2017
Allemaal kinderen van God
September 2017


Allemaal kinderen van God

De auteur woont in Utah (VS).

‘Het is een boeddhistische tempel’, zei mama. ‘Dit is Yéyés geloof.’

‘Wij eisen het goed recht de almachtige God te aanbidden volgens de stem van ons eigen geweten, en kennen alle mensen hetzelfde goed recht toe: laat hen aanbidden hoe, waar of wat zij willen’ (Geloofsartikelen 1:11).

Afbeelding
all children of God

Iren had het op bezoek in Taiwan naar zijn zin. Zijn grootvader, zijn Yéyé, nam hem en zijn zusje, Ila, mee naar de dierentuin en op een boottocht naar een eilandje. Ze bezochten prachtige tuinen met mangobomen en orchideeën. En ze gingen naar een berg waar apen hun eten probeerden te stelen! Ila was bang van de apen, maar Iren vond ze geweldig.

Yéyé wilde Iren en Ila tonen waar hun familie vandaan kwam. Hij liet ze kennismaken met hun familieleden. Hij nam ze ook mee uit eten om andere gerechten te proberen. Iren had geoefend om met stokjes te eten. Hij was er echt goed in.

Op een dag nam Yéyé Iren, Ila en hun ouders mee naar een bijzondere plek. Het was een groot gebouw met grote open deuren en een glanzende houten vloer. Voor ze binnengingen, deden ze hun schoenen uit. ‘Je moet hier eerbiedig zijn’, zei mama. ‘Net zoals in de kerk.’

‘Is dit een kerk?’ vroeg Iren. Het leek helemaal niet op een kerk. Het kleurrijke dak van het gebouw had gekrulde randen. Mensen in donkerblauwe gewaden gingen stilletjes naar binnen en naar buiten.

‘Min of meer’, zei mama. ‘Het is een boeddhistische tempel. Maar mensen komen hier niet naartoe om te trouwen of aan elkaar verzegeld te worden zoals in onze tempels. Dit is een kerk van Yéyés geloof. Hij komt hier naartoe om over de leringen van Boeddha te horen en anderen te helpen.’

Papa zei: ‘Weet je nog dat we een maand geleden op het nieuws die aardbeving in Taiwan zagen? Yéyé en de andere vrijwilligers in zijn tempel hielpen na de aardbeving.’

‘Wat deden ze dan?’ vroeg Ila.

‘Ik denk dat ze mensen water brachten en het puin opruimden’, zei papa. ‘Ze hielpen de mensen die hun huis kwijtgeraakt waren ook om onderdak te vinden.’

‘Wauw’, zei Iren. Hij grinnikte naar Yéyé. ‘Dat was vast heel veel werk!’

Toen ze de tempel binnengingen, merkte Iren hoe stil en vredig het er was. Hij keek om zich heen en zag een groot houten beeld. Ila en Iren bekeken het aandachtig.

‘Is dat Boeddha?’ vroeg Ila.

Mama knikte.

Yéyé zei iets tegen papa in het Chinees, drukte zijn handen tegen elkaar en boog drie keer voor het Boeddhabeeld.

‘Yéyé laat ons zien hoe hij zijn eerbied voor Boeddha toont’, fluisterde papa.

Iren fronste zijn wenkbrauwen. ‘Is dat niet …?’ Hij probeerde zich iets te herinneren dat hij gehoord had. ‘Is dat niet afgoderij?’

‘Boeddhisten aanbidden Boeddha eigenlijk niet’, zei papa. ‘Boeddha was een groot leraar. Ze bezoeken zijn beeld om aan zijn leringen te denken.’

‘De mensen die hier buigen, tonen hun eerbied — een beetje zoals iemand een hand geven’, fluisterde mama. ‘Yéyé buigt om zijn eerbied voor Boeddha en zijn leringen te tonen.’

Mama sloeg haar armen om Iren en Ila. ‘En weet je wat?’

‘Wat?’ vroeg Ila.

‘Dit zijn allemaal kinderen van God. Hij houdt van hen. Hij vindt het geweldig dat ze elkaar helpen.’

Iren keek naar Yéyé en de andere mensen, die daar rustig zaten. Hij kreeg een warm, goed gevoel en wist dat mama de waarheid zei. Iren bad tot zijn hemelse Vader: ‘Dank u dat ik meer van uw kinderen mag leren kennen.’