2014
Een familieteam
Oktober 2014


Een familieteam

De auteur woont in Alberta (Canada).

Het is makkelijker om te winnen als iedereen samenwerkt.

‘And’ren helpen’ (Kinderliedjes, p. 108).

Ammon zuchtte toen hij met zijn vader na de voetbalwedstrijd naar huis ging. ‘Ik snap het niet’, zei hij. ‘We hebben zoveel goede spelers. Waarom maken we geen doelpunten?’

Papa was een goede voetballer. Misschien had hij een goed idee.

‘Ik denk dat jullie moeten leren spelen als een team’, zei papa. ‘Jullie willen allemaal een doelpunt maken, toch?’

‘Ja’, zei Ammon. ‘Maar we kunnen niet allemaal degene zijn die scoort. Is dat wat u bedoelt?’

Papa knikte. ‘Je kunt niet in je eentje een doelpunt maken. Eerst moeten de verdedigers de tegenstander de bal afpakken, klopt?’

Ammon lachte. ‘Het is moeilijk om te scoren als je de bal niet hebt.’

‘Precies’, zei papa. ‘En dan geven de verdedigers de bal aan iemand die kan scoren. Niemand kan het in zijn eentje.’

‘Misschien hebt u gelijk’, zei Ammon.

Toen ze thuiskwamen, was mama met de baby in haar armen eten aan het koken. ‘Hoe ging de wedstrijd?’ vroeg ze.

‘We hebben weer verloren’, zei Ammon. ‘Maar volgende keer doen we het beter.’

‘Dat is de goede houding’, zei mama.

‘Ik heb honger!’ riep Miguel toen hij met Samuel en Lucas naar binnen rende.

‘Jongens, kunnen jullie de tafel dekken en het speelgoed wegleggen?’ vroeg moeder.

Alle vier de jongens kreunden.

‘Maar ik heb niet met het speelgoed gespeeld’, zei Samuel.

‘Opruimen duurt hardstikke lang!’ zeurde Miguel.

Papa lachte. ‘Ik denk dat we in ons gezin hetzelfde probleem hebben als Ammons elftal.’

‘Wat dan?’ vroeg Samuel.

‘We werken niet samen’, zei Ammon. ‘We willen allemaal een punt scoren met eten. Maar we laten het allemaal aan mama over.’

‘Precies!’ zei papa. ‘Hoe kunnen als een team samenwerken?’

Ammon had een idee. ‘Als Samuel en ik nou eens de tafel dekken? Dan kunnen de andere jongens het speelgoed opruimen.’

‘Goed idee!’ zei papa.

Al gauw was het eten klaar. Ammon deed zijn armen over elkaar voor het gebed. Hij was blij dat zijn familie als team had samengewerkt. Hij hoopte dat zijn voetbalploeg dat ook zou doen.

Illustratie Mark Jarman