alleen aan te geven wat u moet behandelen, maar ook hoe u de stof behandelt en de kinderen aan het leren krijgt. U zult de leer het doeltreffendst behandelen als u in elke les de volgende drie dingen doet:

1. Vaststellen wat de leer is. Leg de leerstelling die de kinderen zullen leren duidelijk uit. Overweeg hoe u dat mondeling en visueel kunt doen. (U vindt voorbeelden in de lessen voor de vierde week van februari en de derde week van juli.)

2. Begrip bevorderen. Zorg ervoor dat de kinderen de leer goed begrijpen. Betrek ze bij de les door verschillende onderwijsmethodes te gebruiken, zoals het zingen van liedjes, rollenspelen en teksten lezen.

3. Toepassing aanmoedigen. Geef de kinderen de kans om de leer toe te passen. Bespreek hoe ze hun gevoelens kunnen uiten of doelen kunnen stellen die met de leer te maken hebben.

Dit boekje bevat volledig uitgewerkte lessen voor sommige weken in het jaar. Voor de andere weken zijn er geen volledige lessen in opgenomen, maar alleen ideeën. U kunt die ideeën aanvullen met uw eigen ideeën. U kunt ideeën krijgen door andere lessen in dit boekje te lezen. U kunt de vijfde zondagen gebruiken om voorgaande lessen te herhalen. De Geest kan u leiden als u activiteiten voor de lessen bedenkt en voorbereidt.

Werk bij de voorbereiding van de lessen samen met de dirigente. Door het zingen van liedjes worden de leerstellingen kracht bijgezet. U kunt af en toe een leerkracht met zijn of haar klas vragen om u te helpen met onderdelen van het evangelieonderricht.

In sommige lessen wordt u geadviseerd om een gastspreker uit te nodigen. U dient toestemming van uw bisschop of gemeentepresident te krijgen voordat u iemand als gastspreker uitnodigt.

In de lessen staan enkele onderwijstips waarmee u uw onderwijs kunt verbeteren. In de lessen staan ook afbeeldingen om u te laten zien hoe een activiteit in zijn werk gaat. Hoewel het belangrijk is om onderwijsvaardigheden te ontwikkelen, is het uw geestelijke voorbereiding en uw getuigenis die de Geest in staat stellen de leerstellingen in het hart van de kinderen te bevestigen.

De muziek in het jeugdwerk schept een eerbiedige sfeer, gaat over het evangelie, en zorgt ervoor dat de kinderen de invloed van de Heilige Geest en de vreugde van het zingen ervaren. Twintig minuten van de participatieperiode moet aan zingen en leren van muziek worden besteed. Dan hebt u voldoende tijd om de kinderen nieuwe muziek te leren en ze van het zingen te laten genieten.

In dit boekje staat een nieuw liedje dat de kinderen dit jaar zullen leren (zie pagina 28). Het bevat ook het onderdeel ‘Muziek in het jeugdwerk’ (zie pp. 26–27) en aanvullende ideeën om de kinderen liedjes te leren (zie pp. 3, 11, 17).

Kinderkamer: Ziet uw kleinen; Zonnestraaltjes: Jeugdwerk 1; KGW 4–7: Jeugdwerk 2; Helden 8–11: Jeugdwerk 6

Zonnestraaltjes: Jeugdwerk 1; KGW 4–7: Jeugdwerk 2; Helden 8–11: Jeugdwerk 5