2014
Zal de Heer onze zoon genezen?
juni 2014


Zal de Heer onze zoon genezen?

Ana Cremaschi Zañartu (Santiago, Chili)

Toen onze zoon vier jaar was, vroeg hij me regelmatig om ‘Meester, de stormwinden woeden’ (Lofzangen, nr. 71) te zingen. Zijn kleine oogjes schitterden bij het refrein waarin de Heer de wind en de golven beveelt stil te zijn. Hij vroeg me dan naar de kracht van Jezus. Ik antwoordde hem dat Jezus alles kan doen wat rechtschapen is, omdat Hij alle macht heeft. De Heiland was de held van onze zoon.

Maar toen onze zoon dertien jaar was, kreeg hij een zware depressie. Hij wilde niet meer spreken of zelfs eten. Hij verloor zijn interesse in wat hij leuk had gevonden, en hij wilde vooral niet aan het gezinsgebed en de gezinsavond deelnemen. De kerk en het evangelie leken hem niet meer te interesseren.

De andere gezinsleden baden en vastten regelmatig voor hem, net als vele broeders en zusters van onze wijk en ring en vele van onze vrienden en familieleden. Het had veel weg van Alma de oude die voor zijn zoon bad (zie Mosiah 27:14, 22–23).

We wilden hem het evangelie niet opdringen en zeiden hem dat hij niet aan het gezinsgebed en de gezinsavond hoefde deel te nemen, maar dat we het fijn zouden vinden als hij erbij was. We pasten de raad van de Heiland toe om in ons gezin tot de Vader te bidden zodat onze kinderen gezegend zouden worden (zie 3 Nephi 18:21), waardoor er van ons gezinsgebed en onze gezinsavond meer invloed uitging. We voelden thuis de Geest. En hoewel onze zoon zweeg, was hij er wel.

Langzaamaan zagen we in de daaropvolgende twee jaar dat onze gebeden en gezinsavonden invloed op hem hadden. Op een van de gezinsavonden getuigde hij van de Heiland en vroeg of hij een gezinsavond mocht voorbereiden. Hij begon aan het gezinsgebed deel te nemen en met plezier naar de kerk te gaan. Hij onderging een grote verandering van hart doordat hij de verlossende liefde van de Heiland voelde (zie Alma 5:26). De Heer had onze zoon echt met zijn genezende kracht gered.

Hij begon weer gelukkig en energiek te zijn, wilde anderen dienen en liefde geven. Hij vertelde me dat hij wist dat de Heiland hem genezen had. De beproevingen van onze zoon hebben hem ertoe gebracht een krachtig getuigenis te ontwikkelen en meer liefde voor, en vertrouwen in, de Heiland. Hij diende de Heer als zendeling in het zendingsgebied Buenos Aires-Zuid (Argentinië). Na zijn thuiskomst trouwde hij in de tempel, en zijn vrouw en hij hebben een lieve dochter.

Ik weet dat de Heiland de kracht heeft om te genezen, wonderen te verrichten en ons in dit leven en in het hiernamaals gelukkig te maken.