Suggesties voor verschillende onderwijssituaties en leerlingen

President Russell M. Nelson heeft gezegd dat ons thuis het ‘centrum voor evangeliestudie’ moet zijn. (‘Voorbeeldige heiligen der laatste dagen worden’, Liahona, november 2018, 113.) Het onderwijs dat in de kerk of in het seminarie plaatsvindt, is waardevol en noodzakelijk, maar het is bedoeld om het onderwijs thuis te ondersteunen. De belangrijkste plek – en de beste plek – voor evangeliestudie, zowel voor onszelf als voor ons gezin, is ons thuis.

Maar dat wil niet zeggen dat goede evangeliestudie thuis automatisch plaatsvindt; het vergt bewuste inspanning. President Nelson heeft geopperd dat u uw woning misschien moet ‘veranderen’ of ‘omvormen’, niet per se door muren te slopen of een nieuwe vloer te leggen, maar misschien door de algemene sfeer thuis te evalueren, inclusief uw bijdrage aan die geest. (‘Voorbeeldige heiligen der laatste dagen worden’, 113.) Denk bijvoorbeeld na over de muziek, video’s en andere media bij u thuis; de afbeeldingen aan de muur; en de manier waarop de gezinsleden met elkaar praten en elkaar behandelen. Nodigen deze dingen de invloed van de Heilige Geest uit? Maakt u tijd vrij om het evangelie individueel en als gezin te bestuderen? Voelen uw gezinsleden zich geliefd, veilig en dicht bij God als ze thuis zijn?

U hebt misschien niet het gevoel dat u de geestelijke sfeer thuis in de hand hebt. Als dat het geval is, wees dan de beste invloed die u kunt zijn en vraag de Heer om hulp. Hij zal uw rechtschapen inspanningen zegenen. Als u probeert het evangelie te onderwijzen en te leren, ook als u niet meteen de gewenste resultaten ziet, dan slaagt u wel.

‘Heb lief wie u onderwijst’ is op alle situaties van evangelieonderwijs van toepassing, maar thuis moet liefde het natuurlijkst komen en het diepst gevoeld worden. Zelfs als uw thuissituatie niet ideaal is, is het de bedoeling dat ze het middelpunt van het evangelieonderwijs is, want daar worden onze langdurigste relaties opgebouwd. Leerkrachten buiten het gezin hebben wellicht meer ervaring of opleiding als leerkracht, maar ze kunnen nooit het potentieel van een liefdevolle, eeuwige band thuis evenaren. Koester die relaties dus. Besteed de nodige tijd en moeite aan uw gezin, luister naar uw gezinsleden en ontwikkel vertrouwen en begrip. Zo legt u een sterk fundament om het evangelie thuis te onderwijzen en te leren.

De meeste lessen in de kerk vinden één keer per week plaats, met een gepland begin en einde, maar dat is thuis niet altijd het geval. U hebt misschien een geplande thuisavondles of Schriftstudie in gezinsverband, maar onderwijs in het gezin vindt vaak plaats op informele, alledaagse momenten: tijdens een maaltijd, bij het doen van klusjes, bij het spelen van een spel, op weg naar het werk of naar school, tijdens het lezen van een boek of tijdens het kijken van een film. Een stortbui kan een gelegenheid zijn om te praten over de manieren waarop de Heiland ons tegen geestelijke stormen beschermt. Een tiener die een moeilijke beslissing moet nemen kan klaar zijn om meer over persoonlijke openbaring te weten te komen. Een bang kind kan baat hebben bij uw getuigenis van de Trooster. Kinderen die zich misdragen of elkaar niet vriendelijk behandelen, kunnen over bekering en vergeving leren.

Omdat zulke momenten niet gepland zijn, kunt u ze niet voorbereiden zoals u een les voorbereidt. Maar u kunt uzelf voorbereiden door open te staan voor de Geest en ernaar te streven ‘altijd bereid’ te zijn (1 Petrus 3:15). Elk moment kan een onderwijs- of leermoment worden.

Ouders raken soms ontmoedigd als hun pogingen om thuis in het evangelie te onderwijzen niet lijken te slagen. Een enkele thuisavond, Schriftstudiebijeenkomst of gesprek over het evangelie lijkt misschien niet veel te bereiken. Maar de opeenstapeling van kleine, eenvoudige inspanningen, die in de loop der tijd consequent herhaald worden, kan krachtiger en versterkender zijn dan af en toe een monumentaal moment of een geweldige les. ‘Alle dingen moeten op hun tijd geschieden’, heeft de Heer gezegd. ‘Welnu, word niet moe goed te doen, want u legt het fundament van een groot werk. En uit het kleine komt het grote voort’ (Leer en Verbonden 64:32–33, zie ook Alma 37:6–7). Geef dus de moed niet op en maak u geen zorgen als u niet elke keer iets groots bereikt. Blijf het gewoon proberen.

Het evangelie is thuis rechtstreeks relevant. Daar zijn de mensen met wie u het evangelie leert, de mensen met wie u het elke dag naleeft. Het evangelie naleven is in feite vaak hoe we het evangelie leren. Als u het evangelie thuis leert en onderwijst, zoek dan naar manieren om het geleerde te verbinden met wat u aan het doen bent. Doe thuis moeite om het evangelie na te leven in plaats van er alleen over te praten.

Afbeelding

vrouw onderwijst kinderen

Alle kinderen zijn verschillend en naarmate ze zich verder ontwikkelen, zullen hun behoeften veranderen. Als u verschillende onderwijsmethoden gebruikt, kunt u beter in hun verschillende behoeften voorzien. U kunt bijvoorbeeld het volgende gebruiken:

• Verhalen. Verhalen laten kinderen zien hoe het evangelie op het alledaagse leven van toepassing is. Gebruik verhalen uit de Schriften, uit uw eigen leven, uit uw familiegeschiedenis of uit kerktijdschriften, vooral verhalen over de Heiland. Bedenk manieren om kinderen bij het verhaal te betrekken, bijvoorbeeld door hen afbeeldingen te laten vasthouden, zinsneden te laten herhalen of gedeelten van het verhaal te laten uitbeelden.

• Visuele hulpmiddelen. Met behulp van afbeeldingen, video’s en voorwerpen kunnen kinderen evangeliebeginselen begrijpen en onthouden. In de Mediabibliotheek op ChurchofJesusChrist.org staan vele afbeeldingen en video’s.

• Muziek. Lofzangen en andere heilige liederen zijn uitstekende middelen om kinderen de liefde van God te laten voelen, de Heilige Geest te laten voelen en evangeliewaarheden aan te leren. Door de melodieën, ritmes en eenvoudige rijmpjes zullen kinderen de evangeliewaarheden jarenlang onthouden. Als u zingt met de kinderen, help hen dan de beginselen die de liedjes onderwijzen te ontdekken en te begrijpen.

De meeste kinderen leren het beste wanneer meerdere zintuigen worden aangesproken. Zorg ervoor dat kinderen hun zicht, gehoor en tastzin gebruiken tijdens hun leerproces. Soms kunt u zelfs manieren verzinnen om ze hun reuk- en smaakzin te laten gebruiken!

Als u kinderen aanmoedigt iets te tekenen, kleuren, bouwen of schrijven wat te maken heeft met een evangeliebeginsel, helpt u hen dit beginsel beter te begrijpen en geeft u hun een tastbare herinnering aan wat zij hebben geleerd. Ze kunnen hun creatie ook gebruiken om anderen te vertellen wat ze geleerd hebben. Elk nummer van het tijdschrift de Vriend bevat creatieve activiteiten voor kinderen.

Als kinderen vragen stellen, zie die dan als kansen en niet als afleidingen. De vragen van kinderen geven aan dat ze klaar zijn om te leren, en hun vragen geven u waardevolle inzichten in hun gedachten en gevoelens. Help hen inzien dat ze het antwoord op hun geestelijke vragen in de Schriften en de woorden van de hedendaagse profeten kunnen vinden.

Soms gedraagt een kind zich op een wijze die het leerproces van anderen in de klas belemmert. Storend gedrag komt meestal voort uit een onvervulde behoefte. Wanneer dit gebeurt, wees dan geduldig, liefdevol en vol begrip voor de moeilijkheden die het kind misschien moet doorstaan. Hij of zij heeft mogelijk meer gelegenheden nodig om op positieve wijze aan de les bij te dragen, bijvoorbeeld door een afbeelding vast te houden, iets op het bord te tekenen of een Schrifttekst voor te lezen.

Als een kind de les blijft hinderen, kan het helpen om afzonderlijk met hem of haar te spreken. Leg in een geest van liefde en geduld uw verwachtingen uit en druk uw vertrouwen uit dat hij of zij ze kan invullen. Prijs het kind als het betere keuzes maakt.

Als kinderen iets nieuws leren, willen zij dat natuurlijk aan anderen vertellen. Sterk dit verlangen door kinderen de kans te geven elkaar, hun familieleden en vrienden evangeliebeginselen te onderwijzen. Vraag hun ook hun gedachten, gevoelens en ervaringen over de beginselen die u hen onderwijst met u te delen. U zult bemerken dat zij een inzicht hebben dat eenvoudig, puur en krachtig is.

Zelfs kinderen die de gave van de Heilige Geest nog niet hebben ontvangen, kunnen zijn invloed voelen, vooral als ze over Jezus Christus en zijn evangelie leren. Als ze rechtschapen keuzes maken, kunnen ze door de Geest de goedkeuring van de Heiland voelen. Leer de kinderen hoe de Geest zoal met ons communiceert. Help ze om zijn stem te herkennen als Hij tot hen spreekt. Daardoor ontwikkelen ze de gewoonte om hun hele leven naar persoonlijke openbaring te streven en ernaar te handelen.

Jongeren hebben het potentieel om uitzonderlijke dingen in dienst van de Heer te doen. Vele gebeurtenissen in de Schriften wijzen erop dat God vertrouwen heeft in het geestelijke vermogen van jongeren. Als de jongeren aanvoelen dat u ze vertrouwt, zal hun vertrouwen in hun goddelijk potentieel groeien en zullen ze u verbazen met wat ze kunnen bereiken. Laat ze liefdevol inzien wat hun hemelse Vader weet dat ze kunnen worden. Volg het voorbeeld van de Heiland door ze lief te hebben en aan te moedigen, geduldig met ze samen te werken en het nooit op te geven.

De jongeren in uw klas leggen de basis voor hun getuigenis. Ze zijn aan het ontdekken wat ze geloven en wat hun overtuigingen zijn. Ze nemen beslissingen die de rest van hun leven beïnvloeden. Om geestelijk te overleven in deze zware tijden en de zending te vervullen die de Heer voor hen heeft gepland, moeten de jongeren in uw klas weten hoe ze kracht tijdens hun beproevingen, antwoord op hun vragen en de moed om ‘als getuige van God op te treden’ kunnen vinden (Mosiah 18:9).

Jongeren willen dingen graag leren door te redeneren en ervaring op te doen in plaats van dingen te horen krijgen. Dat betekent dat jongeren onderwijzen een goede luistervaardigheid vergt. Als jongeren zich begrepen voelen, staan ze meer open voor raad en leiding. Verzeker ze ervan dat de Heer hen kent en hen zal helpen als ze met vragen en beproevingen worstelen. Ze kunnen hun geloof in Hem oefenen door dagelijks te bidden en de Schriften te bestuderen, en door anderen te dienen. Als u jongeren aanmoedigt om deel te nemen aan kerklessen en zelf te studeren, kunnen ze persoonlijke ervaringen hebben die hun getuigenis van hun goddelijke erfgoed versterken.

Als de jongeren in uw klas hun eigen smartphone of tablet hebben, bedenk dan dat deze apparaten hulpmiddelen zijn om het leerproces te verbeteren. Leer ze hoe ze hun digitale Schriften en andere leermiddelen in de Evangeliebibliotheek kunnen gebruiken. U kunt ook berichten en links naar de jongeren sturen waarmee ze zich op de komende les kunnen voorbereiden.

Afbeelding

zondagsschoolklas

Volwassen leerlingen kunnen zelf handelen in een omgeving van evangeliestudie (zie 2 Nephi 2:26). Moedig ze aan om zich op evangeliebesprekingen voor te bereiden door iets van tevoren te bestuderen, en moedig ze aan om te vertellen wat ze door de Geest hebben geleerd. U kunt ze ook vragen over welke evangeliebeginselen ze samen willen leren.

Job zei: ‘Is bij de oudsten de wijsheid, en bij de lengte van dagen het inzicht?’ (Job 12:12.) Wijsheid en geestelijk begrip komen over het algemeen na jaren ervaring. Nodig volwassenen tijdens de les uit om te vertellen over ervaringen waardoor hun geloof in onze hemelse Vader en Jezus Christus is versterkt. Daardoor krijgen ze de gelegenheid om te getuigen hoe ze te weten zijn gekomen dat de evangeliebeginselen die ze bestuderen waar zijn. Door elkaar over ervaringen te vertellen, wordt er een band opgebouwd tussen de mensen die u onderwijst, waardoor ‘allen door allen opgebouwd zullen zijn’ (Leer en Verbonden 88:122).

De volwassenen in uw klas hebben wellicht veel verantwoordelijkheden met betrekking tot hun baan, gemeenschap, kerkroeping en gezin. Als ze het evangelie bestuderen, vragen ze zich vaak af hoe het geleerde hen in die rollen kan helpen. Laat ze zien hoe het woord van God op hun specifieke omstandigheden van toepassing is. Dat kunt u doen door ze te vragen wat evangeliebeginselen voor hen betekenen en hoe ze die kunnen toepassen.

Door hun ervaring en kennis weten volwassenen dat er niet altijd makkelijke antwoorden op evangelievragen zijn. Ze kunnen waarderen dat een Schrifttekst meerdere betekenissen kan hebben en dat ze een evangeliebeginsel op verschillende situaties kunnen toepassen. Laat ze nadenken over de verbanden tussen verschillende evangeliebeginselen en hoe ze die op hun eigen leven kunnen toepassen. Moedig deelname en discussie aan, zodat ze van elkaars unieke perspectief kunnen leren.

Joseph Smith heeft gezegd: ‘Alle geesten die God ooit naar de aarde heeft gezonden, hebben de mogelijkheid om zich te ontwikkelen.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 226.) Ga ervan uit dat al Gods kinderen in staat zijn om meer kennis te vergaren en vooruitgang te maken. Vraag de Heer om u te laten weten hoe u elk persoon kunt helpen.

Praat met de leerlingen, of met hun ouders of mantelzorgers. Vraag wat de beste leermethode voor deze persoon is en welke strategieën nuttig kunnen zijn. U kunt ook ervaren leiders en leerkrachten om advies vragen. Zie disabilities.ChurchofJesusChrist.org voor nuttige onderwijsstrategieën.

Creëer een positieve sfeer waarin iedereen zich veilig en geliefd voelt. Ga er niet van uit dat alle leerlingen met een handicap hetzelfde zijn en behandel iedereen met liefde en respect. Moedig anderen aan om vriendelijk en verdraagzaam te zijn.

U kunt activiteiten lichtjes aanpassen zodat alle leerlingen iets kunnen leren, ook die met een lichamelijke handicap of leerproblemen. Als u bijvoorbeeld een afbeelding moet tonen, kunt u in plaats daarvan een liedje zingen om leerlingen met een visuele beperking bij de activiteit te betrekken.

U kunt bijvoorbeeld een poster met een schematische voorstelling van het lesverloop maken. In dat schema kunt u de gebeden, de lestijd en de activiteit opnemen. Als u een schema volgt, kan dat helpen om onzekerheid en onrust bij de leerlingen te verminderen.

Zorg dat u weet welke beperkingen of omstandigheden ongewenst gedrag bevorderen. Analyseer de situatie wanneer storend gedrag zich voordoet. Overweeg onder gebed hoe u de omstandigheden in het belang van de leerlingen kunt veranderen.

Zie disabilities.ChurchofJesusChrist.org voor meer informatie over lesgeven aan mensen met een handicap.

Voordat u met de les of vergadering begint, maakt u zich vertrouwd met de technologie. Verken enkele functies, zoals manieren om video’s of afbeeldingen te delen. U kunt een ‘proefles’ met familieleden of vrienden houden.

De meeste wijken en ringen hebben een technisch specialist. U kent misschien ook andere mensen die ervaring met virtuele bijeenkomsten hebben. Vraag hen om advies en leiding.

Gebruik zo mogelijk een stille plek om uw bijeenkomst te houden. Achtergrondgeluiden kunnen storend zijn. Moedig de leerlingen aan om ook een rustig plekje op te zoeken, of vraag ze om hun microfoon uit te schakelen als ze niet aan het woord zijn.

Laat uw webcam zo mogelijk aan, zodat de leerlingen uw gezicht kunnen zien. U kunt vragen (maar niet eisen) dat ook de leerlingen hun webcam aanzetten. Dat kan een geest van eenheid en wederzijdse steun bevorderen.

Veel virtuele vergaderprogramma’s hebben de mogelijkheid om vragen of opmerkingen in een chatvenster te typen. Ze kunnen leerlingen ook de mogelijkheid bieden om virtueel hun hand op te steken. Stel leerlingen op de hoogte van die mogelijkheden. U kunt iemand aanwijzen om op de opgestoken handen en opmerkingen in het chatvenster te letten, zodat u uw aandacht bij de bespreking kunt houden.

Virtuele lessen maken het soms moeilijk voor mensen om gezien en gehoord te worden. Doe bewust moeite om mensen te betrekken die betrokken willen worden. Soms kan dit door kleinere groepen te vormen (als u bijvoorbeeld een grote zondagsschoolklas lesgeeft). Soms kunt u de leerlingen van tevoren vragen om op een bepaalde manier deel te nemen. Zorg ervoor dat u door de beperkingen van technologie geen mensen die graag willen leren vergeet of over het hoofd ziet.