2020
Eten in haar eentje
Oktober 2020


Eten in haar eentje

De auteur woont in Utah (VS).

Kali wilde alleen vriendschap sluiten.

‘De Heil’ge Geest getuigt met stille, zachte stem’ (Kinderliedjes, p. 56).

Afbeelding
Lonely Lunchtime

Kali liep de eetzaal in en keek om zich heen. Alle andere kinderen zochten meteen hun vriendjes en vriendinnetjes op en gingen samen aan een tafel zitten. Overal klonken enthousiaste stemmen en blij gelach. Het was nog maar de tweede schooldag, maar iedereen leek wel met iemand op te trekken. Alleen Kali niet.

Ze pakte haar broodtrommel stevig beet en liep naar een van de tafels toe. ‘Mag ik naast jou zitten?’ vroeg Kali.

Een meisje met een lange bruine vlecht keek op. Ze snoof en schudde haar hoofd. ‘Nee. Daar zit al iemand’, zei ze.

‘Oké.’ Kali ging naar een andere lege stoel en zette haar broodtrommel neer.

‘Daar mag je niet zitten! Ik hou die stoel vrij’, zei een jongen met een groen gestreepte trui aan. Hij duwde Kali’s broodtrommel van de tafel af. Zijn vrienden moesten allemaal lachen.

Kali bukte zich en raapte haar broodtrommel weer op. Ze liep naar de andere kant van de eetzaal en ging aan een lege tafel zitten. Ze zag een jongen die bij haar in de buurt woonde, en zwaaide nog, maar hij keek de andere kant op. Kali fronste haar wenkbrauwen. Waarom wilde niemand vriendschap met haar sluiten?

Kali keek naar haar boterhammen. Ze had helemaal geen trek meer. Ze wreef in haar ogen, deed haar broodtrommel dicht en ging naar buiten.

Iedereen was al met anderen aan het spelen. Kali ging in haar eentje op een bankje zitten en keek hoe de andere kinderen zich zonder haar vermaakten. Toen viel Kali’s oog op een jongen van haar leeftijd die in zijn eentje op het gras zat. Hij had een geel truitje met vlekken aan en zijn haar stond aan de achterkant overeind.

Kali keek de andere kant op. Ze zag een stel meisjes uit haar klas met een bal spelen. Vroegen ze haar maar om mee te doen.

Kali keek weer naar de jongen. Hij zat met gebogen hoofd grassprietjes om zijn voeten heen te plukken. Kali moest denken aan iets wat mama weleens zei: Let op de kinderen die eenzaam zijn.

Kali fronste haar wenkbrauwen. Zij was ook eenzaam. Niemand probeerde vriendschap met haar te sluiten!

Maar toen bedacht Kali dat ze vorig jaar gedoopt was. Ze had beloofd om naar de Heilige Geest te luisteren. Misschien bracht de Heilige Geest haar in herinnering wat mama haar had verteld. Misschien probeerde de Heilige Geest haar te vertellen om met de jongen met het gele truitje te spelen.

Kali zuchtte en stond op. Ze werd warm van binnen. Ze ging naast de jongen op het gras zitten.

‘Hallo’, zei ze.

‘Hallo’, mompelde hij terug.

‘Wat is je lievelingskleur?’

‘Eh … groen.’

‘Wat leuk. Ik hou van roze’, zei Kali. ‘Heb je ook een lievelingsdier?’

De jongen rechtte zijn rug een beetje en keek haar aan. ‘Ja. Ik ben dol op dinosaurussen.’

‘O, ik ook! Ik vind triceratopsen echt geweldig.’

De jongen glimlachte.

Toen ging de bel. Kali stond op en zwaaide de jongen gedag. Ze liep glimlachend in haar eentje terug naar het klaslokaal. Ze had misschien geen beste vriendin, maar ze was blij dat ze iemands pauze een beetje had opgefleurd.