Gebeurtenissen in de tijd van de vroege patriarchen. (Jaartallen ontbreken omdat het moeilijk is exacte jaartallen voor deze gebeurtenissen vast te stellen.) | |
Vóór Christus | |
4000 |
Val van Adam. |
Bediening van Henoch. | |
Bediening van Noach; de grote watervloed. | |
Bouw van de toren van Babel; de Jaredieten reizen naar het beloofde land. | |
Bediening van Melchizedek. | |
Dood van Noach. | |
Geboorte van Abram (Abraham). | |
Geboorte van Izak. | |
Geboorte van Jakob. | |
Geboorte van Jozef. | |
Jozef verkocht naar Egypte. | |
Jozef verschijnt voor de farao. | |
Jakob (Israël) en zijn gezin reizen naar Egypte. | |
Dood van Jakob (Israël). | |
Dood van Jozef. | |
Geboorte van Mozes. | |
Mozes leidt de kinderen van Israël uit Egypte (de exodus). | |
Mozes opgenomen. | |
Dood van Jozua. | |
Na de dood van Jozua breekt het tijdperk van de richters aan, met Othniël als eerste en Samuel als laatste; de volgorde en jaartallen van de overige richters zijn onzeker. | |
Saul gezalfd tot koning. |
Gebeurtenissen in het verenigde koninkrijk Israël | |
1095 |
Begin van de regering van Saul. |
1063 |
David door Samuel tot koning gezalfd. |
1055 |
David wordt koning in Hebron. |
1047 |
David wordt koning in Jeruzalem; Nathan en Gad profeteren. |
1015 |
Salomo wordt koning van heel Israël. |
991 |
De tempel afgebouwd. |
975 |
Dood van Salomo; de tien noordelijke stammen staan op tegen zijn zoon, Rehabeam; Israël verdeeld. |
Gebeurtenissen in Israël |
Gebeurtenissen in Juda |
Gebeurtenissen in het Boek van Mormon | |||
---|---|---|---|---|---|
975 |
Jerobeam wordt koning van Israël. | ||||
949 |
Sisak, koning van Egypte, plundert Jeruzalem. | ||||
875 |
Achab heerst in Samaria over Noord-Israël; Elia profeteert. | ||||
851 |
Elisa verricht grote wonderen. | ||||
792 |
Amos profeteert. | ||||
790 |
Jona en Hosea profeteren. | ||||
740 |
Jesaja begint te profeteren. (Stichting van Rome; Nabonassar, koning van Babel in 747; Tiglath-Pileser Ⅲ, koning van Assyrië van 747 tot 734.) | ||||
728 |
Hizkia, koning van Juda. (Salmaneser Ⅳ, koning van Assyrië.) | ||||
721 |
Het noordelijke koninkrijk Israël vernietigd; de tien stammen gevankelijk weggevoerd; Micha profeteert. | ||||
642 |
Nahum profeteert. | ||||
628 |
Jeremia en Zefanja profeteren. | ||||
609 |
Obadja profeteert; Daniël wordt gevankelijk weggevoerd naar Babel. (Val van Ninevé in 606; Nebukadnezar koning van Babel van 604 tot 561.) | ||||
600 |
Lehi trekt weg uit Jeruzalem. | ||||
598 |
Ezechiël profeteert in Babel; Habakuk profeteert; Zedekia koning van Juda. | ||||
588 |
Mulek verlaat Jeruzalem op weg naar het beloofde land. | ||||
588 |
De Nephieten scheiden zich af van de Lamanieten (tussen 588 en 570). | ||||
587 |
Nebukadnezar neemt Jeruzalem in. |
Gebeurtenissen in de Joodse geschiedenis |
Gebeurtenissen in het Boek van Mormon | ||
---|---|---|---|
537 |
Kores bepaalt dat de Joden mogen terugkeren uit Babel. | ||
520 |
Haggaï en Zacharia profeteren. | ||
486 |
Tijd van Esther. | ||
458 |
Ezra opgedragen om hervormingen door te voeren. | ||
444 |
Nehemia aangesteld als landvoogd over Judea. | ||
432 |
Maleachi profeteert. | ||
400 |
Jarom ontvangt de platen. | ||
360 |
Omni ontvangt de platen. | ||
332 |
Alexander de Grote verovert Syrië en Egypte. | ||
323 |
Dood van Alexander. | ||
277 |
De Septuaginta, de vertaling van de joodse Schriftuur in het Grieks, begonnen. | ||
167 |
De Makkabeeër Mattathias staat op tegen Syrië. | ||
166 |
Judas Makkabeüs wordt de aanvoerder van de Joden. | ||
165 |
De tempel gereinigd en opnieuw ingewijd; het Chanoekafeest ingesteld. | ||
161 |
Dood van Judas Makkabeüs. | ||
148 |
Abinadi sterft de martelaarsdood; Alma vestigt de kerk opnieuw onder de Nephieten. | ||
124 |
Benjamin spreekt voor het laatst tot de Nephieten. | ||
100 |
Alma de jonge en de zonen van Mosiah beginnen hun werk. | ||
91 |
Begin van de regering van de rechters onder de Nephieten. | ||
63 |
Pompeius verovert Jeruzalem; het bewind van de Makkabeeën in Israël eindigt, en het Romeinse bewind begint. | ||
51 |
Cleopatra regeert. | ||
41 |
Herodes en Fasaël beiden verheven tot viervorst van Juda. | ||
37 |
Herodes heerst in Jeruzalem. | ||
31 |
De slag bij Actium; Augustus keizer van Rome van 31 v.C. tot 14 n.C. | ||
30 |
Dood van Cleopatra. | ||
17 |
Restauratie van de tempel op last van Herodes. | ||
6 |
Samuel de Lamaniet profeteert over de geboorte van Christus. |
Gebeurtenissen in de christelijke geschiedenis |
Gebeurtenissen in het Boek van Mormon | ||
---|---|---|---|
n.C. |
n.C. | ||
Geboorte van Jezus Christus. | |||
30 |
Begin van Christus’ bediening. | ||
33 |
Kruisiging van Jezus Christus. |
33 of 34 |
De herrezen Christus verschijnt in Amerika na zijn opstanding. |
35 |
Bekering van Paulus. | ||
45 |
Eerste zendingsreis van Paulus. | ||
58 |
Paulus naar Rome gestuurd. | ||
61 |
Einde van de gebeurtenissen opgetekend in Handelingen. | ||
62 |
Rome door brand verwoest; vervolging van de christenen onder Nero. | ||
70 |
Christenen vluchten naar Pella; beleg en val van Jeruzalem. | ||
95 |
Vervolging van de christenen onder Domitianus. | ||
385 |
Ondergang van het Nephitische volk. | ||
421 |
Moroni verbergt de platen. |