2017
Andrei en de vloek
April 2017


Andrei en de vloek

De auteur woont in Utah (VS).

‘Ik wil me bekeren, m’n best doen en bidden.’ (Children’s Songbook, 98.)

Afbeelding
Andrei and the Bad Word

‘Jij voelt je beter dan wij omdat je niet vloekt’, zei Nikolai tijdens de pauze.

‘Dat is niet waar’, zei Andrei.

‘Vloek dan eens. Maar één keer. Het kan geen kwaad. Iedereen vloekt.’

Andrei haalde zijn schouders op. ‘Ik wil het gewoon niet.’

Andrei wist dat vloeken fout was en dat de Heilige Geest daardoor wegging. Andrei wilde de Heilige Geest altijd bij zich hebben. Daarom vloekte hij niet.

Andrei was nieuw op school en tot nu toe was Nikolai de enige in zijn klas die zijn vriend wilde zijn. Maar Nikolai vroeg hem elke dag om te vloeken. En elke dag werd Andrei het nee zeggen een beetje meer beu. Andrei was trouwens bang dat Nikolai zijn vriend niet meer wilde zijn. Dan zou hij zich heel eenzaam voelen.

‘Vloek gewoon één keer’, zei Nikolai na school. ‘Dan laat ik je met rust.’

Andrei had er echt genoeg van en vloekte. Hij zei een woord dat niet zo heel erg was.

Nikolai knikte. ‘Goed zo, nu hoor je erbij.’

Nikolais andere vrienden begonnen ook met Andrei te praten. Ze aten ’s middags samen en voetbalden tijdens de pauze. Maar Nikolais vriendengroep leek wel een plas drijfzand. Hoe meer Andrei met hen optrok, hoe meer hij hun taalgebruik en gedrag overnam. En ze vloekten allemaal. En veel. Ze lachten elkaar uit en beledigden elkaar. Ze zeiden slechte dingen over hun leerkrachten. Ze waren opvliegend en gemeen. Andrei was steeds vaker kwaad. En hij vond meer redenen om te vloeken.

Toen mama en papa op een avond van huis waren, maakten Andrei en zijn oudere zus Katja ruzie omdat ze ieder een ander tv-programma wilden bekijken. Plots floepte er een vloek uit Andreis mond.

Katja schrok. ‘Dat ga ik aan mama vertellen.’

Andrei rende naar zijn kamer en sloeg de deur dicht. Wat scheelde er toch met iedereen? Waarom maakten ze hem altijd zo kwaad? Toen zijn ouders thuiskwamen, zette Andrei zijn deur op een kiertje. Hij hoorde Katja zeggen: ‘Mama, Andrei heeft gevloekt.’

‘Wat?’ Mama klonk verrast. ‘Andrei zou nooit vloeken.’

Andrei deed de deur dicht en liet zich op zijn bed vallen. Hij was zo anders sinds hij was begonnen met vloeken. Het was alweer een tijdje geleden dat hij de Heilige Geest gevoeld had.

Andrei knielde naast zijn bed en bad. ‘Lieve hemelse Vader, het spijt me dat ik zo gemeen en kwaad geweest ben. Het spijt me dat ik gevloekt heb. Ik zal het niet meer doen.’

Terwijl Andrei aan het bidden was, kreeg hij een warm gevoel. Het was de eerste keer sinds hij was begonnen met vloeken dat hij zich echt gelukkig voelde. Hij wist dat God van hem hield en voelde de Heilige Geest. Hij voelde dat God hem vergeven had en wist dat hij kon veranderen en zich kon verbeteren.

Na zijn gebed vertelde hij mama de waarheid en verontschuldigde zich bij Katja. Andrei voelde zich beter. Hij voelde zich goed omdat hij zich bekeerd had.

De volgende dag at Andrei niet samen met Nikolais groep. Hij ging naast wat kinderen zitten die hij niet kende. Het zou misschien een tijdje duren, maar Andrei wist dat hij vrienden zou vinden die braaf en gelukkig waren en niet vloekten. Net als hij.