2014
Ze heeft liefde nodig
Maart 2014


Ze heeft liefde nodig

Jay Mcfarland, Utah (VS)

Ik was niet zo’n goede tiener en besteedde weinig tijd aan het dienen van anderen. In die periode vroeg mijn moeder me om met haar mijn oudtante in het rusthuis te gaan bezoeken.

Mijn nicht en haar dochtertje Stephanie gingen met ons mee. Stephanie was zeven of acht. Toen we het rusthuis binnengingen, zwaaide ze naar iedereen die ze tegenkwam. Ze fleurden op alsof ze zonneschijn en regenbogen aan het uitdelen was. Ik daarentegen vermeed oogcontact.

Toen we de kamer van mijn oudtante en een andere bejaarde vrouw binnenkwamen, probeerde ik me afzijdig te houden. Maar Stephanie sprong op het bed van mijn tante en begon haar te trakteren op verhalen.

Er viel me iets op aan deze kamer. Aan de kant van mijn tante waren er tekenen van liefde en haar familie. Er hingen foto’s en tekeningen aan de muur en er stonden bloemen op een nachtkastje. De andere kant van de kamer was levenloos en kaal. Er waren geen tekenen van bezoekers; geen kaartjes of afbeeldingen aan de muur.

De kamergenote van mijn tante zat helemaal alleen in een rolstoel en deed alsof ze ons niet zag. Ze neuriede een deuntje en tikte tegen de armen van haar rolstoel aan, wat ik niet prettig vond.

Stephanie trok aan haar moeders arm en vroeg: ‘Mama, wat is er met die mevrouw?’ Haar moeder boog zich en fluisterde: ‘Ze heeft liefde nodig.’ Wat er toen gebeurde, was een hele verrassing.

Zonder te aarzelen, rende Stephanie naar haar toe en sprong bij de vrouw op de schoot. Toen begon ze haar verhaaltjes te vertellen en een heleboel vragen te stellen. De vrouw antwoordde niet. De tranen stroomden uit haar ogen terwijl ze Stephanie omhelsde. In de daaropvolgende minuten zat Stephanie op haar schoot, streelde haar haar en kuste haar op de wang.

Dit soort onzelfzuchtige liefde had ik nog nooit gezien en ik probeerde mijn tranen te bedwingen. Toen we later wegreden, vroeg ik me af hoe de jonge Stephanie zo onzelfzuchtig, liefdevol en meelevend kon zijn ten opzichte van een totaal onbekende.

Uiteindelijk kwam ik tot inkeer en ging ik op zending. Tijdens mijn zending stuurde Stephanie me schattige briefjes met tekeningen zoals die in de kamer van mijn tante in het rusthuis.

Voor ik naar huis terugkeerde, bereikte mij het verschrikkelijke nieuws dat Stephanie aan een ziekte was overleden. Ik betreur nog steeds dat haar licht zo snel werd gedoofd, maar ik blijf haar dankbaar voor haar voorbeeld. Ze leerde me wat het betekent om te dienen.

We hoeven ons nooit af te vragen hoe en of we moeten dienen. Als we ons hart op de juiste plek hebben, wordt dienen een onderdeel van wie we zijn en niet alleen wat we doen.