Jongeren
Een glimlach doet wonderen
President Uchtdorf noemt twee doelen die we bij onze daden voor ogen moeten houden: God liefhebben en onze medemensen liefhebben. Maar soms valt het niet mee om anderen lief te hebben. Er kunnen in je leven momenten zijn dat je het moeilijk vindt om met anderen om te gaan — wellicht heeft iemand je gekwetst of vind je het moeilijk om met iemand te praten of op te schieten. Probeer op die momenten te denken aan de liefde die je van vriend(inn)en, familie, je hemelse Vader en Jezus Christus ondervonden hebt. Denk terug aan de vreugde die je in die situaties gevoeld hebt en probeer je voor te stellen dat iedereen de kans heeft om die liefde te voelen. Bedenk dat iedereen een dochter of zoon van God is en zijn liefde én die van jou verdient.
Denk eens aan bepaalde personen in je leven met wie je moeite hebt. Bid voor hen en vraag je hemelse Vader dat jij je hart voor hen mag openstellen. Je zult die personen weldra zien hoe Hij ze ziet: als zijn kinderen die liefde verdienen.
Doe na je gebed iets aardigs voor hen! Je zou ze kunnen uitnodigen voor de wekelijkse activiteitenavond of een andere activiteit met je vriend(inn)en. Bied aan om ze te helpen met hun huiswerk. Al zeg je maar alleen ‘hallo’ en glimlach je naar hen. Die kleine dingen kunnen wonderen doen … voor jezelf en voor anderen!