2020
Wachten op de belofte
Juli 2020


Wachten op de belofte

Mijn dochter heeft afstand genomen van de kerk, maar ik weet dat zij gezegend zal worden door de dingen die zij over het evangelie heeft geleerd.

Afbeelding
woman sitting in church with baby

Illustratie, Megan Schaugaard

Drie maanden voor mijn 21e verjaardag werd ik gedoopt, samen met mijn zus, mijn moeder en mijn 8-jarige neefje. In de loop der jaren hebben we ons goed aan het evangelie vastgehouden, ondanks onze vele beproevingen.

Toen mijn man en ik gingen trouwen, waren we vastbesloten om actief te blijven in de kerk. Toen er kinderen kwamen, probeerden mijn man en ik goede ouders te zijn en thuis het evangelie te onderwijzen.

Op een dag ging ik naar een conferentie met onze dochter, die toen 1 jaar was. Op die conferentie sprak een gebiedszeventiger over de verantwoordelijkheid van ouders om hun kinderen het evangelie bij te brengen. Hij deed toen een belofte die veel indruk op mij maakte. Hij zei: ‘Als u alles doet wat u kunt om het evangelie te onderwijzen maar een van uw kinderen verlaat toch de kerk, dan zijn ze nog steeds gezegend omdat ze zich herinneren wat ze thuis hebben ervaren.’

De woorden van die gebiedszeventiger vervulden me met hoop. Ik had namelijk neefjes en nichtjes die de kerk hadden verlaten. Mijn dochter, dezelfde die ik in mijn armen hield tijdens die conferentie, verliet de kerk toen ze 17 jaar werd. Ze had iemand ontmoet die niet in het evangelie geworteld was, en ze trouwden. Daarna ging ze nooit meer naar de kerk.

Dat vond ik erg pijnlijk. Ik vroeg mezelf steeds af wat we fout hadden gedaan. Haar vader en ik probeerden altijd de geboden te onderhouden en in de kerk te dienen. We houden van onze kinderen en we hebben het beste met ze voor. Na veel tranen en vragen hebben we uiteindelijk de conclusie getrokken dat kinderen opgroeien, hun keuzevrijheid gebruiken, en niet altijd geloven wat ze thuis hebben geleerd.

Helaas liep het huwelijk van mijn dochter op de klippen. Maar ze wil nog steeds niet terug naar de kerk komen. Ik kan slechts de belofte onthouden dat zij zich zal herinneren en gezegend zijn vanwege wat haar thuis is geleerd.

Ik blijf voor mijn dochter bidden. Ik houd van haar met heel mijn hart. Het doet me pijn dat ze afstand heeft genomen van de kerk. Maar ik weet dat, ondanks mijn tekortkomingen, wat ik haar heb geleerd waar is. Ik weet dat onze hemelse Vader rechtvaardig en liefdevol is en dat Hij naar onze gebeden luistert. Zonder enige twijfel weet ik dat Hij, als ik mijn best doe, ze zal verhoren wanneer Hij dat goed acht.