2011
Ouderling Tad R. Callister
November 2011


Ouderling Tad R. Callister

van het Presidium der Zeventig

Afbeelding
Elder Tad R. Callister

Ouderling Tad Richards Callister, onlangs geroepen in het Presidium der Zeventig, is lid van het Tweede Quorum der Zeventig. Hij legt uit dat de kerkleiders onder meer ‘echte groei’ in de kerk als doel voor ogen hebben. ‘Dat houdt in dat meer en meer leden niet alleen de avondmaalsdienst bijwonen maar ook van het avondmaal nemen, de verordeningen ontvangen die de kerk biedt, en hun verbonden nakomen’, zei hij.

Ouderling Callister wil plaatselijke kerkleiders daarin graag bijstaan. Hij is dankbaar dat de Heer hem vele roepingen heeft laten vervullen. ‘Ik heb meegemaakt wat de mensen met wie ik nu werk — ringpresidenten, bisschoppen en quorumpresidenten ouderlingen — ook meemaken. Hopelijk kan ik hun noden en behoeften daardoor beter invoelen en aanvoelen’, legt hij uit.

Ouderling Callister is werkzaam geweest als voltijdzendeling in het zendingsgebied Oostelijke Atlantische Staten, quorumpresident, president van een ringzending, raadgever in een ringpresidium, bisschop, ringpresident, regionaal vertegenwoordiger, gebiedszeventiger, en (van 2005 tot 2008) als zendingspresident van het zendingsgebied Toronto-Oost (Canada). Ten tijde van zijn roeping in het Presidium der Zeventig was hij werkzaam als president van het gebied Oceanië.

Ouderling Callister is in december 1945 als zoon van Reed en Norinne Callister in Glendale (Californië, VS) geboren. In 1968 behaalde hij een graad in boekhoudkunde aan de Brigham Young University. In 1971 voltooide hij zijn rechtenstudie aan de University of California te Los Angeles. In 1972 behaalde hij een mastergraad in belastingwetgeving aan de New York University. Van 1972 tot 2005 was hij als advocaat werkzaam. Daarnaast heeft hij boeken over de verzoening en over de afval en de herstelling geschreven.

Hij is in december 1968 in de Los Angelestempel (Californië) met Kathryn Louise Saporiti getrouwd. Zij hebben zes kinderen.

Ouderling Callister erkent de hand van de Heer in zijn leven. ‘De liefde van de Heiland is zo overweldigend. Ik denk dat Hij en onze Vader staan te popelen om ons te zegenen voor het kleinste beetje goed dat we doen. Zo zijn Ze nu eenmaal.’