2014
Zoals Ammon zijn
Juli 2014


Zoals Ammon zijn

Deze held uit het Boek van Mormon kan ons veel over zendingswerk en heractivering leren.

Afbeelding
Men with sheep and goats.

Illustraties Dan Burr

Ammon is een held uit het Boek van Mormon, bekend om zijn heldendaden, zoals het verdedigen van de kudde van Lamoni, een Lamanitische koning (zie Alma 17:25–39; 18:1–10). Ammons verhaal, zoals zoveel andere verhalen in het Boek van Mormon, kan ons leren hoe we moeten omgaan met de kansen die we krijgen en de problemen waarop we tegenwoordig stuiten.

Een zinvolle zending

Suzanne E. Tarasevitsj uit Millville (New Jersey, VS) heeft een aantal lessen van Ammon geleerd toen ze met haar man, Adolf, een voltijdzending vervulde.

‘Toen de grote, witte envelop met onze zendingsoproep bij ons op de mat viel, waren mijn man en ik opgetogen’, zegt ze. ‘We hadden gevast en gebeden over onze zending. Niet dat we ons zorgen maakten waar we op zending zouden gaan, maar we verlangden sterk naar een bevestiging dat we met onze capaciteiten een zinvolle zending zouden kunnen vervullen.

‘Toen later op de avond onze kinderen en kleinkinderen waren gearriveerd, maakten we de envelop open en lazen dat we aan het zendingsgebied Warschau in Polen waren toegewezen. Op dat moment voelden wij beiden diep in ons hart dat dit inderdaad een taak was die voor ons bedoeld was. We waren allebei in de wolken.’

Toen ze echter in het zendingsveld was aangekomen, was zuster Tarasevitsj er toch niet helemaal zeker van wat ze nu precies kon bijdragen. ‘Mijn man kreeg onmiddellijk verschillende stimulerende leidinggevende taken toebedeeld, waarmee hij uit de voeten kon’, zegt ze. ‘Hoewel geen van ons beiden Pools sprak, leken zijn dienstverlenende taken de taalbarrière te overbruggen.’ ‘Maar,’ zegt ze, ‘ik had het daarentegen te kwaad met het gevoel dat ik nutteloos was en in een isolement zat. Ik betwijfelde het nut van mijn zending.’

Machtige zendelingen

Zuster Tarasevitsj moest denken aan de geweldige zendelingen in het Boek van Mormon. ‘In de loop van de jaren had ik als jeugdwerklerares vaak de inspirerende en motiverende kracht van de verhalen over Alma en de zoons van Mosiah ter sprake gebracht om het met de kinderen over zendingswerk te hebben. Als ik aan zendelingen dacht, zag ik altijd de sterke, zelfverzekerde Ammon voor me. Ook lukte het mij moeiteloos om de dynamische jonge zendelingen in onze zending te zien als de hedendaagse zoons van Mosiah. Maar ik vroeg mij af of het niet erg vermetel was voor een grootmoeder met grijze haren om een dergelijke rol te ambiëren.’

Terwijl ze daarover nadacht, zegt ze, stelde een innerlijke stem haar in alle rust een vraag.

‘Wat was Ammons eerste taak?’

‘Hij was een dienstknecht, hoedde de kudde en bracht de schapen terug’, reageerde ze.

‘Nou dan, wees een Ammon.’

Om te dienen

Door die gedachten stond het zuster Tarasevitsj opeens heel helder voor de geest wat ze kon doen. ‘Opeens begreep ik precies wat mijn taak inhield’, zegt ze. ‘Ik mocht dan de Poolse taal niet voldoende beheersen om zendingswerk te doen, jaren van ervaring in de ZHV hadden mij wel voorbereid op het dienen van anderen om hen die zich vergeten en niet betrokken voelen op te zoeken en lief te hebben.’

Ze begon haar zendingstaken met andere ogen te bekijken. ‘Ik werd mij bewust van de vele manieren waarop christelijke beginselen de taalhindernissen kunnen overwinnen’, zegt ze. ‘Het werd mij duidelijk wat ik kon doen om de kudde te hoeden en de verloren schapen terug te brengen.’

Daarna ‘werd mijn zending een geweldige leerperiode waarin ik mij nuttig kon maken, en waarin het ons vergund was om te zien hoe het evangelie het leven van nieuwe kerkleden verrijkt.’ Ze voelde zich er vaak toe gedrongen om wat zij Ammons lied noemde aan te heffen: ‘Mijn vreugde is overvloedig, ja, mijn hart is boordevol vreugde, en ik wil mij in mijn God verheugen’ (Alma 26:11).

De schapen redden

Peggy Wallace Poll uit South Weber (Utah, VS) leerde veel van Ammon toen haar gevraagd werd om in een leidersvergadering van de ring over redding en heractivering te spreken.

‘Toen ik het bekende verhaal over Ammon las, merkte ik behalve zijn enorme kracht nog iets anders op’, zegt ze. ‘Bedenk dat Ammon een zending onder de Lamanieten vervult. Hij heeft de opdracht gekregen om de schapen van de koning te hoeden. Hij doet dat met andere knechten en als ze bij Sebus zijn om de schapen te drenken, drijven rovers de kudde uiteen. Dat maakt de andere knechten erg bang. Kennelijk zijn er eerder knechten ter dood gebracht omdat ze schapen waren kwijtgeraakt, en zij zijn er zeker van dat hen nu hetzelfde lot zal treffen. (Zie Alma 17:25–30.)

‘Maar Ammon ziet een kans’, zegt zuster Poll. ‘Hij zegt de andere knechten goede moed te houden, omdat hij een plan heeft.’ Lees Alma 17:31–33, dan ziet u hoe dat plan in elkaar stak:

  1. Merk zo snel mogelijk op dat er schapen ontbreken.

  2. ‘[Spoed u] met grote haast voort.’

  3. Breng de schapen bijeen.

  4. Breng ze veilig terug in de kudde.

  5. Omring ze, houd ze veilig en voed ze met liefde.’

Zuster Poll zegt dat het haar verbaasde hoezeer dit verhaal op heractivering van toepassing is: ‘Je kunt het verhaal van Ammon heel goed symbool laten staan voor kerkleiders die verspreide leden bijeenbrengen. Er zijn in de wereld veel invloeden die, net als de rovers, leden weg kunnen drijven bij het goede woord van het evangelie. We moeten waakzaam zijn en snel reageren als een van zijn dierbare kinderen uit de kudde ontbreekt.’

Zij citeert president Gordon B. Hinckley (1910–2008), die heeft gezegd: ‘Ik hoop en bid dat ieder van ons […] zich vast zal voornemen om mensen op te zoeken die hulp nodig hebben, die zich in wanhopige en moeilijke omstandigheden bevinden, en hen met een geest van liefde terug te brengen in de schoot van de kerk, waar sterke handen en liefdevolle harten hen zullen verwarmen, troosten, steunen, en hen op het pad naar een gelukkig en productief leven zetten.’1

Noot

  1. Zie Gordon B. Hinckley, ‘Reik anderen de reddende hand’, De Ster, januari 1997, p. 82.