De macht van het Priesterschap bestemd voor iedereen

Het priesterschap is de eeuwige macht en het gezag van God waarmee Hij zijn kinderen zegent, verlost en verhoogt. Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende over het priesterschap gezegd: ‘Het priesterschap is het middel dat de Heer gebruikt om op aarde zielen redden. […] Van een priesterschapsdrager wordt verwacht dat hij dit heilige gezag uitoefent in overeenstemming met de heilige wil, zin en doeleinden van God. Het priesterschap heeft niets vandoen met zelfzucht. Het priesterschap wordt altijd gebruikt om anderen te dienen, te zegenen en te versterken.’²

Ik heb het priesterschap bestudeerd, erover nagedacht en geprobeerd het beter te begrijpen, en daarbij hielp het mij om me af te vragen hoe de wereld er zonder priesterschap zou hebben uitgezien. Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft hierover gezegd: ‘Kunt u zich voorstellen hoe somber en leeg het sterfelijk leven zonder het priesterschap zou zijn geweest? Als de macht van het priesterschap niet op aarde was, zou de tegenstander onbeperkt kunnen regeren. Er zou geen gave van de Heilige Geest zijn om ons te leiden en onderwijzen; geen profeten om in de naam van de Heer te spreken; geen tempels om heilige, eeuwige verbonden te sluiten; geen gezag om te zegenen of dopen, genezen of troosten. […] Er zou geen licht of hoop zijn — alleen duisternis.’³

Het idee van een wereld zonder priesterschapsmacht is ontnuchterend. Ik verheug me er bijzonder over dat deze heilige macht op aarde door een profeet Gods in deze laatste en heerlijke bedeling van de volheid der tijden is hersteld!

Ouderling Oaks spoort ons aan het woord priesterschap correct te gebruiken: ‘Hoewel we soms met “de priesterschap” naar de priesterschapsdragers verwijzen, moeten we nooit vergeten dat “het priesterschap” geen eigendom is van wie het dragen en dat het niet door hen belichaamd wordt. Het is een heilig bezit om voor het welzijn van mannen, vrouwen en kinderen te gebruiken.’⁴

We weten dat het ‘door het goddelijk plan van geluk mogelijk [is] dat familiebanden ook na de dood blijven bestaan. Heilige verordeningen en verbonden in heilige tempels maken het mogelijk dat de mens naar de tegenwoordigheid van God terugkeert en dat het gezin voor eeuwig verenigd wordt.’⁵ Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd: ‘De bevoegdheid van het priesterschap is hersteld zodat gezinnen voor eeuwig verzegeld kunnen worden.’⁶

‘Het priesterschapsgezag is vereist om de verordeningen van het evangelie te verrichten. […] Elke verordening opent de deur naar rijke geestelijke zegeningen.’⁷ Jezus verleende Petrus de heilige sleutels van het koninkrijk met de aanwijzing: ‘Wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen’ (Matteüs 16:19).

In de New Era van mei 2012 vinden we de volgende eenvoudige toelichting:

‘Met een bos sleutels kun je heel wat dingen doen die je anders niet zou kunnen doen — zoals een gebouw betreden, met de auto rijden, en een koffer openen. Sleutels staan, in principe, voor gezag en toegang.

‘Datzelfde geldt voor priesterschapssleutels. Ze bepalen de toegang tot de zegeningen en verordeningen van het priesterschap. […] Priesterschapssleutels zijn het recht om de kerk te presideren en te leiden. […] Sleutels horen meestal bij een geografisch gebied zoals een wijk, ring of zendingsgebied. Meestal sluiten ze ook gezag in over specifieke verordeningen en handelingen (zoals de doop, het avondmaal, zendingswerk en tempelwerk).’⁸

‘Jezus Christus bezit alle sleutels van het priesterschap met betrekking tot zijn kerk. Hij heeft ieder van zijn apostelen alle sleutels verleend met betrekking tot het koninkrijk van God op aarde. De in leven zijnde senior apostel, de president van de kerk, is als enige persoon op aarde gemachtigd om alle sleutels van het priesterschap uit te oefenen (zie LV 107:91–92). [Hij] delegeert priesterschapssleutels aan andere priesterschapsleiders, zodat zij in de hun toegewezen taak kunnen presideren. […] Presidenten van hulporganisaties en hun raadgevers ontvangen geen sleutels. Zij ontvangen gedelegeerd gezag om hun roeping uit te voeren.’⁹

Maar er is een verschil tussen priesterschapsgezag en priesterschapsmacht. Het gezag van het priesterschap wordt verleend door ordening, maar de macht van het priesterschap is voor iedereen bestemd. We willen allemaal dat de macht van het priesterschap thuis aanwezig is, maar wat moeten wij daarvoor doen? Persoonlijke rechtschapenheid is een vereiste voor priesterschapsmacht.

Leef ten eerste zodanig dat u het gezelschap van de Heilige Geest waardig bent. Daar we de leer van het priesterschap het beste door openbaring begrijpen, is het van essentieel belang dat de Heilige Geest ons die leer openbaart, zodat zij zich op onze ziel kan vormen.

Ten tweede, ga naar de tempel. Tempels zijn ‘de heiligste van alle plaatsen waar wij de Heer aanbidden’¹⁰ en de ideale omgeving om door de geest van openbaring meer over het priesterschap te weten te komen.

Ten derde, lees in de Schriften. Door de Schriften te onderzoeken, te overdenken en te bestuderen, nodigen we de Heilige Geest uit om ons belangrijke waarheden over het priesterschap te openbaren. Ik raad u aan de volgende teksten aandachtig en onder gebed door te nemen: de afdelingen 13, 20, 84, 107 en 121 in de Leer en Verbonden en Alma 13. Vervolgens geef ik u in overweging om de eed en het verbond van het priesterschap in Leer en Verbonden 84:33–44 uit het hoofd te leren. Ik beloof u dat de Heilige Geest uw begrip van het priesterschap dan zal verruimen en u op prachtige manieren zal inspireren en opbouwen.

Ik wil u ook vragen om na te denken over Leer en Verbonden 121:34–46 en deze vragen te beantwoorden:

• Is mijn hart op de dingen van de wereld gezet?

• Streef ik naar de eer van mannen of vrouwen?

• Tracht ik mijn zonden te bedekken?

• Ben ik hoogmoedig?

• Oefen ik zeggenschap of heerschappij of dwang op mijn kinderen, huwelijkspartner of anderen uit?

• Streef ik oprecht naar rechtvaardige beginselen zoals overreding, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, vriendelijkheid, mildheid en ongeveinsde liefde (wat oprechte, welgemeende liefde betekent)?

• Siert deugd onophoudelijk mijn gedachten?

• Verlang ik naar het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest?

De woorden overreding, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, vriendelijkheid, mildheid, en ongeveinsde liefde kregen een nieuwe, persoonlijke betekenis toen ik me een vaderlijke zegen herinnerde die ik jaren geleden had gekregen.

Toen ik een jonge alleenstaande was, moest ik een moeilijke beslissing nemen. Zoals ik bij eerdere gelegenheden gedaan had, vroeg ik mijn vader om een zegen. Ik verwachte dat hij me meteen een zegen zou geven en was dus verrast toen hij antwoordde: ‘Ik heb wat tijd nodig om me voor te bereiden zodat ik je die zegen kan geven. Kun je een paar dagen wachten?’

En nu, veertig jaar later, ben ik vergeten wat hij in die zegen heeft gezegd, maar de eerbied waarmee mijn vader met het heilige priesterschap omging toen hij zich geestelijk voorbereidde om me een zegen te geven, zal me altijd bijblijven. Hij begreep wat de beginselen in Leer en Verbonden 121 inhouden en was vastbesloten om ze na te leven, zodat hij in aanmerking kwam voor de macht van het priesterschap om zijn gezin tot zegen te zijn.

Ik acht het een voorrecht om bijna dagelijks met geïnspireerde profeten, zieners en openbaarders samen te mogen werken. Als we de leer van het priesterschap echt willen kennen, kunnen we een beroep doen op de levende bron die God ons gegeven heeft: profeten, zieners en openbaarders. Ik getuig dat ze mannen van God zijn die door hun rechtschapenheid priesterschapsmacht bij zich dragen.

In een recente conferentietoespraak zei ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘In het grootse, door het priesterschap geautoriseerde, plan van onze hemelse Vader, hebben mannen de unieke taak om het priesterschap te bedienen, maar zij zijn niet het priesterschap. Mannen en vrouwen hebben verschillende maar even belangrijke taken. Zoals een vrouw geen kind kan krijgen zonder een man, kan een man zonder een vrouw niet volledig de macht van het priesterschap uitvoeren voor het stichten van een eeuwig gezin. Met andere woorden, in het eeuwig perspectief delen man en vrouw zowel in de scheppingsmacht als in de priesterschapsmacht.’¹¹

Ik begin te beseffen dat de morele invloed van de vrouw een aanvullende bijdrage aan de macht van het priesterschap is. President Howard W. Hunter (1907–1995) richtte zich tot de vrouwen in de kerk en zei: ‘Wij verzoeken u uw machtige invloed ten goede aan te wenden voor de versterking van onze gezinnen, onze kerk en onze samenleving.’¹² In een recente conferentietoespraak zei ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen tot de vrouwen: ‘Uw morele gezag — of u nu alleenstaand of getrouwd bent, of u nu kinderen hebt gebaard of niet, of u nu oud of jong bent of er ergens tussenin — [is] van wezenlijk belang.’¹³

Ouderling Ballard zei iets vergelijkbaars: ‘Er is niets in deze wereld dat zo persoonlijk, zo stimulerend of zo levensveranderend is als de invloed van een rechtschapen vrouw.’¹⁴

Ik heb een aantal vragen omtrent het heilige priesterschap van God besproken, maar er zijn er ongetwijfeld nog meer.

Tot slot wil ik een ervaring vertellen die me geholpen heeft om met onbeantwoorde vragen om te gaan. Enkele jaren geleden waren mijn man en ik voor een bijeenkomst van ervaren kerkleiders uitgenodigd. Er was onlangs een nieuwe presiderende functionaris geroepen en aan het einde van de bijeenkomst stelde iemand hem een moeilijke en controversiële vraag. Mijn man en ik beseften meteen hoe netelig deze vraag was en baden oprecht tot onze hemelse Vader of Hij deze nieuwe leider wilde bijstaan. Toen hij achter het spreekgestoelte stond om de vraag te beantwoorden, zag ik dat zijn gelaatsuitdrukking veranderde. Hij stond daar majestueus, zijn schouders recht en sprak met de macht van de Heer.

Hij antwoordde iets in de trant van: ‘Broeder, ik ken het antwoord op die vraag niet. Maar ik zal u zeggen wat ik wel weet. Ik weet dat God onze eeuwige Vader is. Ik weet dat Jezus Christus de Heiland en Verlosser van de wereld is. Ik weet dat Joseph Smith God de Vader en zijn geliefde Zoon, Jezus Christus, gezien heeft en dat hij een werktuig was waardoor de macht van het priesterschap op de aarde hersteld is. Ik weet dat het Boek van Mormon waar is en dat het de volheid van het evangelie van Jezus Christus bevat. Ik weet dat we in deze tijd een levende profeet hebben die in naam van de Heer spreekt om ons tot zegen te zijn. Nee, ik ken het antwoord op die vraag niet, maar deze dingen weet ik wel. Het overige is voor mij een kwestie van geloof. Ik probeer deze eenvoudige stelregel ter harte te nemen, die ik Marjorie Hinckley, vrouw van president Gordon B. Hinckley, jaren geleden hoorde uiten: “Eerst gehoorzaam ik, dan begrijp ik.”’

Het priesterschap van God is een heilig bezit tot zegen van mannen, vrouwen en kinderen, zodat we als gezin bij God kunnen terugkeren en voor eeuwig bij Hem kunnen wonen. Een rechtschapen levenswandel is de manier om de macht van het priesterschap in ons leven te brengen. Ik bid dat deze leer zich op onze ziel mag vormen en dat ze ons dichter tot Hem brengt, aan wie deze kerk en de macht en het gezag van het priesterschap toebehoren.