Priesterschapsverordeningen en tempelwerk zijn ons gezin tot zegen

Karl rende over de aanlegsteiger en was erg blij om zijn vader weer te zien. Karls vader was visser, en Karl rende vaak naar de boot om hem aan het einde van de werkdag te begroeten.

‘Snel, papa!’ riep Karl. ‘Ik wil je een tekening laten zien die ik vandaag voor je gemaakt heb!’

‘Geweldig!’ zei papa. ‘Maar ik moet eerst de boot vastmaken.’

Karl keek hoe papa de boot zorgvuldig met een dik touw aan de steiger vastmaakte. ‘Waarom moet je die zo stevig vastknopen?’ vroeg Karl toen papa een grote knoop legde.

Papa wees naar een boot op het strand met een groot gat in de romp. ‘Die boot was niet goed vastgemaakt. Tijdens de laatste storm kwam hij los en is hij tegen de rotsen geslagen.’

De ogen van Karl gingen wijd open.

‘Weet je hoe onze hemelse Vader ons vastknoopt aan Hem zodat we veilig zijn?’ vroeg papa.

‘Met de Schriften?’ gokte Karl.

‘Dat klopt’, zei papa. ‘Hij geeft ons ook priesterschapsverordeningen zoals de doop en het avondmaal. Mama en ik zijn in de tempel getrouwd zodat ons gezin voor eeuwig samen kan blijven.’

Karl greep het touw en trok er samen met papa nog een laatste keer aan. ‘We maken de allerstevigste knoop!’