2010–2019
Kom, hoor naar een profetenstem
Oktober 2018


Kom, hoor naar een profetenstem

Als we onszelf aanleren om te luisteren naar en gehoor te geven aan de stem van de hedendaagse profeten, zullen we eeuwige zegeningen ontvangen.

De Heer heeft over de president van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen gezegd:

‘En verder is het de plicht van de president van het ambt van het hoge priesterschap om de hele kerk te presideren, en zoals Mozes te zijn –

‘[…] ja, ziener, openbaarder, vertaler en profeet te zijn, met alle gaven van God die Hij aan het hoofd van de kerk schenkt’ (Leer en Verbonden 107:91–92; cursivering toegevoegd).

Het is een zegen dat ik enkele gaven van God op zijn profeten heb zien rusten. Ik wil graag iets over een van die heilige ervaringen zeggen. Voordat ik tot deze functie werd geroepen, was ik betrokken bij het zoeken en aanbevelen van locaties voor toekomstige tempels. Na 11 september 2001 is de controle bij de grensovergangen met de Verenigde Staten verscherpt. Daardoor moesten veel leden twee tot drie uur reizen om van Vancouver (Canada) over de grens naar de Seattletempel in de staat Washington te gaan. President Gordon B. Hinckley, die toen president van de kerk was, zei dat een tempel in Vancouver een zegen voor de leden van de kerk zou zijn. We kregen de opdracht om te kijken of percelen van de kerk geschikt waren. Er werd ook naar percelen gekeken die geen eigendom van de kerk waren.

We vonden een prachtige locatie met godsdienstige bestemming langs de Trans-Canada Highway. Het perceel was goed toegankelijk. Er stonden prachtige Canadese pijnbomen. Het was een prominente locatie die door duizenden automobilisten te zien zou zijn.

We presenteerden het perceel met foto’s en landkaarten tijdens de maandelijkse vergadering van het comité tempellocaties. President Hinckley gaf toestemming om een optie op het perceel te nemen en het nodige onderzoek te verrichten. In december van dat jaar brachten we verslag uit van ons onderzoek, en vroegen we toestemming om het perceel te kopen. Nadat wij verslag hadden uitgebracht, zei president Hinckley: ‘Ik heb het gevoel dat ik het perceel zelf moet bekijken.’

Later die maand, twee dagen na Kerstmis, gingen we met president Hinckley; president Thomas S. Monson; en Bill Williams, een tempelarchitect, naar Vancouver. Daar ontmoetten we Paul Christensen, de plaatselijke ringpresident, die ons naar het perceel bracht. Het was die dag regenachtig en mistig, maar president Hinckley stapte snel uit de auto en begaf zich op het perceel.

Na enige tijd vroeg ik aan president Hinckley of hij nog enkele andere opties wilde zien die we hadden overwogen. Hij stemde daarmee in. Door naar andere locaties te kijken, zouden we een goede vergelijking kunnen maken.

We zijn helemaal rond Vancouver gereden om naar die andere locaties te kijken, en uiteindelijk waren we weer bij het oorspronkelijke perceel terug. President Hinckley zei: ‘Dit is zo’n prachtige locatie.’ Toen vroeg hij: ‘Kunnen we even naar het kerkgebouw gaan dat hier nog geen halve kilometer vandaan is?’

‘Uiteraard, president,’ zeiden we.

We stapten weer in de auto en reden naar de kerk. Toen we bij de kerk aankwamen, zei president Hinckley: ‘Sla hier linksaf.’ We sloegen af en reden de straat in. De straat ging licht omhoog.

Toen we bovenaan waren gekomen, zei president Hinckley: ‘Stop, stop.’ Hij wees naar een kavel grond aan de rechterkant en vroeg: ‘En dat perceel? Daar gaan we de tempel bouwen. De Heer wil dat de tempel daar gebouwd wordt. Is dat perceel te koop? Is het te koop?’

We hadden dat perceel nooit overwogen. Het lag verder van de snelweg af, en het stond niet in de verkoop. Toen we zeiden dat we het niet wisten, wees president Hinckley naar het perceel en zei nogmaals: ‘Daar wordt de tempel gebouwd.’ We stonden er nog even en reden toen naar het vliegveld voor onze vlucht terug.

De volgende dag werd broeder Williams en mij gevraagd om naar het kantoor van president Hinckley te komen. Hij had alles op papier gezet: de straten, het kerkgebouw, hier linksaf, en een x op de plek voor de tempel. Hij vroeg wat we te weten waren gekomen. We zeiden dat hij geen moeilijker perceel had kunnen kiezen. Er waren drie eigenaren: een uit Canada, een uit India en een uit China. En het perceel had geen godsdienstige bestemming.

‘Nou, doe uw uiterste best’, zei hij.

Toen gebeurden er enkele wonderen. We kochten het perceel binnen enkele maanden, en de stad Langley (in British Columbia) gaf toestemming voor de bouw van de tempel.

Afbeelding
Vancouvertempel (British Columbia)

Nu ik er op terugkijk, stemt het me nederig dat daar waar broeder Williams en ik beiden een opleiding en jaren ervaring in onroerend goed en tempelontwerp hadden, president Hinckley een dergelijke opleiding ontbeerde. Maar hij had iets veel beters: de gave van profetisch zienerschap. Hij zag waar Gods tempel gebouwd moest worden.

Toen de Heer de heiligen in de begindagen van de kerk de opdracht gaf om een tempel te bouwen, zei Hij:

‘Maar laat er een huis voor mijn naam worden gebouwd volgens het plan dat Ik hun tonen zal.

‘En indien mijn volk het niet bouwt volgens het plan dat Ik […] tonen zal, zal Ik het niet uit hun handen aannemen’ (Leer en Verbonden 115:14–15).

En net als in de begindagen van de kerk blijft de Heer ook nu aan de president van de kerk openbaren hoe zijn koninkrijk moet worden geleid. En Hij geeft ons persoonlijke leiding in de manier waarop wij ons leven moeten leiden, zodat we aannemelijk in de ogen van de Heer zullen zijn.

In april 2013 heb ik gesproken over de voorbereiding van het fundament van elke tempel, om er zeker van te zijn dat het de stormen en rampen waaraan het blootgesteld wordt, kan weerstaan. Maar het fundament is slechts het begin. Een tempel bestaat uit veel bouwstenen, die volgens een vooraf ontworpen patroon worden samengevoegd. Als ons leven een tempel moet worden die we volgens de wijze van de Heer moeten bouwen (zie 1 Korinthe 3:16–17), kunnen we ons redelijkerwijs afvragen: Welke bouwstenen moeten we samenvoegen om ons leven prachtig, majestueus en bestand tegen de stormen van de wereld te maken?

We vinden het antwoord op die vraag in het Boek van Mormon. De profeet Joseph Smith heeft over het Boek van Mormon gezegd: ‘Ik vertelde de broeders dat het Boek van Mormon het nauwkeurigste boek op aarde en de sluitsteen van onze godsdienst is, en dat de mens dichter bij God komt door zich aan de leringen daarin te houden, dan door welk ander boek ook.’ (Inleiding van het Boek van Mormon.) In de inleiding van het Boek van Mormon staat: ‘Zij die [een] goddelijk getuigenis van de Heilige Geest ontvangen [dat het Boek van Mormon het woord van God is], zullen door diezelfde macht ook te weten komen dat Jezus Christus de Heiland van de wereld is, dat Joseph Smith zijn openbaarder en profeet [van de herstelling] is, en dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen het koninkrijk van de Heer is, wederom op aarde gevestigd.’

Dit zijn dan belangrijke bouwstenen van ons persoonlijke geloof en getuigenis:

  1. Jezus Christus is de Heiland van de wereld.

  2. Het Boek van Mormon is het woord van God.

  3. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is het koninkrijk van God op aarde.

  4. Joseph Smith was een profeet, en we hebben tegenwoordig ook een levende profeet op aarde.

De afgelopen maanden heb ik naar elke conferentietoespraak geluisterd die president Nelson heeft gehouden vanaf het moment dat hij tot apostel was geroepen. Daardoor is mijn leven veranderd. Toen ik 34 jaar verzamelde wijsheid van president Nelson bestudeerde en overpeinsde, kwamen er duidelijke en consequente thema’s uit zijn leringen naar voren. Elk van deze thema’s heeft te maken met die bouwstenen die ik zojuist heb genoemd of is een andere bouwsteen van onze tempel. Ze omvatten geloof in de Heer Jezus Christus; doop voor de vergeving van zonde; de gave van de Heilige Geest; verlossing van de doden en tempelwerk; de sabbat heiligen; begin met het uiteindelijk doel in gedachten; blijf op het verbondspad. President Nelson heeft liefdevol en toegewijd over die onderwerpen gesproken.

Jezus Christus is de hoeksteen en de bouwsteen van de kerk en ons leven. Dit is zijn kerk. President Nelson is zijn profeet. De leringen van president Nelson zijn een getuigenis en openbaring van het leven en het karakter van Jezus Christus. Hij spreekt liefdevol en doelbewust over het karakter en de zending van de Heiland. Hij heeft ook herhaaldelijk en vurig getuigd van de goddelijke roeping van de hedendaagse profeten – de presidenten van de kerk – met wie hij heeft samengewerkt.

Nu is het ons voorrecht om hem steun te verlenen als de hedendaagse profeet van de Heer op aarde. Het is gebruikelijk om onze kerkleiders steun te verlenen door het goddelijke patroon van het opsteken van onze hand om onze aanvaarding en steun kenbaar te maken. Dat hebben we zojuist gedaan. Maar ware steun gaat veel verder dan dit teken. Zoals we in LV 107:22 kunnen lezen, moet het Eerste Presidium worden ‘gesteund door het vertrouwen, het geloof en het gebed van de kerk’. We steunen de huidige profeet volledig en waarlijk als we op zijn woorden vertrouwen, het geloof hebben om ze in praktijk te brengen en in gebed aan de Heer vragen om hem te blijven zegenen.

Als ik aan president Russell M. Nelson denk, vind ik troost in deze woorden van de Heiland: ‘En indien mijn volk naar mijn stem luistert en naar de stem van mijn dienstknechten die Ik aangewezen heb om mijn volk te leiden, zie, voorwaar, Ik zeg u: Zij zullen niet uit hun plaats verwijderd worden’ (Leer en Verbonden 124:45).

Als wij naar de hedendaagse profeten luisteren, zal dat een diepgaande invloed op ons hebben, die verandering in ons teweeg zal brengen. Dan worden we gesterkt. Dan krijgen we meer vertrouwen in de Heer. Dan horen we de woorden van de Heer. Dan voelen we Gods liefde. Dan weten we hoe we doelgericht moeten leven.

Ik heb president Russell M. Nelson, en de anderen die als profeet, ziener en openbaarder zijn geroepen, lief en steun hen. Ik getuig dat hij de gaven van de Heer heeft ontvangen. Ook getuig ik dat als we onszelf aanleren om naar de hedendaagse profeten te luisteren, ons leven gegrond zal zijn op het goddelijke patroon van de Heer voor ons. Dan zullen we eeuwige zegeningen ontvangen. Die uitnodiging is voor iedereen. Komt, hoort naar eens profeten stem; ja, kom tot Christus en leef. In de naam van Jezus Christus. Amen.