2010
Mijn heimwee genezen
Januari 2010


Mijn heimwee genezen

Sue Hirase (Utah, VS)

Op achttienjarige leeftijd ging ik voor het eerst naar de universiteit. Al snel stapte ik over naar een andere studie aan een andere universiteit. De nieuwe universiteit lag maar een paar uur van mijn huis af, maar ik had vreselijk last van heimwee en was zo ontmoedigd dat ik het wilde opgeven en naar ons gezin wilde terugkeren. Ik besefte echter ook dat ik daarmee mijn kans op een diploma zou vergooien.

In een weekend nog vroeg in het schooljaar gingen al mijn kamergenoten voor een bezoekje naar huis. Ik wist dat als ik ook naar huis ging, ik niet meer terug zou komen. Ik kon het niet eens opbrengen om mijn familie door de telefoon te spreken, bang dat ik zou doorslaan en me niet meer op mijn studie kon richten. Ik had steeds om de kracht gebeden om mijn heimwee te overwinnen, maar nu bad ik om te weten of ik nog wel op school moest blijven en een diploma halen.

Die zondagochtend slenterde ik al vroeg over de stille campus naar de kerk, en vroeg me af hoe ik op school kon blijven als ik mijn familie en thuis zo erg miste en mijn gevoel van eenzaamheid maar niet opzij kon zetten. Maar wat zou ik doen als ik van school af was?

Toen ik bij de kerk aankwam, was de vorige wijk net klaar met de dienst. Ik ging de kapel binnen in de hoop even te kunnen bidden om leiding. Ik vond een plekje om te zitten en schoof langzaam op de houten bank. Daar zag ik een blaadje liggen met het avondmaalsprogramma dat net was afgelopen. Op de voorkant van het gevouwen papier stonden de volgende woorden: ‘Wellicht is het waardevolste resultaat van elke opleiding wel het vermogen om jezelf ertoe te zetten te doen wat je moet doen en wanneer je het moet doen, of je het nu leuk vindt of niet.’1

Op dat moment wist ik wat ik moest doen. De Heer had mijn gebeden op een wel heel eenvoudige wijze beantwoord, maar het was onmiskenbaar een antwoord.

Al spoedig na die zondag had ik geen last meer van mijn eenzaamheid en ontmoediging. Ik heb dan ook van mijn resterende jaren op school genoten. Ik heb er een diploma, vrienden voor het leven en een sterker getuigenis aan overgehouden door gehoor te geven aan de ingevingen van de Geest.

Nu, ruim 25 jaar later, denk ik nog steeds terug aan dat antwoord op mijn gebed, en gebruik ik dezelfde woorden van dat avondmaalsprogramma om mezelf tot moeilijke taken aan te zetten. Ik heb mijn ervaring aan goede vrienden en familie verteld, in de hoop dat zij ook kracht in moeilijke tijden zullen ontvangen.

Ik weet dat de Heer onze gevoelens en dagelijkse keuzes belangrijk vindt, en ik weet dat Hij onze oprechte gebeden verhoort.

Noot

  1. Thomas Henry Huxley, in John Bartlett, comp., Familiar Quotations (1968), p. 725.