Openbaring rijkelijk uit de hemel vloeiend

Wie te dicht bij de watervallen van Pulhapanzak in Honduras komt, wordt kletsnat van het dichte nevelgordijn. Maar José Santiago Castillo vindt het niet erg. Voor José vertegenwoordigt het neerstortende water een belofte die een bijzondere betekenis voor hem heeft sinds zijn hemelse Vader zijn gebeden over het evangelie heeft beantwoord.

‘Als we wijs willen worden, kunnen we daarom vragen’, zegt José (zie Jakobus 1:5). ‘Zoals een mens dit water niet kan tegenhouden, belooft de Heer dat Hij kennis zal uitstorten op de heiligen.’ (Zie LV 121:33.)

José’s ervaring in de kerk heeft hem geleerd dat een getuigenis regel op regel groeit, maar dat dat niet langzaam hoeft te gaan. Er is een vloed aan openbaring beschikbaar.

De profeet Joseph Smith heeft verklaard: ‘God heeft niets aan Joseph geopenbaard wat Hij niet ook aan de Twaalf bekend zal maken, en zelfs de minste heilige mag alles weten als hij in staat is om die kennis te verdragen.’¹

‘Voordat ik mij liet dopen, heb ik mijn hemelse Vader gevraagd of Hij wilde bevestigen dat wat Hij mij had geopenbaard waar was: het Boek van Mormon, het woord van wijsheid, tiende’, zegt José, die nu werkzaam is als quorumpresident ouderlingen. ‘Je krijgt antwoorden door het aan Hem te vragen.’ (Zie Mozes 1:18.)

We moeten onszelf wel voorbereiden op het ontvangen van openbaring. ‘Als we nat willen worden, moeten we het water in’, zegt José. ‘Als we openbaring willen, moeten we zijn waar de openbaring valt. We moeten zijn waar we behoren te zijn, doen wat we behoren te doen. We leren veel als we ijverig zijn.’ (Zie 1 Nephi 15:8–11.)