2017
Toen het plan werkelijkheid werd
February 2017


Toen het plan werkelijkheid werd

De auteur woont in Utah (VS).

Plotseling was het heilsplan meer dan een schematisch overzicht — het werd voor mij een bron van hoop en troost.

Afbeelding
Car crash

‘Schrijf op welke talenten je hebt en kies er eentje uit om over te vertellen’, zei zuster Jensen tegen onze lauwermeisjesklas. Ik legde trots uit dat volleybal mijn grootste talent was en dat het komende seizoen — mijn laatste volleybaljaar — het beste ooit zou worden.

‘Talent kent vele vormen. Soms gaat het om geestelijke gaven’, zei zuster Jensen. ‘Ik denk dat mijn hemelse Vader mij heeft gezegend met de gave om iedereen in mijn omgeving lief te hebben.’

Zuster Jensen straalde altijd liefde uit en gaf haar getuigenis in alledaagse gesprekken. Haar liefde was oprecht, mild en christelijk. Voor mij was ze meer dan een jongevrouwenleidster, het was alsof ze mijn tweede moeder, een zus of een beste vriendin was toen ik op de middelbare school zat. We gingen samen naar concerten, gingen samen winkelen en maakten samen aardbeienjam. Ze bracht mij zelfgemaakte pudding toen mijn verstandskiezen waren verwijderd en ze kwam vaak even langs bij het ijssalon waar ik werkte. Ze werkte bij mij op school en kwam naar al mijn volleybalwedstrijden.

Een paar maanden later, tegen het einde van de zomervakantie, werd ik om 3 uur ’s nachts gewekt door de telefoon. Mijn moeder nam op en kwam nadien naar mijn kamer. ‘Broeder en zuster Jensen hebben een auto-ongeluk gehad toen ze na een familiereünie naar huis reden’, zei ze. ‘De auto is van de weg geraakt en zuster Jensen heeft het niet overleefd.’

Mijn hart brak. Dit kan niet waar zijn, dacht ik. Ze heeft mij vandaag nog een sms’je gestuurd. Hoe kan ze dan nu dood zijn?

Ik was onthutst, verward en verdrietig tegelijk. Na enkele minuten kwamen de tranen. Mijn moeder hield me vast terwijl ik huilde. Slapen ging niet meer, ik lag de rest van de nacht na te denken en te huilen.

De daaropvolgende weken verviel ik in een droefheid die ik nooit tevoren had gevoeld. Volleybal was geen prioriteit meer en ik keek niet meer uit naar het begin van het schooljaar. Alles waar ik voordien enthousiast over was, ging onder een laag verdriet schuil. Op een avond schreef ik in mijn dagboek: ‘Ik voel me helemaal overmand door verdriet. Ik doe niets anders dan huilen en ik ben altijd moe.’

Aan de vooravond van de eerste schooldag lag ik in bed huilend aan de dood van zuster Jensen te denken. Ik was het beu om verdrietig te zijn en ik besefte dat ik hulp nodig had om de pijn te overwinnen. Ik moest bidden.

‘Laat mij toch begrijpen waarom ze is gestorven en hoe ik hiermee om kan gaan’, bad ik.

Ik knielde in stilte neer en vroeg me af of Hij zou antwoorden. Na een paar minuten kwamen er in mijn hoofd gedachten op over alles wat er was gebeurd. Ik voelde mij warm van binnen en mijn verstand werd verlicht. Ik begreep dat deze gedachten niet van mij kwamen; het was de Geest die mij onderwees.

Het heilsplan — het schematische overzicht dat ik in het jeugdwerk had geleerd — was waar. Zuster Jensen werd geboren, ze ervoer geluk, doorstond beproevingen, betoonde liefde, en nu was ze in de geestenwereld. Haar geest bestond nog steeds en ik zou haar weerzien. Ik besefte dat dit plan, het plan van geluk, is bedoeld om ons te helpen terug te keren naar onze hemelse Vader, naar onze familie en vrienden. Op dat moment wilde ik vóór alles een rechtschapen leven leiden, zodat ik haar terug kon zien.

Tijdens de eerste schoolweken concentreerde ik mij op het ontwikkelen van zuster Jensens talent om iedereen lief te hebben. Door mij te concentreren op het liefhebben van andere mensen, begon mijn pijn weg te ebben en voelde ik mij gelukkiger. Ik leerde dat we onze liefde voor anderen op vele manieren kunnen tonen: door naar hen te luisteren, naar hen te glimlachen, hen een kleine attentie of een complimentje te geven. Dergelijke dingen deed zuster Jensen voor mij, dus de beste manier om haar te gedenken, was om haar voorbeeld van liefde na te volgen.

Hoewel zuster Jensen overleden is, zal ik altijd haar liefde voelen. Als ik er elke dag naar streef om meer liefde voor anderen te tonen, leef ik zoals zij — en ben ik weer een stapje dichter bij haar.