2014
De zedelijke norm van de Heer
Maart 2014


De zedelijke norm van de Heer

Naar een toespraak gehouden in een devotional aan de Brigham Young University–Idaho op 22 januari 2013. Zie voor de volledige tekst in het Engels web.byui.edu/devotionalsandspeeches.

Afbeelding
Ouderling Tad R. Callister

Onze keuze om Gods zedelijke norm wel of niet na te leven zal ons geluk grotendeels bepalen.

Een aantal jaren geleden werkte mijn vader, die advocaat was, aan een rechtszaak. Om zijn zaak kracht bij te zetten, haalde hij maar één rechtszaak aan — een erg oude zaak voor het hooggerechtshof van Californië. Zijn tegenstander haalde een aantal recentere uitspraken aan van lagere instanties.

De rechter vroeg mijn vader: ‘Meneer Callister, hebt u geen recentere zaak dan deze?’

Mijn vader keek de rechter aan en zei: ‘Edelachtbare, mag ik er u aan herinneren dat wanneer het hooggerechtshof zich ergens over uitspreekt, het dat maar één keer hoeft te doen.’ De rechter knikte. Hij was eraan herinnerd dat het hooggerechtshof meer gewicht in de schaal legt dan alle uitspraken van lagere instanties samen, hoe talrijk of recent die ook zijn.

Zo is het ook met God, onze Vader — Hij hoeft maar één uitspraak te doen op het vlak van zedelijkheid. Die uitspraak legt meer gewicht in de schaal dan de meningen van lagere instanties, of die nu door psychologen, adviseurs, politici, vrienden, ouders of zelfverklaarde moralisten geuit worden.

Het is bijna ongelofelijk dat God zijn kostbaarste en heiligste macht, het voortplantingsvermogen, aan zijn kinderen gegeven heeft. Omdat God ons die macht gegeven heeft, behoudt Hij, en Hij alleen, het recht om voor te schrijven hoe ze gebruikt dient te worden.

In tegenstelling tot wat het publiek denkt, is er niets negatiefs of beperkends aan Gods zedelijke normen. Ze zijn eerder positief, opbouwend en bevrijdend. Ze smeden banden, versterken eigenwaarde, zorgen voor een rein geweten en nodigen de Geest uit om personen en echtparen tot zegen te zijn. Het zijn de beproefde normen voor een gelukkig huwelijk en een stabiele samenleving.

Wat is dan de norm van de Heer voor het gebruik van het heilige voortplantingsvermogen — wat is zijn zedelijke norm? Eigenlijk is de zedelijke norm van de Heer niet zozeer een lijstje van wat we wel en niet mogen doen. Het houdt eerder het volgende beginsel in: het voortplantingsvermogen dient binnen het huwelijk gebruikt te worden om deze twee belangrijke redenen: (1) om de relatie tussen de partners hechter te maken en (2) om kinderen op de wereld te brengen. Die toepassingen genieten de zegen en goedkeuring van de Heer.

Anderzijds dient het voortplantingsvermogen niet buiten de huwelijksband tussen echtgenoot en echtgenote gebruikt te worden. Dienovereenkomstig keurt de Heer alle bewuste gedachten of daden af die het gebruik van het voortplantingsvermogen buiten het huwelijk bevorderen of veroorzaken.

Ik zal nu enkele zedelijke normen van de Heer aanhalen om misverstanden en onduidelijkheid te vermijden.

Ontucht en overspel

De Heer verbiedt ontucht en overspel, ongeacht hoe de wereld erover denkt. Dit is het gebruik van het voortplantingsvermogen met iemand van het andere geslacht met wie men niet wettig gehuwd is. Het is ontucht als geen van beiden gehuwd zijn. Het is overspel als tenminste een van hen gehuwd is.

De apostel Paulus heeft gezegd: ‘Want dit wil God: […] dat gij u onthoudt van de hoererij’ (1 Tessalonicenzen 4:3; cursivering toegevoegd). Hij heeft ook gezegd: ‘Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen? Dwaalt niet! Hoereerders [of] overspelers […] zullen het Koninkrijk Gods niet beërven’ (1 Korintiërs 6:9–10; cursivering toegevoegd).

Soms beseft men niet hoe ernstig deze overtredingen zijn en soms probeert men ze zelfs goed te praten. Corianton leek niet te beseffen hoe ernstig zijn zonden met de lichtekooi Isabel waren. Zijn vader, Alma, plaatste ze in het juiste perspectief: ‘Weet gij niet, mijn zoon, dat die dingen een gruwel zijn in de ogen des Heren?’ (Alma 39:5). Jozef sprak ook over dit grote kwaad toen hij verleid werd door de vrouw van Potifar: ‘Hoe zou ik dan dit grote kwaad doen en zondigen tegen God?’ (Genesis 39:9).

Ongepaste aanrakingen

Ongepaste aanrakingen prikkelen het voortplantingsvermogen. Dienovereenkomstig gaat het aanraken van andersmans intieme lichaamsdelen in tegen de zedelijke norm van de Heer, of die ander gekleed is of niet.1

Zelfbevrediging

De Heer veroordeelt zelfbevrediging. Zelfbevrediging is het stimuleren van het eigen voortplantingsvermogen. President Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft gezegd:

‘Knoei of speel niet met dat heilige voortplantingsvermogen. […]

‘Het is de Heer niet aangenaam en het is jezelf niet aangenaam. Je voelt je er niet waardig of rein door.’2

Homoseksuele relaties

Sommigen willen ons doen geloven dat het standpunt van de kerk ten opzichte van homoseksuele relaties van tijdelijke aard is en geen eeuwige leerstelling. Een dergelijke denkwijze verhoudt zich echter niet tot de Schriften, de woorden van hedendaagse profeten en het heilsplan, die ons leren dat het eeuwig huwelijk tussen man en vrouw een vereiste is voor de verhoging. Homoseksuele relaties zijn in strijd met Gods eeuwige patroon dat mannen en vrouwen niet enkel in het sterfelijk leven kinderen krijgen maar ook eeuwig nakomelingschap in de verhoging.

We erkennen dat eenieder een zoon of dochter van God is en als zodanig behandeld dient te worden. We lijden allemaal onder gebreken, die we soms niet zelf gekozen hebben. Maar we geloven ook in een onbegrensde verzoening die ons tijdens dit leven of in het hiernamaals alle nodige kracht kan schenken om onze zwakheden en onvolmaaktheden om te zetten in sterke punten. De Heer heeft ons beloofd: ‘Indien zij zich voor mijn aangezicht verootmoedigen en geloof hebben in Mij, zal Ik zwakke dingen sterk voor hen laten worden’ (Ether 12:27).

Wie zich aangetrokken voelt tot mensen van hetzelfde geslacht heeft de plicht (1) zich te onthouden van onzedelijke betrekkingen en (2) er alles aan te doen om gebruik te maken van de zuiverende, vervolmakende krachten van de verzoening. Maar ondertussen mag wie zich aangetrokken voelt tot mensen van hetzelfde geslacht, maar er niet naar handelt, wél dienen in roepingen en een tempelaanbeveling ontvangen.3

De tentakels van de boze

Nu wil ik het hebben over enkele waarschuwingssignalen die voorafgaan aan sommige van de zonden die ik heb besproken. We kunnen Satan enigszins vergelijken met een octopus die ons probeert te vangen. Als het niet lukt met één tentakel, probeert hij het met een andere en nog een andere, tot hij er een vindt die zich vastzuigt. Hieronder staan enkele tentakels van de tegenstander die erop gericht zijn om ons Gods zedelijke norm te laten overtreden.

Pornografie

God wil dat zijn kinderen wegblijven van films, series, websites en magazines die enigszins pornografisch zijn. Alle afbeeldingen of verhalen die de vleselijke mens voeden vallen onder pornografie. Het is weerzinwekkend voor de Geest van de Heer.

Als iemand denkt dat hij een onschuldige blik op pornografie kan werpen, laat hij zich bedotten. Het is een giftige, meedogenloze slang die toeslaat wanneer u er de eerste keer aan toegeeft en die de daaropvolgende keren nog meer gif in u injecteert.

Als u getroffen bent door deze plaag dient u er alles aan te doen om ze te overwinnen. Belijdenis, intens gebed, vasten, onderdompeling in de Schriften, uw tijd nuttig besteden, internetgebruik aan banden leggen, professionele begeleiding enzovoort zijn misschien noodzakelijk, maar u kunt het overwinnen. Op een gegeven moment zal wilskracht van essentieel belang zijn — er bestaat geen medicijn of therapeutische techniek voor elke verslaving.

Onfatsoenlijke kleding

Onze kleding beïnvloedt niet enkel onze eigen gedachten en daden, maar ook die van anderen. Dienovereenkomstig gaf de apostel Paulus de raad: ‘dat de vrouwen zich sieren met waardige klederdracht’ (1 Timoteüs 2:9).

De kleding van een vrouw heeft een sterke invloed op de gedachten en verlangens van een man. Als die te laag, hoog of strak is, kan die onfatsoenlijke gedachten veroorzaken, zelfs bij een jonge man die naar reinheid streeft.4

Mannen en vrouwen kunnen er aantrekkelijk en modieus en tegelijkertijd fatsoenlijk uitzien. Vooral vrouwen kunnen zich fatsoenlijk kleden en hierdoor bijdragen tot hun eigen zelfrespect en de zedelijke reinheid van mannen. Uiteindelijk krijgen de meeste vrouwen het soort man waar ze zich voor kleden.

Onreine gedachten

Laat onreine gedachten aan u voorbij gaan. Geef ze de kans niet om zich in uw hoofd te nestelen. Er is niets mis mee om de knappe jonge dame of heer die voorbij gaat op te merken — dat is normaal. Maar als die gedachten veranderen in lust, nestelen ze zich in uw hoofd.

We kunnen niet elk onfatsoenlijk reclamebord of onfatsoenlijk geklede persoon vermijden, maar we kunnen wel de opduikende onreine gedachte in de kiem smoren. Het is niet zondig om onvrijwillig iets onfatsoenlijks te zien; het is wel zondig om opduikende gedachte ruim baan te geven. In Spreuken lezen we: ‘Want zoals hij in zijn hart overweegt, zo is hij’ (Spreuken 23:7, naar KJV).

In feite zijn onze gedachten de oorzaak van onze daden. We hebben het vermogen om ons leven en onze gedachten onder controle te houden. Goede en kwade gedachten kunnen niet tegelijkertijd in onze gedachten bestaan, net zoals licht en duisternis niet tegelijkertijd op dezelfde plek aanwezig kunnen zijn. We moeten op een gegeven moment kiezen welke we uitnodigen.

Als we willen, kunnen we elke kwade gedachte verjagen en onmiddellijk vervangen door opbouwende liedjes, gedichten of Schriftteksten. Net zoals de duisternis vlucht voor het licht, vlucht het kwade voor het goede.

Afgelegen plekken en vrienden die verleiden

Op bepaalde momenten en plekken bieden we minder weerstand, hoe sterk we ook zijn. Er zijn hele goede mannen en vrouwen voor verleiding bezweken. Dat gebeurde met Koning David toen hij ’s avonds naar Batseba keek, op een afstand die aanvankelijk veilig leek (zie 2 Samuël 11:2–4). We mogen nooit denken dat we te sterk zijn of immuun zijn voor de verleiding. Afgelegen plekken, late uren en onzedelijke vrienden zijn als een magneet die ons in Satans greep brengt.

Goedpraten

Er zijn twee veelvuldig herhaalde excuses die gebruikt worden om zedelijke overtreding goed te praten. De eerste is ‘Ik hield van haar.’ Satan is een meestervervalser. Hij vermomt lust als liefde. Er is een simpele manier om het verschil te zien. Liefde komt voor uit zelfbeheersing, gehoorzaamheid aan Gods zedelijke wetten, respect voor anderen en onzelfzuchtigheid. Lust daarentegen komt voort uit ongehoorzaamheid, bevredigen van de eigen begeerten en een gebrek aan discipline.

Het tweede excuus is: ‘Niemand zal het ooit te weten komen.’ De Heer heeft die mythe meermaals uit de wereld geholpen. Hij heeft gezegd: ‘De weerspannigen zullen met veel smart worden doorboord; want hun ongerechtigheden zullen van de daken worden verkondigd, en hun geheime handelingen zullen worden onthuld (LV 1:3; cursivering toegevoegd).

Er is geen enkele plek donker genoeg of geen enkel hoekje afgelegen genoeg om het verborgen te kunnen houden. God zal het weten, en u zult het weten, als u zijn zedelijke wetten overtreedt.

Bekering

Als u zedelijke fouten gemaakt hebt, kunt u zich bekeren dankzij de verzoening van Jezus Christus. De eerste en fundamentele stap naar een zedelijk rein leven is zich bekeren van overtredingen, een fundering van zand inruilen voor een fundering van rots. Vaak begint dat met een belijdenis.

Bekering is echter niet gewoon een kwestie van tijd of een zonde nalaten of die belijden. Bekering is vooral een oprechte verandering van hart, een vast voornemen om zedelijk rein te leven — niet omdat we dat moeten, maar omdat we dat willen.

God heeft duidelijk gemaakt dat we zijn normen niet kunnen overtreden zonder daar de gevolgen van te dragen, maar omdat Hij liefdevol en medelevend is, geeft Hij ons deze heerlijke hoop:

‘Want Ik, de Heer, kan de zonde niet met de geringste mate van toelating aanschouwen;

niettemin, hij die zich bekeert en de geboden des Heren doet, zal vergeving ontvangen’ (LV 1:31–32; cursivering toegevoegd).

Alle oprechten die hun hart veranderen en hun zonden verzaken, krijgen de belofte: ‘Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw’ (Jesaja 1:18).

Maar het is altijd beter om rein te blijven dan om te zondigen en zich achteraf te bekeren. Waarom? Omdat bepaalde nadelige gevolgen van zonde zelfs na bekering kunnen blijven naslepen, zoals ziekte, een buitenechtelijk kind of een geschade reputatie. Ons doel is niet enkel om rein te zijn, maar ook om volmaakt te zijn. Ons streven naar volmaaktheid wordt bespoedigd als we rein zijn en belemmerd als we onrein zijn.

Alma heeft gezegd: ‘goddeloosheid heeft nooit geluk betekend’ (Alma 41:10). We kunnen Gods zedelijke wetten niet ongestraft overtreden en gelukkig zijn, omdat God, die ons geschapen heeft, ons een moreel kompas heeft meegegeven, namelijk ons geweten. Wanneer we Gods zedelijke norm overtreden hebben, begint dat geweten te werken — het knaagt aan ons, roept schuld en wroeging op en dient als een goddelijke bevestiging van de waarheid van die norm.

We kunnen het proberen te negeren en onderdrukken, maar we kunnen er niet aan ontsnappen. Gods zedelijke norm kan niet afgewezen worden, ze kan niet verzwakt of verlaagd worden; ze kan enkel wel of niet gehoorzaamd worden. Uiteindelijk bestrijden of omarmen we ze. Onze keuze zal ons geluk grotendeels bepalen.

Zegeningen van een zedelijk leven

De zegeningen van een rein en zedelijk leven zijn fenomenaal. Zo’n leven geeft ons zelfvertrouwen en bevestigt onze eigenwaarde. Het resultaat is een rein geweten. Het maakt ons geschikt voor een levenspartner met dezelfde reinheid en zal het gebruik van het voortplantingsvermogen in de huwelijksrelatie aangenamer en mooier maken, omdat we het bewaard hebben voor de tijd die de Heer heeft goedgekeurd.

Omdat de Heer ons liefheeft en wil dat we gelukkig zijn, heeft Hij zijn bedoelingen voor zijn kinderen in deze laatste dagen bekendgemaakt: ‘Want Ik zal een rein volk voor Mij doen opstaan, dat Mij in gerechtigheid zal dienen’ (LV 100:16).

Mogen wij allen deel uitmaken van die reine generatie en de zedelijke norm van de Heer naleven.

Noten

  1. Zie Richard G. Scott, ‘De macht van rechtschapenheid’, Liahona, januari 1999, p. 81.

  2. Boyd K. Packer, To Young Men Only (1976), p. 4, 5.

  3. Zie Handboek 2: de kerk besturen (2010), 21.4.6.

  4. Zie Dallin H. Oaks, ‘Pornografie’, Liahona, mei 2005, p. 90.