Boodschap van het Eerste Presidium
De hoop op eeuwige gezinsliefde
President Henry B. Eyring
Eerste raadgever in het Eerste Presidium
Van alle geschenken die onze liefhebbende hemelse Vader voor zijn kinderen heeft voorzien, is het eeuwig leven het grootste (zie LV 14:7). Dat geschenk is om voor altijd als gezin in de nabijheid van God de Vader en zijn geliefde Zoon te wonen. Enkel in het celestiale koninkrijk — het hoogste van Gods koninkrijken — blijven de liefdesbanden van het gezinsleven bestaan.
Wij hopen allemaal op de vreugde van een liefdevol gezinsleven. Voor sommigen van ons is het een gevoel dat wij nooit hebben ervaren — een gevoel waarvan wij weten dat het mogelijk is, maar dat wij nog niet hebben bereikt. Wij hebben het misschien in het leven van anderen waargenomen. Voor anderen onder ons kwam de gezinsliefde echter en kostbaarder over toen de dood ons scheidde van een kind, moeder, vader, broer of zus, of een liefhebbende en geliefde grootouder.
Wij hebben allemaal gehoopt dat wij op een dag weer de warme genegenheid konden voelen van het familielid dat wij zo liefhadden en waar wij nu zo naar smachten om het nogmaals te kunnen omarmen.
Onze liefhebbende hemelse Vader kent ons hart. Zijn doel is ons vreugde te bezorgen (zie 2 Nephi 2:25). Dus gaf Hij zijn Zoon als geschenk zodat de vreugde van blijvende gezinsbanden mogelijk werd. Omdat de Heiland de banden van de dood heeft verbroken, zullen wij opstaan. Omdat Hij verzoening voor onze zonden heeft gebracht, kunnen wij, door ons geloof en onze bekering, het celestiale koninkrijk, waar gezinnen eeuwig samen in liefde zijn verbonden, waardig worden.
De Heiland stuurde de profeet Elia naar Joseph Smith om de sleutels van het priesterschap te herstellen (zie LV 110). Met deze sleutels kwam ook de verzegelbevoegdheid en het aanbod van Gods grootste geschenk — eeuwig leven samen in gezinnen die eeuwig aaneengesmeed zijn.
Het is een aanbod dat elk kind van God dat in deze wereld komt, kan opeisen. Een derde van zijn geestkinderen verwierp zijn aanbod in de geestenwereld. Door gebrek aan voldoende geloof en gevolgd door openlijke opstand, kozen zij ervoor nooit de vreugde te ervaren van Gods geschenk van het eeuwige gezin.
Wie van ons voor die belangrijke test in het voorsterfelijk bestaan slaagde, en zo in aanmerking kwam voor het geschenk van een sterfelijk lichaam, dient nog altijd die belangrijke keuze voor het eeuwig leven te maken. Als wij zo gezegend zijn om het herstelde evangelie te vinden, kunnen wij kiezen om verbonden met God aan te gaan en na te komen waarmee wij in aanmerking komen voor het eeuwig leven. Als wij getrouw volhouden, bevestigt de Heilige Geest onze hoop en ons vertrouwen dat wij ons op het pad naar het eeuwig leven bevinden, om eeuwig als gezin in het celestiale koninkrijk te leven.
Voor sommigen lijkt die eeuwige vreugde een verre of zelfs een verdwijnende hoop. Ouders, kinderen, broers en zussen hebben mogelijk keuzes gemaakt die hen het eeuwig leven ontzeggen. U vraagt zich misschien zelfs af of u er al door de verzoening van Jezus Christus voor in aanmerking komt.
Een profeet van God gaf mij eens raad die mij gemoedsrust schenkt. Ik was bezorgd dat de keuzes van anderen het mijn gezin onmogelijk zouden maken om in alle eeuwigheid samen te zijn. Hij zei: ‘U maakt zich zorgen over het verkeerde probleem. Leef gewoon zo dat u het celestiale koninkrijk waardig bent, dan zal de regeling voor uw gezin fijner zijn dan u zich kunt indenken.’
Aan allen wiens persoonlijke ervaring of hun huwelijk en kinderen — of het gebrek eraan — een schaduw werpt op hun hoop, geef ik mijn getuigenis: onze hemelse Vader kent u en houdt van u, zijn geestkind. Toen u vóór dit leven bij Hem en zijn geliefde Zoon was, gaven Zij u in uw hart de hoop op het eeuwig leven mee. Door de kracht van de verzoening van Jezus Christus die in ons werkt en de Heilige Geest die ons leidt, kunt u nu en in de toekomstige wereld de gezinsliefde voelen waarvan uw Vader en zijn geliefde Zoon willen dat u die ontvangt.
Ik getuig dat als u een leven leidt waarmee u het celestiale koninkrijk waardig bent, u de profetische belofte hebt dat de ‘regeling voor uw gezin fijner [zal] zijn dan u zich kunt indenken’.