2015
De eigenschappen van Jezus Christus: zonder bedrog of huichelarij
April 2015


Huisbezoekboodschap

De eigenschappen van Jezus Christus: zonder bedrog of huichelarij

Bestudeer dit materiaal onder gebed om te weten te komen wat u moet bespreken. Hoe zal meer begrip van het leven en de taken van de Heiland ons geloof in Hem vergroten en zal het hen over wie u waakt en bij wie u op huisbezoek gaat tot zegen zijn? Ga voor meer informatie naar reliefsociety.lds.org.

Geloof, gezin, hulp

Afbeelding

Als we begrijpen dat Jezus Christus zonder bedrog en huichelarij is, zullen wij zijn voorbeeld trouw willen navolgen. Ouderling Joseph B. Wirthlin (1917–2008) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Bedriegen is misleiden of op een dwaalspoor brengen. […] Iemand in wie geen bedrog is, is iemand die oprecht is en eerlijke bedoelingen en zuivere motieven heeft, iemand die dagelijks eenvoudigweg in alles de beginselen van integriteit naleeft. […] Ik ben van mening dat de leden van de kerk dringender dan ooit zonder bedrog moeten zijn, omdat velen in de wereld het belang van deze deugd kennelijk niet inzien.’1

President Dieter F. Uchtdorf, tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft over huichelarij gezegd: ‘Niemand van ons is echt zo christelijk als we zouden moeten zijn. Maar we verlangen wel oprecht onze fouten en onze neiging tot zonde te overwinnen. Met heel ons hart en heel onze ziel verlangen we ernaar om met de hulp van de verzoening een beter mens te worden.’2

We weten dat ‘wij worden geoordeeld naar onze daden, naar onze verlangens en naar wie we zijn geworden.’3 Als we naar bekering streven, worden we reiner — en ‘zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien’ (Mattheüs 5:8).

Aanvullende Schriftteksten

Psalmen 32:2; Jakobus 3:17; 1 Petrus 2:1–2, 22

Uit de Schriften

Kleine kinderen zijn zonder bedrog. Jezus Christus heeft gezegd: ‘Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor zulke mensen is het Koninkrijk van God. […] En Hij omarmde [de kinderen] en terwijl Hij de handen op hen legde, zegende Hij hen’ (Markus 10:14, 16).

Christus diende na zijn kruisiging ook de kinderen in Amerika. Hij gebood de mensen hun kleine kinderen tot Hem te brengen en ‘op de grond om Hem heen [neer te zetten], en Jezus stond in het midden; […]

‘En toen […] weende Hij, en de menigte getuigde ervan, en Hij nam hun kleine kinderen een voor een en zegende hen en bad tot de Vader voor hen. […]

‘En toen zij opkeken om te zien, richtten zij hun blik hemelwaarts, en […] zij zagen engelen uit de hemel afdalen als het ware te midden van vuur; en zij kwamen neer en omringden die kleinen, […] en de engelen dienden hen’ (3 Nephi 17:12, 21, 24).

Noten

  1. Joseph B. Wirthlin, ‘Without Guile’, Ensign, mei 1988, pp. 80, 81.

  2. Dieter F. Uchtdorf, ‘Kom, voeg u bij ons’, Liahona, november 2013, p. 23.

  3. Handboek 2: de kerk besturen (2010), 1.2.1.