Kerkgeschiedenis
Vertaling en historiciteit van het boek Abraham


Vertaling en historiciteit van het boek Abraham

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen beschouwt het boek Abraham als Schriftuur. Dit boek is een kroniek van de Bijbelse profeet en patriarch Abraham. We lezen erin hoe Abraham naar de zegeningen van het priesterschap streefde, de afgoderij van zijn vader verwierp, een verbond met Jehova sloot, met Sarai trouwde, naar Kanaän en Egypte trok, en kennis over de schepping verwierf. Het boek Abraham komt grotendeels overeen met het verhaal in de Bijbel, maar verschaft belangrijke aanvullende informatie over het leven en de leringen van Abraham.

Het boek Abraham werd in 1842 gepubliceerd en in 1880 als onderdeel van de Parel van grote waarde gecanoniseerd. Het boek is gebaseerd op Egyptische papyrusrollen die Joseph Smith vanaf 1835 vertaalde. Veel mensen hebben de papyrusrollen gezien, maar er bestaan geen ooggetuigenverslagen van het vertaalproces, waardoor het moeilijk is om na te gaan hoe dat in zijn werk ging. Er zijn nu slechts enkele fragmenten overgebleven van de lange papyrusrollen die Joseph Smith in zijn bezit had. Het verband tussen deze fragmenten en de huidige tekst berust op speculatie.

Er is wel iets over het vertaalproces bekend. Het woord vertaling impliceert gewoonlijk een gedegen kennis van meerdere talen. Joseph Smith beschouwde zichzelf echter niet als een taalkundig expert. Hij gaf grif toe dat hij ‘zwak voor de wereld’ was en dat hij was geroepen om woorden ‘vanuit de hemel’ te spreken.1 Met betrekking tot de vertaling van het Boek van Mormon zei de Heer: ‘U [kunt] hetgeen heilig is niet schrijven tenzij het u van Mij wordt gegeven.’2 Hetzelfde principe geldt voor het boek Abraham. De Heer verwachtte niet dat Joseph Smith de Egyptische taal beheerste. Door de gave en macht van God ontving Joseph kennis over het leven en de leringen van Abraham.

Het boek Abraham is in veel opzichten in overeenstemming met onze geschiedkundige kennis van de oude wereld.3 Deze kennis, waarover later meer, bestond in 1842 nog niet of slechts gedeeltelijk. Er is voldoende bewijs dat het boek Abraham eeuwenoud is, maar dat kan de waarachtigheid ervan evenmin bewijzen als archeologische vondsten de uittocht van de Israëlieten uit Egypte of de opstanding van de Zoon van God kunnen bewijzen. Het idee dat het boek Abraham Schriftuur is, berust uiteindelijk op geloof in de verlossende waarheden die erin staan en waarvan de Heilige Geest getuigt.

Het boek Abraham als Schriftuur

Duizenden jaren geleden kwam de profeet Nephi te weten dat de functie van het Boek van Mormon o.a. was om ‘de waarheid [te] bevestigen’ van de Bijbel.4 Op soortgelijke wijze wordt het Bijbelverhaal over het leven van Abraham door het boek Abraham ondersteund, uitgebreid en verduidelijkt.

In de Bijbel lezen we dat God met Abraham een verbond sloot om hem ‘tot een groot volk [te] maken’.5 In het boek Abraham staat wat de context van dit verbond was en dat Abraham ‘grote kennis’ verlangde, een ‘navolger van gerechtigheid’ was en ondanks veel tegenspoed voor het goede pad koos. Hij verwierp de goddeloze tradities van zijn voorvaders en de afgoden van zijn cultuur, wat hem op doodsbedreigingen kwam te staan.6

In de Bijbel lijkt het alsof Gods verbond met Abraham een aanvang neemt tijdens het leven van Abraham. Volgens het boek Abraham werd het verbond echter vóór de grondvesting van de aarde gesloten en door Adam, Noach en andere profeten doorgegeven.7 Zo past Abraham in een lange rij profeten en patriarchen die de opdracht hebben om Gods verbond op aarde te bewaren en te verbreiden. Centraal in dit verbond staat het priesterschap, waardoor ‘de zegeningen van het heil […], ja, van het eeuwige leven’ worden overgedragen.8

Het boek Abraham verduidelijkt enkele leringen die in de Bijbel vaag zijn. Het leven begint niet bij de geboorte, zoals algemeen wordt aangenomen. Voordat de mensen naar de aarde kwamen, leefden ze als geesten. Abraham zag in een visioen dat een van deze geesten ‘gelijk God’ was.9 Dit goddelijke wezen, Jezus Christus, organiseerde samen met andere geesten de aarde uit ‘stoffen’, ofwel bestaande materie, en niet ex nihilo (uit het niets), zoals veel christenen later geloofden.10 Abraham kwam ook te weten dat het sterfelijk leven essentieel is voor het plan van geluk dat God voor zijn kinderen had. God zei: ‘Wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden.’ Vervolgens beloofde Hij dat heerlijkheid voor eeuwig en altijd op het hoofd van de getrouwen zou worden toegevoegd.11 Nergens in de Bijbel staan de bedoeling en de mogelijkheden van het aardse leven zo duidelijk beschreven als in het boek Abraham.

Oorsprong van het boek Abraham

De krachtige waarheden in het boek Abraham werden ontdekt dankzij een unieke samenloop van omstandigheden. In de zomer van 1835 bracht Michael Chandler, een ondernemer, vier mummies en verscheidene papyrusrollen naar de hoofdzetel van de kerk in Kirtland (Ohio).12 Er was veel interesse voor wat Chandler te zeggen had. Mede dankzij de wapenfeiten van de Franse keizer Napoleon was de westerse wereld gefascineerd geraakt door de artefacten die uit de Egyptische catacomben werden opgegraven.13 Chandler maakte handig gebruik van deze interesse door met antieke Egyptische artefacten rond te reizen en bezoekers te laten betalen om ze te mogen zien.

Deze artefacten waren opgegraven door Antonio Lebolo, een voormalige cavalerist bij het Italiaanse leger. Lebolo hield in opdracht van de consul-generaal van Frankrijk toezicht bij enkele opgravingen, en haalde daarbij elf mummies uit een graftombe nabij de oude stad Thebe. Lebolo stuurde de artefacten naar Italië en na zijn dood kwamen ze in New York terecht. Uiteindelijk kwamen de mummies en de papyrusrollen in het bezit van Chandler.14

Tegen de tijd dat Chandler met zijn collectie in Kirtland (Ohio) arriveerde, had hij, op vier na, alle mummies en ettelijke papyrusrollen verkocht. Een groep heiligen der laatste dagen uit Kirtland kocht de resterende artefacten in naam van de kerk. Joseph Smith bestudeerde de papyrusrollen en begon met ‘de vertaling van een aantal van de tekens of hiërogliefen’. In zijn geschiedenis schreef hij later het volgende: ‘Tot onze vreugde ontdekten [wij] dat op een van de rollen de geschriften van Abraham stonden.’15

Vertaling en het boek Abraham

In de zomer en herfst van 1835 werkte Joseph Smith aan de vertaling van het boek Abraham. In die tijd voltooide hij het eerste hoofdstuk en een deel van het tweede hoofdstuk.16 Zijn dagboek vermeldt dat hij in de lente van 1842 de papyrusrollen vertaalde, nadat de heiligen naar Nauvoo (Illinois) waren verhuisd. De vijf hoofdstukken van het boek Abraham en drie illustraties die we nu kennen als facsimile 1, 2 en 3, werden tussen maart en mei 1842 gepubliceerd in Times and Seasons, de krant van de kerk in Nauvoo.17

Het boek Abraham was het laatste wat Joseph Smith vertaalde. Het is een geïnspireerde vertaling. Joseph Smith heeft nooit beweerd dat hij de oude talen waarin de verslagen waren opgesteld, beheerste. Net als het Boek van Mormon is Josephs vertaling van het boek Abraham in de taal van de King Jamesvertaling van de Bijbel geschreven. De vroege heiligen der laatste dagen waren bekend met dit taalregister, dat overeenkwam met de manier waarop de Heer zijn waarheden openbaarde ‘naar de wijze van hun [zijn dienstknechten] taal, opdat zij tot inzicht konden komen’.18

Joseph vertaalde op verschillende manieren. Voor sommige vertalingen, zoals die van het Boek van Mormon, gebruikte hij de oude documenten die hij in zijn bezit had. Andere vertalingen waren niet op tastbare kronieken gebaseerd. Zo bevat de Bijbelvertaling van Joseph fragmenten waarin oude tekst is hersteld, verzoent hij tegenstrijdige Bijbelfragmenten met elkaar en geeft hij geïnspireerde toelichting.19

Er zijn aanwijzingen dat Joseph de tekens op de Egyptische papyrusrollen bestudeerde en probeerde de Egyptische taal te leren. In zijn dagboek schreef hij dat hij in juli 1835 ‘voortdurend bezig was met de vertaling van een alfabet voor het boek Abraham, en met het samenstellen van een grammatica van de Egyptische taal uit de oudheid’.20 Deze zogenaamde ‘grammatica’ bestond uit kolommen met hiërogliefen en hun Engelse vertaling, in een groot aantekenschrift genoteerd door Josephs schrijver, William W. Phelps. In een ander manuscript, geschreven door Joseph Smith en Oliver Cowdery, staan Egyptische tekens met hun verklaring.21

Wat deze documenten met het boek Abraham te maken hebben, is niet duidelijk. De regels en de vertalingen in de grammatica zijn volgens de hedendaagse kennis van het Egyptisch niet correct. Wat ook het nut van de grammatica was, het is duidelijk dat Joseph Smith onmiddellijk na de aankoop van de papyrusrollen delen van het boek Abraham begon te vertalen.22 Blijkbaar dacht Phelps dat Joseph Smith de enige was die de Egyptische tekens kon begrijpen. Hij vertelde zijn vrouw: ‘Aangezien niemand deze geschriften kon vertalen, werden ze aan president Smith voorgelegd. Al snel wist hij wat ze inhielden.’23

De papyrusrollen

Toen de heiligen der laatste dagen uit Nauvoo wegtrokken, lieten ze de Egyptische artefacten achter. In 1856 verkocht de familie van Joseph Smith de papyrusrollen en de mummies. De collectie raakte verspreid en werd onder verschillende kopers verdeeld. Historici menen dat het merendeel in 1871 in de grote brand van Chicago werd verwoest. Tien fragmenten van de papyrusrollen die Joseph Smith ooit in bezit had, werden in het Metropolitan Museum of Art in New York City teruggevonden.24 In 1967 droeg het museum deze fragmenten over aan de kerk, waarna ze werden gepubliceerd in de Improvement Era, een tijdschrift van de kerk.25

Door de ontdekking van de papyrusfragmenten laaide de discussie over de vertaling van Joseph Smith weer hoog op. De fragmenten bevatten een afbeelding, of illustratie, die we nu kennen als facsimile 1 in het boek Abraham. Lang voordat de kerk de fragmenten publiceerde, verklaarden enkele Egyptologen dat de uitleg van Joseph Smith over de onderdelen van de facsimile’s niet overeenkwam met hun interpretatie. Joseph Smith had de facsimile’s als afzonderlijke tekeningen afgebeeld, zonder de omringende hiërogliefen of hiëratische tekens van de oorspronkelijke afbeeldingen. Dankzij de ontdekking van de fragmenten konden lezers nu zien welke hiërogliefen en tekens rond de afbeelding, die wij nu kennen als facsimile 1, stonden.26

Op de fragmenten van de papyrusrollen staat geen enkel teken dat naar de naam Abraham of de gebeurtenissen uit het boek Abraham verwijst. Mormoonse en niet-mormoonse Egyptologen zijn het erover eens dat de tekens op de fragmenten niet met de vertaling van het boek Abraham overeenkomen. Er is echter geen consensus, zelfs niet bij de niet-mormoonse wetenschappers, over wat de afbeeldingen op de fragmenten dan wel voorstellen.27 Onderzoek heeft uitgewezen dat de papyrusfragmenten deel uitmaakten van de dodenteksten die gewoonlijk bij mummies werden gelegd. Deze fragmenten worden gesitueerd tussen de derde eeuw v.C. en de eerste eeuw n.C., lang na de dood van Abraham.

Uiteraard wordt de authenticiteit van het boek Abraham en zijn illustraties niet ontkracht door de ouderdom van de fragmenten. Oude kronieken worden vaak als kopieën of als kopieën van kopieën overgeleverd. De kroniek van Abraham kan bewerkt of geredigeerd zijn door latere schrijvers, net zoals Mormon en Moroni, de profetische geschiedschrijvers van het Boek van Mormon, de geschriften van oudere volken reviseerden.28 Bovendien kunnen documenten uit een bepaalde context later in een andere context of voor een ander doel worden hergebruikt.29 Afbeeldingen die oorspronkelijk met Abraham verbonden waren, kunnen uit hun context zijn gelicht en honderden jaren later gebruikt in begrafenisrituelen in het oude Egypte. Omgekeerd kunnen afbeeldingen die op het eerste gezicht niets met Abraham te maken hebben, wel een nieuw licht werpen op het leven en de leringen van deze profetische figuur.

Er wordt soms verondersteld dat de hiërogliefen naast en rondom facsimile 1 de brontekst voor de vertaling van het boek Abraham vormen. Deze stelling gaat er echter van uit dat een afbeelding inhoudelijk hoort bij de tekst die er omheen staat. In werkelijkheid werden Egyptische afbeeldingen vaak op enige afstand van de daarbijhorende tekst geplaatst.30

Noch de Heer, noch Joseph Smith heeft uitgelegd op welke manier het boek Abraham is vertaald. We kunnen echter veel leren uit de instructies die de Heer Joseph bij het vertalen gaf. In april 1829 ontving Joseph een openbaring voor Oliver Cowdery die zei dat zowel intellectuele arbeid als openbaring essentieel voor de vertaling van heilige verslagen waren. Het was nodig om ‘het in gedachten uit te vorsen’ en vervolgens geestelijke bevestiging te vragen. Getuigen hebben aangegeven dat Joseph en anderen de papyrusrollen bestudeerden en dat de mensen die alles van dichtbij volgden, geloofden dat de vertaling door openbaring tot stand kwam. John Whitmer merkte op: ‘Joseph de ziener zag deze kronieken en kon ze door openbaring van Jezus Christus vertalen.’31

Het is waarschijnlijk zinloos om Josephs bekwaamheid om de papyrusrollen te vertalen te beoordelen, aangezien we slechts een fractie van de papyrusrollen hebben die hij had. Volgens ooggetuigen ging het om ‘een lange rol’ of meerdere ‘rollen’ papyrus.32 Aangezien er slechts enkele fragmenten zijn overgebleven, mogen we ervan uitgaan dat veel bronmateriaal waarop Joseph zijn vertaling van het boek Abraham baseerde, er niet op terug te vinden is. Een groot gedeelte van de papyrusrollen is verloren gegaan, waardoor het onmogelijk is om vast te stellen of de tekst die erop stond met de gepubliceerde vertaling overeenkomt.

Het is ook mogelijk dat Josephs onderzoek van de papyrusrollen ertoe leidde dat hij openbaring ontving over belangrijke leerstellingen en gebeurtenissen in het leven van Abraham, net zoals hij eerder een openbaring over het leven van Mozes ontvangen had toen hij de Bijbel bestudeerde. Dan gaan we uit van een bredere betekenis van de woorden vertaler en vertaling in.33 Volgens deze zienswijze was Josephs vertaling geen letterlijke weergave van de papyrusrollen in de traditionele betekenis. De tastbare artefacten waren eerder de aanleiding tot meditatie, bezinning en openbaring. Ze versnelden een proces waarbij God Joseph Smith een openbaring over het leven van Abraham gaf, ook al stemde die openbaring niet overeen met de tekens op de papyrusrollen.34

Het boek Abraham en de oude wereld

Grondige studie van het boek Abraham zegt meer over de waarde van het boek dan enige theorie waarbij de tekst als een traditionele vertaling wordt gezien. Uit onderzoeken blijkt dat elementen uit het boek Abraham perfect aanleunen bij onze kennis van de oude wereld, wat erop wijst dat het boek Abraham een authentiek verslag is.

In het boek Abraham wordt met afkeuring gesproken over mensenoffers op een altaar in het land Chaldea. Enkele slachtoffers werden op het altaar geofferd omdat ze weigerden de afgoden van hun leiders te aanbidden.35 Onlangs hebben wetenschappers bewijs van dergelijke strafmaatregelen in de tijd van Abraham ontdekt. Mensen die de heersende religieuze klasse bestreden, hetzij in Egypte, hetzij in de streken onder Egyptische heerschappij (zoals Kanaän), werden voor hun overtredingen terechtgesteld.36 We weten nu dat het in de tijd van Abraham gebruikelijk was om mensen te straffen op de manier die in Abraham 1:11–12 wordt beschreven bij afwijking van de geloofsopvatting van de Farao.

In het boek Abraham staan nog meer details die overeenkomen met hedendaagse ontdekkingen over de oude wereld. Het boek vermeldt ‘de vlakte van Olishem’, een naam die niet in de Bijbel voorkomt. Pas in de twintigste eeuw werd een oud opschrift ontdekt en vertaald dat melding maakt van de stad ‘Ulisum’, in het noordwesten van Syrië.37 Bovendien is Abraham 3:22–23 geschreven in een poëtische vorm die typerend is voor talen uit het Nabije Oosten, maar die in vroege Amerikaanse geschriften zelden voorkomt.38

De uitleg die Joseph Smith aan de facsimile’s in het boek Abraham heeft gegeven, vermeldt bijkomende kenmerken van de oude wereld. In facsimile 1 en Abraham 1:17 wordt melding gemaakt van de afgod Elkenah. Deze god komt niet voor in de Bijbel, maar volgens moderne wetenschappers maakt hij deel uit van de goden die in het oude Mesopotamië werden aanbeden.39 Joseph Smith benoemde de vier figuren in afbeelding 6 van facsimile 2 als ‘de aarde met haar vier hoeken’. Gelijkaardige interpretaties zijn terug te vinden bij wetenschappers die in andere oude Egyptische teksten identieke figuren hebben bestudeerd.40 Facsimile 1 bevat een godheid in de vorm van een krokodil, die zwemt in wat Joseph Smith ‘het uitspansel boven ons hoofd’ noemde. Deze interpretatie houdt steek omdat wetenschappers hebben ontdekt dat de Egyptenaren hun hemel met ‘een hemelse oceaan’ vergeleken.41

Het boek Abraham stemt tot in detail overeen met niet-Bijbelse verhalen over Abraham uit de oude wereld die dateren uit dezelfde periode als de papyrusrollen. In het boek Abraham leert God Abraham over de zon, de maan en de sterren. De Heer zegt: ‘Ik toon u deze dingen alvorens u Egypte binnentrekt, opdat u al deze woorden kunt verkondigen.’42 In oude teksten staat herhaaldelijk beschreven hoe Abraham de Egyptenaren kennis over de hemelen bijbracht. Zo schreef Eupolemus, die in de tweede eeuw v.C. onder Egyptische heerschappij leefde, dat Abraham sterrenkunde en andere wetenschappen onderwees aan de Egyptische priesters.43 Een derde-eeuwse papyrusrol uit een Egyptische tempelbibliotheek verbindt Abraham met een afbeelding die sterk lijkt op facsimile 1 in het boek Abraham.44 In een recentere Egyptische tekst, ontdekt in de twintigste eeuw, staat dat de Farao trachtte Abraham te offeren. Die poging werd echter verijdeld doordat een engel Abraham bevrijdde. Volgens die tekst onderwees Abraham later sterrenkunde aan de hofhouding van de Farao.45 Deze details zijn terug te vinden in het boek Abraham.

Andere elementen in het boek Abraham sluiten aan bij oude tradities uit het Nabije Oosten. Enkele voorbeelden: Terah, de vader van Abraham, aanbad afgoden; het vaderland van Abraham werd door hongersnood geteisterd; Abraham was bekend met Egyptische afgoden; en in tegenstelling tot wat in de Bijbel staat, was Abraham jonger dan vijfenzeventig jaar toen hij uit Haran vertrok. Een deel van deze informatie was in de dagen van Joseph Smith beschikbaar in apocriefe boeken of Bijbelcommentaren, terwijl andere aspecten van niet-Bijbelse tradities voor negentiende-eeuwse Amerikanen onbekend waren.46

Tot besluit

De waarachtigheid en de waarde van het boek Abraham kunnen niet door wetenschappers vastgesteld worden door de vertaling en de historiciteit ervan te bestuderen. Het boek is Schriftuur omdat het eeuwige waarheden bevat en omdat er een krachtige geest van uitgaat. Het boek Abraham verkondigt diepzinnige waarheden over de aard van God, zijn relatie tot ons, zijn kinderen, en het doel van dit sterfelijk leven. Wij zien de waarheid van het boek Abraham pas in als we de leringen die erin staan nauwkeurig bestuderen, er oprecht over bidden en bevestiging van de Geest ontvangen.

  1. Leer en Verbonden 1:17, 19, 24.

  2. Leer en Verbonden 9:9.

  3. Zie bijvoorbeeld Daniel C. Peterson, ‘News from Antiquity’, Ensign, januari 1994, en John Gee, ‘Research and Perspectives: Abraham in Ancient Egyptian Texts’, Ensign, juli 1992.

  4. 1 Nephi 13:40. Zie ook Mormon 7:8–9.

  5. Genesis 12:2.

  6. Abraham 1:1–2, 5–12.

  7. Abraham 1:2–3, 19.

  8. Abraham 2:11. Zie ook Leer en Verbonden 84:19–21.

  9. Abraham 3:24.

  10. Abraham 3:24; 4:1, 12, 14–16.

  11. Abraham 3:25–26.

  12. Joseph Smith History, 1838–1856, vol. B-1, 596, beschikbaar op josephsmithpapers.org.

  13. Zie S. J. Wolfe met Robert Singerman, Mummies in Nineteenth Century America: Ancient Egyptians as Artifacts (Jefferson, NC: McFarland, 2009); en John T. Irwin, American Hieroglyphics: The Symbol of the Egyptian Hieroglyphics in the American Renaissance (New Haven: Yale University Press, 1980).

  14. Hoewel enkele details achterhaald zijn, staat het meest volledige verslag van Lebolo en zijn opgravingen in H. Donl Peterson, The Story of the Book of Abraham: Mummies, Manuscripts, and Mormonism (Salt Lake City: Deseret Book, 1995), 36–85. Voor meer informatie over wat er na hun aankomst in de Verenigde Staten met de mummies gebeurde, zie het interview met Brian L. Smith door Philip R. Webb, ‘Mystery of the Mummies: An Update on the Joseph Smith Collection’, Religious Studies Center Newsletter 20, nr. 2 (2005), 1–5.

  15. Joseph Smith History, 1838–1856, vol. B-1, 596, beschikbaar op josephsmithpapers.org.

  16. Brian M. Hauglid, A Textual History of the Book of Abraham: Manuscripts and Editions (Provo, UT: Maxwell Institute, 2010), 6, 84, 110.

  17. Joseph Smith, Journal, 8–9 maart 1842, beschikbaar op josephsmithpapers.org; ‘A Fac-Simile from the Book of Abraham’ en ‘A Translation’, Times and Seasons, 1 maart 1842, 703–706, beschikbaar op josephsmithpapers.org; ‘The Book of Abraham’, Times and Seasons, 15 maart 1842, 719–722, beschikbaar op josephsmithpapers.org; en ‘A Fac-Simile from the Book of Abraham’ en ‘Explanation of Cut on First Page’ Times and Seasons, 16 mei 1842, 783–784.

  18. Leer en Verbonden 1:24.

  19. Robert J. Matthews, ‘A Plainer Translation’: Joseph Smith’s Translation of the Bible: A History and Commentary (Provo, UT: Brigham Young University Press, 1985), 253. In de tijd van Joseph Smith betekende het woord translate [vertalen] ook ‘interpret [interpreteren, in een andere taal weergeven]’. Het Engelse woord interpret betekende ‘de betekenis van woorden uitleggen aan iemand die ze niet begrijpt’ of ‘de betekenis van voorspellingen, visioenen, dromen of raadsels uitleggen of ontsluieren; uiteenzetten en blootleggen wat het begrip te boven gaat’. (Noah Webster, An American Dictionary of the English Language [New York: S. Converse, 1828], zie onder ‘Translate’, ‘Interpret’.)

  20. Joseph Smith History, 1838–1856, vol. B-1, 597, beschikbaar op josephsmithpapers.org.

  21. Afschriften en digitale foto’s van deze manuscripten, ook wel de ‘Kirtland Egyptian Papers’ genoemd, zijn beschikbaar op ‘Book of Abraham and Egyptian Material’, josephsmithpapers.org.

  22. Joseph Smith History, 1838–1856, vol. B-1, 596, beschikbaar op josephsmithpapers.org.

  23. W. W. Phelps aan Sally Phelps, 19–20 juli 1835, in Bruce A. Van Orden, ‘Writing to Zion: The William W. Phelps Kirtland Letters (1835–1836)’, BYU Studies 33, nr. 3 (1993): 555, beschikbaar op byustudies.byu.edu.

  24. John Gee, A Guide to the Joseph Smith Papyri (Provo, UT: Foundation for Ancient Research and Mormon Studies, 2000), 2. Het staat vast dat deze fragmenten eigendom van de kerk waren, aangezien ze waren bevestigd op papier waarop mormoonse verslagen uit de begintijd van de kerk stonden. Tijdgenoten beschrijven op dezelfde manier hoe de papyrusrollen werden tentoongesteld.

  25. Jay M. Todd, ‘New Light on Joseph Smith’s Egyptian Papyri’, Improvement Era, februari 1968, 40–41. In dezelfde periode van de vondsten in het Metropolitan Museum werd nog een fragment teruggevonden in het kantoor van de kerkhistoricus. Dat brengt het totale aantal fragmenten op elf.

  26. Michael D. Rhodes, ‘Why Doesn’t the Translation of the Egyptian Papyri found in 1967 Match the Text of the Book of Abraham in the Pearl of Great Price?’ Ensign, juli 1988, 51–53.

  27. Kerry Muhlestein, ‘Egyptian Papyri and the Book of Abraham: A Faithful, Egyptological Point of View’, en Brian M. Hauglid, ‘Thoughts on the Book of Abraham’, beide in No Weapon Shall Prosper: New Light on Sensitive Issues, red. Robert L. Millet (Provo and Salt Lake City, UT: Religious Studies Center, Brigham Young University, and Deseret Book, 2011), 217–258. Voor meer informatie over het gebrek aan consensus bij Egyptologen, zie bijvoorbeeld John Gee, ‘A Method for Studying the Facsimiles’, FARMS Review 19, nr. 1 (2007): 348–351; en Hugh Nibley, The Message of the Joseph Smith Papyri: An Egyptian Endowment, 2e uitgave, (Provo and Salt Lake City, UT: Deseret Book and Foundation for Ancient Research and Mormon Studies, 2005), 51–53. Voor de vertaling van en uitleg bij de fragmenten, zie Michael D. Rhodes, Books of the Dead Belonging to Tschemmin and Neferirnub: A Translation and Commentary (Provo, UT: Maxwell Institute, 2010); Michael D. Rhodes, The Hor Book of Breathings: A Translation and Commentary (Provo, UT: Foundation for Ancient Research and Mormon Studies, 2002); en Nibley, Message of the Joseph Smith Papyri, 34–50.

  28. Joseph Smith, of misschien een collega, stelde de uitgegeven vertaling voor met de verzekering dat de kroniek ‘door [Abraham] zelf is geschreven, op papyrus’. Die formulering suggereert dat Abraham de oorspronkelijke auteur was en geen letterlijke kopiist. Hugh Nibley en Michael Rhodes, One Eternal Round (Salt Lake City, UT: Deseret Book, 2010), 20–22; Michael D. Rhodes, ‘Teaching the Book of Abraham Facsimiles’, Religious Educator 4, nr. 2 (2003), 117–118.

  29. Kevin L. Barney, ‘The Facsimiles and Semitic Adaptation of Existing Sources’, in red. John Gee en Brian M. Hauglid, Astronomy, Papyrus, and Covenant (Provo, UT: Foundation for Ancient Research and Mormon Studies, 2005), 107–130.

  30. Henk Milde, ‘Vignetten-Forschung’, in red. Burkhard Backes en anderen, Totenbuch-Forschungen (Wiesbaden, Duitsland, Harrassowitz Verlag, 2006), 221–231; Holger Kockelmann, Untersuchungen zu den späten Totenbuch-Handschriften auf Mumienbinden (Wiesbaden, Duitsland, Harrassowitz Verlag, 2008), deel 2, 212–214; Valérie Angenot, ‘Discordance entre texte et image. Deux exemples de l’Ancien et du Nouvel Empires’, GöttingerMiszellen 187 (2002), 11–21.

  31. John Whitmer, History, 1831–ca. 1837, 76, in red. Karen Lynn Davidson, Richard L. Jensen en David J. Whittaker Histories, Volume 2: Assigned Historical Writings, 1831–1847, deel 2 van de reeks Histories van The Joseph Smith Papers, verzameld door Dean C. Jessee, Ronald K. Esplin en Richard Lyman Bushman (Salt Lake City: Church Historian’s Press, 2012), 86. ‘Ik zat naast hem en schreef de vertaling van de Egyptische hiërogliefen op die hij, zo beweerde hij, door rechtstreekse inspiratie uit de hemel ontving’, schreef Warren Parrish, schrijver van Joseph Smith. (Warren Parrish, 5 februari 1838, Brief aan de redacteur, Painesville Republican, 15 februari 1838, [3].)

  32. Hauglid, Textual History of the Book of Abraham, 213–214, 222.

  33. ‘Joseph Smith as Translator’, in Richard Lyman Bushman, Believing History: Latter-day Saint Essays, red. Reid L. Neilson en Jed Woodworth (New York: Columbia University Press, 2004), 233–247; Nibley, Message of the Joseph Smith Papyri, 51–59. Zie ook voetnoot 19.

  34. Naar analogie hiermee heeft de Bijbel voor Joseph Smith kennelijk vaak als katalysator gefungeerd om openbaringen over Gods omgang met zijn oude verbondsvolk te ontvangen. Zo vormde Josephs studie van het boek Genesis de aanleiding voor openbaringen over het leven en de leringen van Adam, Eva, Mozes en Henoch. Deze openbaringen staan nu in het boek Mozes.

  35. Abraham 1:8, 10–11. Momenteel zijn de meeste wetenschappers het erover eens dat ‘Chaldea’ (of Ur) zich in het zuiden van Mesopotamië bevond, ver weg van Egyptische invloeden, hoewel er overtuigend bewijs voor een meer noordelijke locatie bestaat, binnen de Egyptische invloedssfeer. (Paul Y. Hoskisson, ‘Where Was Ur of the Chaldees?’ in red. H. Donl Peterson en Charles D. Tate jr., The Pearl of Great Price: Revelations from God [Provo, UT: Brigham Young University Religious Studies Center, 1989], 119–136; en Nibley, Abraham in Egypt, 84–85, 234–236.)

  36. Kerry Muhlestein, Violence in the Service of Order: The Religious Framework for Sanctioned Killing in Ancient Egypt (Oxford, U.K.: Archaeopress, 2001), 37–44, 92–101; Kerry Muhlestein, ‘Royal Executions: Evidence Bearing on the Subject of Sanctioned Killing in the Middle Kingdom’, Journal of the Economic and Social History of the Orient 51, nr. 2 (2008): 181–208; Anthony Leahy, ‘Death by Fire in Ancient Egypt’, Journal of the Economic and Social History of the Orient 27, nr. 2 (1984): 199–206; Harco Willems, ‘Crime, Cult and Capital Punishment (Mo’alla Inscription 8)’, Journal of Egyptian Archeology 76 (1990): 27–54.

  37. Abraham 1:10; John Gee, ‘Has Olishem Been Discovered?’, Journal of the Book of Mormon and Other Restoration Scriptures 22, nr. 2 (2013): 104–107, beschikbaar op maxwellinstitute.byu.edu.

  38. Julie M. Smith, ‘A Note on Chiasmus in Abraham 3:22–23’, Interpreter: A Journal of Mormon Scripture 8 (2014): 187–190, beschikbaar op mormoninterpreter.com; Boyd F. Edwards en W. Farrell Edwards, ‘When Are Chiasms Admissible as Evidence?’ BYU Studies 49, nr. 4 (2010): 131–154, beschikbaar op byustudies.byu.edu.

  39. Kevin L. Barney, ‘On Elkenah as Canaanite El’, Journal of the Book of Mormon and Other Restoration Scripture 19, nr. 1 (2010): 22–35, beschikbaar op maxwellinstitute.byu.edu; John Gee en Stephen D. Ricks, ‘Historical Plausibility: The Historicity of the Book of Abraham as a Case Study’, in Historicity and the Latter-day Saint Scriptures, red. Paul Y. Hoskisson (Provo, UT: Religious Studies Center, Brigham Young University, 2001), 75.

  40. Martin J. Raven, ‘Egyptian Concepts of the Orientation of the Human Body’, in Proceedings of the Ninth International Congress of Egyptologists (2007), deel 2, 1569–1570.

  41. Erik Hornung, ‘Himmelsvorstellungen’, Lexikon der Ägyptologie, 7 delen (Wiesbaden: Harrassowit, 1977–1989), deel 2, 1216. Voor dit en andere voorbeelden, zie Peterson, ‘News from Antiquity’; Hugh Nibley, An Approach to the Book of Abraham (Salt Lake City en Provo, UT: Deseret Book and Foundation for Ancient Research and Mormon Studies, 2009), 115–178; Nibley en Rhodes, One Eternal Round, 236–245; John Gee, ‘A New Look at the Conception of the Human Being in Ancient Egypt’ in ‘Being in Ancient Egypt’: Thoughts on Agency, Materiality and Cognition, red. Rune Nyord en Annette Kjølby (Oxford, U.K.: Archaeopress, 2009), 6–7, 12–13.

  42. Abraham 3:2–15.

  43. Samenvatting van Eupolemus, in red. John A. Tvedtnes, Brian M. Hauglid en John Gee, Traditions about the Early Life of Abraham, Studies in the Book of Abraham, red. John Gee, vol. 1 (Provo, UT: Foundation for Ancient Research and Mormon Studies, 2001), 8–9. Voor andere verwijzingen naar Abraham als leraar sterrenkunde, zie bijvoorbeeld Tvedtnes, Hauglid en Gee, Traditions about the Early Life of Abraham, 7, 35–43.

  44. Samenvatting van P. Leiden I 384 (PGM XII), in Tvedtnes, Hauglid en Gee, Traditions about the Early Life of Abraham, 501–502, 523.

  45. John Gee, ‘An Egyptian View of Abraham’, in Bountiful Harvest: Essays in Honor of S. Kent Brown (Provo, UT: Maxwell Institute, 2011), red. Andrew C. Skinner, D. Morgan Davis en Carl Griffin, 137–156.

  46. Zie E. Douglas Clark, review of Michael E. Stone, Armenian Apocrypha Relating to Abraham (2012), in BYU Studies Quarterly 53, 2 (2014): 173-179; Tvedtnes, Hauglid en Gee, Traditions about the Early Life of Abraham; Hugh Nibley, Abraham in Egypt, 2e editie (Salt Lake City en Provo, UT: Deseret Book and Foundation for Ancient Research and Mormon Studies, 2000), 1–73. In de tijd van Joseph Smith waren sommige van deze niet-Bijbelse elementen terug te vinden in de boeken Jasher en Josephus. Joseph Smith was bekend met deze boeken, maar het is niet zeker dat hij ze gebruikte.