2014
Erg aantrekkelijk vergif
Oktober 2014


Erg aantrekkelijk vergif

Alison L. Randall, Utah (VS)

Afbeelding
illustration of ants in a garden

Toen ik naar buiten ging om de krant te halen, stuitte ik op een onaangename verrassing. In de nacht hadden vuurmieren een mierenhoop tussen onze voortuin en de stoep gebouwd.

Mijn man en ik woonden nog niet zo lang in Texas (VS), maar toch wist ik uit pijnlijke ervaring dat het hun beet was, en niet hun kleur, die de mieren hun naam had opgeleverd. Ik ging naar de garage waar we de pesticide bewaarden. Vervolgens las ik de instructies op het etiket.

‘[Deze pesticide] is erg aantrekkelijk voor mieren’, stond er. ‘Ze zullen de pesticide meenemen naar hun mierenhoop, ze aan hun koningin voeren, waarna de kolonie zal sterven.’ Op het etiket stond dat ik wat korreltjes op en rondom de mierenhoop moest strooien. De mieren zouden de rest doen.

Ik was sceptisch. De vuurmieren leken me vrij slim, aangezien ze in een nacht tijd een hoge mierenhoop konden bouwen. Ik twijfelde of ze zich door het vermomde vergif voor de gek zouden laten houden, maar ik strooide het er toch op.

Even later was er heel wat bedrijvigheid in de mierenhoop. Ik hield afstand, maar bukte neer om te zien wat er aan de hand was. Ze waren in extase, alsof er net manna uit de hemel gevallen was. Ze namen de witte korreltjes tussen hun kleine kaken en duwden elkaar omver in hun haast om het vergif naar hun mierenhoop te brengen.

Ik keek met afgrijzen en verbazing toe. Ze namen het vergif gewillig mee naar huis. De woorden ‘erg aantrekkelijk’ waren blijkbaar niet overdreven. Het bedrijf dat de pesticide ontwikkelde, was er op de een of andere manier in geslaagd om iets slechts — dodelijk zelfs — er heel erg aantrekkelijk uit te laten zien.

Ik had nog nooit een beter voorbeeld gezien van hoe iets slechts er goed uit kan zien. Het deed me eraan denken dat Satan precies hetzelfde doet. Het was een geruststelling om te beseffen dat hij zijn vermomde vergif wel rond mijn huis kan strooien, maar niet in staat is het naar binnen te brengen — tenzij ik dat toesta. Hoe kon ik er dan voor zorgen dat het buiten bleef?

Ik moest aan een van mijn lievelingsteksten denken: ‘Want zie, de Geest van Christus wordt aan ieder mens gegeven, opdat hij goed van kwaad zal kunnen onderscheiden.’ Mormon legt uit dat we met die Geest ‘met volmaakte kennis’ kunnen weten of iets van God of Satan komt (Moroni 7:16).

Door naar die gedoemde mieren te kijken, voelde ik me erg dankbaar dat mijn man en ik zelf konden oordelen en zeker weten of we iets in ons huis toestonden. Het was onze taak om onze kinderen te leren om de Geest van Christus te volgen, zodat zij het vergif zouden herkennen als ze het tegenkwamen.

Toen ik daar gehurkt keek hoe de insecten het vergif tot de laatste korrel in hun mierenhoop brachten, zwoer ik dat ik er alles aan zou doen om vergif uit mijn huis te weren.

Op het etiket stond dat ik wat korreltjes op en rondom de mierenhoop moest strooien. De mieren zouden de rest doen.