2014
Bent u mormoon?
juni 2014


Bent u mormoon?

Carol A. Bowes (North Carolina, VS)

Ik woonde voor mijn werk ver van huis een internationale conferentie bij. Er waren honderden deelnemers, maar ik was de enige uit mijn staat en regio.

Op zekere avond was er een etentje voor alle deelnemers. Toen we de eetzaal binnenkwamen, kreeg ieder van ons vier bonnetjes waarmee we aan de bar gratis alcoholische dranken konden krijgen. Ik bedacht hoe makkelijk het zou zijn voor iemand die ver weg van huis is om door zo’n gelegenheid verleid te worden. Niemand zou het immers te weten komen. Ik liet die gedachte al snel los en gaf de bonnetjes terug aan de persoon aan de deur.

Tijdens het eten zat ik aan tafel met zeven onbekenden. Ik dronk water terwijl we aten, praatten, lachten en informatie uitwisselden die we voor ons werk konden gebruiken.

De volgende ochtend begroette ik een man die bij me aan tafel gezeten had. Ik was blij toen ik op zijn naamkaartje zag dat hij uit mijn geboortestad afkomstig was — een stad waar ik 35 jaar geleden had gewoond. Na de middelbare school was ik naar de universiteit gegaan, getrouwd en verhuisd.

We praatten over plaatsen en gebeurtenissen die we allebei kenden en hij vroeg me of er nog familie van me woonde. Ik antwoordde dat dat niet het geval was, maar dat ik er nog veel goede vrienden had en dat we contact hielden met elkaar. Hij vroeg me wie en ik begon er enkelen op te noemen.

Na de eerste namen onderbrak hij me en zei hij: ‘Wacht eens, bent u mormoon? De mensen die u opnoemde zijn mormoon.’

Toen ik bevestigde dat ik heilige der laatste dagen was, zei hij dat mijn vrienden goede burgers waren, die de gemeenschap goede diensten bewezen en het goede voorbeeld gaven. Hij uitte zijn bewondering voor de kerk en mijn vrienden en vertelde dat ze een positieve invloed op de gemeenschap hadden.

Toen we afscheid namen, vroeg ik me af wat er gebeurd zou zijn als ik die drankbonnetjes gebruikt had. De mensen waar we over spraken, hadden me geleerd het goede te kiezen. Als ik de bonnetjes gebruikt had, zou ik me ongemakkelijk en beschaamd gevoeld hebben om toe te geven dat ik lid van de kerk was.

Ik ben zo dankbaar voor het voorbeeld van die goede, actieve, hulpvaardige vrienden — 35 jaar later en ruim drieduizend kilometer van mijn vroegere woonplaats.