2014
Bovenop de wateren
Oktober 2014


Bovenop de wateren

De auteur woont in Utah (VS).

Ik had mijn hemelse Vader gesmeekt om mijn zorgen en wanhoop weg te nemen, maar zonder die beproevingen zou ik het ‘beloofde land’ waar Hij me naartoe leidde misschien niet bereiken.

Afbeelding
Jaredite barges being tossed in the sea.

Ongeveer een half jaar nadat ik mijn opleiding aan het hoger beroepsonderwijs had afgerond, kreeg ik last van angstaanvallen en depressiviteit. Ik had geen idee waar die gevoelens vandaan kwamen, maar ze waren sterk en hadden een verlammende uitwerking op me.

Ik vond het moeilijk om me nog ergens op te concentreren. Op mijn werk maakte elke nieuwe opdracht me zo onrustig dat ik niet stil kon zitten. Er schoot van alles door mijn gedachten en mijn hart klopte zo snel dat ik dacht dat het uit mijn borst zou springen. Dit ging dagenlang door, en als ik aan het eind van de dag thuiskwam, liet ik me uitgeput op de bank vallen. Voordat ik er erg in had, was de avond voorbij en was er een nieuwe werkdag aangebroken.

Deze gevoelens hielden maandenlang aan, zelfs toen ik een nieuwe baan had gevonden en professionele hulp had ingeroepen.

Ik bad elke ochtend op weg naar mijn werk dat ik de kracht zou hebben om de dag door te komen en naar mijn vrouw en dochter terug te keren. Ik zag geen licht aan het eind van de tunnel en wilde het vaak opgeven. Dag in dag uit smeekte ik de hemel met betraande ogen om hulp. Ik bad oprechter dan ooit tevoren en smeekte mijn hemelse Vader om mij deze beproeving te laten begrijpen, en om mij er daarna van te verlossen.

Ik voelde me verloren in duisternis en wanhoop als ik de Geest niet voelde. Maar wanneer de Geest me verhief uit mijn hopeloosheid, vond ik het vertrouwen om door te gaan — al was het maar tot mijn volgende gebed. Ik leerde op mijn hemelse Vader te vertrouwen voor meer dan alleen een gebed voor het eten of een nonchalant gebedje voor het slapen gaan. En als gevolg daarvan groeide ik naar Hem toe.

Heen en weer geslingerd op de golven

In mijn benauwdheid en wanhoop las ik nog eens het verhaal van de Jaredieten die het ‘grote diep’ overstaken (Ether 2:25). Ik kan me alleen maar voorstellen hoe zenuwachtig en verwachtingsvol ze waren toen ze aan boord van hun vaartuigen gingen. Hun reis mocht dan gevaarlijk zijn, ze wisten wel dat ze op weg waren naar ‘een land […] dat boven alle andere landen verkieslijk’ was (Ether 2:15).

We lezen over hun reis:

‘En het geschiedde dat de Here God een geweldige wind over het oppervlak der wateren liet waaien in de richting van het beloofde land; en aldus werden zij voor de wind op de golven der zee heen en weer geslingerd.

‘En het geschiedde dat zij vele malen in de diepten der zee werden begraven wegens de huizenhoge golven die zich over hen uitstortten, en ook de grote en verschrikkelijke orkanen die veroorzaakt werden door de hevigheid van de wind.

‘[…] wanneer zij dus door vele wateren omgeven waren, riepen zij de Heer aan, en Hij bracht hen wederom tevoorschijn, bovenop de wateren.

‘En het geschiedde dat de wind, terwijl zij op de wateren waren, nooit ophield te waaien in de richting van het beloofde land; en aldus werden zij voor de wind voortgedreven’ (Ether 6:5–8).

Die verzen kregen een hele persoonlijke betekenis voor me. Ik had het gevoel dat ik me in mijn eigen vaartuig bevond, dat de winden van angst tegen me aansloegen en de golven van depressie me overspoelden en me begroeven in de diepten van wanhoop. Als ik daardoor ‘omgeven’ was en ik de Heer aanriep, kon ik weer op het oppervlak komen, om daarna nogmaals onder te gaan.

Ik las vers 8 nogmaals: ‘En het geschiedde dat de wind, terwijl zij op de wateren waren, nooit ophield te waaien in de richting van het beloofde land’ (cursivering toegevoegd). Toen trof die tekst me. Dezelfde wind die de torenhoge golven veroorzaakte waarmee de vaartuigen bedolven werden, was de Jaredieten op hun reis ook tot zegen. Ik had mijn hemelse Vader gesmeekt om de wind en de golven te stillen, maar zonder die wind en golven kon ik het ‘beloofde land’ waar Hij me naartoe leidde misschien niet bereiken.

Deze verzen gaven me een andere kijk op het leven. Door mijn angst en depressiviteit was ik meer op mijn hemelse Vader gaan vertrouwen. Zonder de wind en de golven had ik God misschien nooit zo goed leren kennen — en hadden de Jaredieten het beloofde land misschien nooit bereikt.

Deze ervaring is inmiddels enkele jaren geleden. En voorlopig waaien mijn winden van angst niet meer en word ik niet meer begraven onder mijn golven van depressiviteit. Maar als de storm terugkeert, zal ik de Heer aanroepen en dankbaar zijn, in het besef dat rustige zeeën geen vaartuigen naar het beloofde land brengen — en stormachtige zeeën wél.

Illustratie Jerry Harston